Skip to content

‘Ik ben trots op mijn stad en De Kuip is mijn kerk’

Louis Groeneweg is een fan van de overtreffende trap. Zijn hele leven draait alleen maar om Feyenoord, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat – en zelfs ‘s nachts.

Tekst: Annika van den Berg
Foto’s: Peter Tetteroo

De trouwe lezer en fan zal deze Rotterdammer in hart en nieren zeker kennen: Louis Groeneweg (70). Hij komt al vanaf zijn tiende jaar in De Kuip, heeft er gewerkt én was de jongste supporter die in 1963 meereisde met de Groote Beer naar de Europacup I -wedstrijd tegen Benfica. Het mag duidelijk zijn dat de verhalen van Louis een volledige Hand in Hand kunnen vullen, maar omdat we ons moeten beperken tot drie pagina’s vertelt hij over de hoogte- en dieptepunten die hij heeft meegemaakt en laat hij ons met trots zijn Feyenoord-museum zien.

“Ik ga altijd naar alle thuiswedstrijden. Ik sla nooit over, ik ga altijd naar De Kuip. Ik ben gestopt met de uitwedstrijden, daar heb ik geen zin meer in. Ik vind de sfeer niet meer leuk, hoe je ontvangen en beperkt wordt. Mijn laatste uitwedstrijd was die tegen FC Groningen, toen we kampioen werden in 1993. Maar de vraag is natuurlijk; hoe lang ben ik al lid van de Supportersvereniging? Ik heb het opgezocht: al 52 jaar.”

Enthousiast toont Louis het bewijs. Het Feyenoord-gevoel heeft hij meegekregen van zijn ouders en de omgeving waar hij woonde. “Ik groeide op in het Oude Noorden, dat was een buurt vol Feyenoorders. Daar waren alleen maar voetballers: Wim Janssen, Jan Boskamp. Coen Moulijn woonde bij mij om de hoek, die was bevriend met mijn broer. Ja, daar kwamen de beste voetballers vandaan.”

De eerste lichtwedstrijd
Er zijn veel mooie herinneringen. Als de Rotterdammer een hoogtepunt probeert te benoemen, volgen er meer en blijkt dat het niet bij één moment kan blijven. “Je hebt bepaalde wedstrijden die je nooit vergeet. Bij mij was dat de eerste lichtwedstrijd. We hadden natuurlijk nog geen lichtmasten in De Kuip en toen die geplaatst waren, hadden we een openingswedstrijd tegen Bolton Wanderers. Dat was in 1957, dus dat was mijn eerste grote evenement.

“Nu kan je het je niet meer voorstellen natuurlijk”, vertelt Louis lachend. “We hebben later heel veel lichtwedstrijden gehad. De mooiste was tegen de Russische selectie. Daar stond de beste keeper van de wereld in het doel: Lev Yashin. Natuurlijk ook de Europacupfinale in Milaan. De eerste keer dat een Nederlandse club de Europacup won. Ik was daar bij”, vervolgt hij trots. Na een moment van bezinning veert hij op uit zijn stoel en stralen zijn ogen: “En alle vrije trappen van Pierre van Hooijdonk. Ze gingen er bijna allemaal in. Hij nam ze zo perfect mooi. Oh, en we hadden een fan die altijd Coen Moulijn imiteerde. Die man liep aan de overkant, waar de oude eretribune was. Dat was altijd schitterend, hij kende alle pasjes en bewegingen precies. Hij deed dat zo goed. Coen zelf vond het niet zo leuk, maar wij vonden het altijd fantastisch. Tsja, en niet het mooiste, maar wel het spannendste: Feyenoord tegen AC Milan. Wim Jansen maakte een doelpunt uit een onmogelijke hoek; hij ging er gewoon in!”

Verzameling Louis Groeneweg

Stiekem roken met Blinker en Taument
Louis vervolgt: “Ik zat altijd in vak L. Dat was een grote vriendenploeg, daar kom je al die gasten tegen. De mensen van Varkenoord; de spelers met vrouwen en familie. Ik zat met Mike Obiku altijd te kletsen over voetbal. Daar heb ik een goede band mee. Ik verzorgde hen natuurlijk. Altijd een praatje na de wedstrijd. Met Blinker en Taument ging ik na afloop van de training in de ruimte tegenover de kleedruimte stiekem roken. Nu zijn we allemaal uit elkaar getrokken. Nu heb je in L van die mooie stoeltjes waar je heel veel geld voor moet betalen om daar te mogen zitten. Dus nu zit ik in K.”

Op vijftienjarige leeftijd – het was 1963 – spijbelde Louis van school om met de Groote Beer mee te varen naar Lissabon. Het geld voor een kaartje had hij weten te bemachtigen door zijn racebaan te verkopen, dit bracht 250 gulden op. Veel geld, maar dat was op dat moment de enige optie die hij had. Het gezicht van de Feyenoorder straalt opnieuw als hij vertelt over de reis en over de documentaire van ‘Andere Tijden’, die mei van dit jaar werd uitgezonden.

Louis werkte er met veel plezier aan mee en vindt het geweldig om weer contact te hebben met de mensen van toen. “Er zijn er inmiddels al heel wat overleden, want ik was toen natuurlijk de jongste die meeging. Ik ben inmiddels ook al 70, dus ga maar na. Maar met die mensen die ik heb ontmoet houd ik weer contact. Ik zit op Facebook en dat is ook nog een hele taak om dat bij te houden. Ik kijk daar elke dag naar en ik feliciteer iedereen met de verjaardagen. Ik heb plaatjes van Feyenoord en die stuur ik dan mee. Ik schrijf ook elke dag iets over Feyenoord, over een wedstrijd die eraan komt, wat ik ervan verwacht en als ze gespeeld hebben, hoe ik de wedstrijd vond. Elke dag schrijf ik wel wat en zo houd ik contact met iedereen.”

Toen lagen we eruit
Tijdens het bezoeken van zoveel wedstrijden zijn er natuurlijk ook dieptepunten geweest. “De grootste teleurstelling was uit tegen UT Arad in Roemenië. Toen waren we net wereldkampioen geworden, ook weer als eerste Nederlandse club. We hadden gewonnen van Estudiantes. De eerste wedstrijd in de volgende Europacup was toen thuis tegen UT Arad en speelden we gelijk. Uit dachten we toen: dat doen we wel even, ik bedoel, we waren net wereldkampioen geworden dus dat moest geen probleem zijn. Maar toen speelden we weer gelijk, dus toen lagen we eruit. In de eerste ronde al. Ja dat was wel een heel grote teleurstelling. En de wedstrijd tegen Tottenham Hotspur. Toen kwamen Engelse supporters vak S in, wat nu natuurlijk niet meer kan. Maar toen was er nog een steekpartij; verschrikkelijk. En natuurlijk het ijsbalincident, Feyenoord tegen Ajax. Wim Jansen speelde toen voor Ajax – hij was een echte Feyenoorder, maar hij heeft een jaar een foutje gemaakt – en tijdens de warming-up gooide een of ander figuur een keiharde sneeuwbal zo op de ogen van Wimpie Jansen. Die werd zo hard geraakt dat hij zijn oog niet meer open kon doen en die wedstrijd niet meer kon meespelen.”

Naast het bezoeken van wedstrijden heeft de fan Louis ook vier jaar in dienst van Het Stadion gewerkt, als ‘manusje van alles’, zoals hij zelf zegt. “Van 1992 t/m 1996 heb ik werkzaamheden verricht in De Kuip. Ik deed daar het onderhoud. Ik verzorgde de kleedkamers, zorgde dat alles netjes in orde was, ook voor het Nederlands Elftal. De ballen oppompen, schoenen van de spelers schoonmaken. Ik kwam ook op Varkenoord; alles klaarzetten en de doelen plaatsen voor de trainingen. We hadden ook drukke periodes tijdens popconcerten. Het veld afdekken, zorgen dat de horecapunten bevoorraad waren in De Kuip en na afloop zorgen dat alles weer opgeruimd werd. Ja,ik heb van alles meegemaakt; Michael Jackson en Pink Floyd. Voor de renovatie was het het gezelligste natuurlijk. Dan kwam je nog alle spelers tegen. Dat was in de tijd van Ed de Goeij, John de Wolf en Regi Blinker.”

Verzameling Louis Groeneweg

Overal Feyenoord
Feyenoord zit in het bloed van misschien wel de grootste fan van onze club. “Waar je ook kijkt in mijn huis, overal zie je Feyenoord. In de gang, in de wc, aan de muren, op alle plankjes. Daar staat een bouwpakket van De Kuip, (knikkend met zijn hoofd naar een bijzettafeltje), die kan je bij de Fanshop kopen. Die heb ik in een ochtend in elkaar gezet. Mijn hele leven draait alleen maar om Feyenoord. Bijgelovig ben ik niet, maar voor elke wedstrijd ga ik eerst even wat drinken bij Very Italian Pizza op de Blaak. Iedereen kent me daar en ik ken iedereen. Er komen ook veel andere supporters en soms ook spelers. Daarna ga ik naar De Kuip voor de wedstrijd en na afloop ga ik altijd weer even terug naar Very Italian Pizza. Ze komen daar altijd bij me zitten om te vragen hoe de wedstrijd is geweest en dat wordt nog wel eens laat. Ik heb een moordleven. We hebben zo’n mooie stad. Zo modern, veel beter dan die ouwe troep van 020. Ik ben trots op mijn stad en De Kuip is mijn kerk.”

Na afloop van het interview wordt Hand in Hand meegenomen naar de slaapkamer van Louis. Hier bevindt zich zijn Feyenoord-museum. Het zien van al zijn verzamelstukken bevestigt dat hij lééft voor de club en we mogen trots zijn op zo’n trouwe supporter!

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Login