Skip to content

De kont van mevrouw Gudde

Tekst: Harry Kerklaan

Ik ben fan van onze Technisch Directeur Martin van Geel. Hij creëerde een transferoverschot van dik 50 miljoen euro en pakte, met de derde begroting van Nederland, de beker plus de titel. En ja, dit is voor een groot deel het werk van Martin van Geel. Wie anders koopt en verkoopt de spelers?

Ik mag ‘m sowieso wel. Ik kan mij herinneren hoe Martin, toen hij eind jaren 80 bij Feyenoord speelde, als enige in opstand kwam tegen de trainer. Hij, en wij de supporters, hadden namelijk de pech dat het bestuur in haar onheidige wijsheid had besloten de Zweed Gunder Bengtsson als trainer aan te stellen. Deze ijshockeytrainer (!) maakt zeer grote kans op de titel ‘Slechtste Feyenoord-trainer Aller Tijden’. De tactische besprekingen van deze Zweed hadden even veel nut als seksuele voorlichting in een bejaardentehuis. Van Geel pikte dit niet. Alle spelers dachten aan hun hypotheek, Van Geel aan zijn principes. Ik heb een paar interviews uit die tijd erbij gepakt en mijn waardering werd met terugwerkende kracht alleen maar groter. Niet die voorgekauwde-niets-zeggende-kleuter-interviews-van-nu maar gewoon een volwassen kerel met een mening. Ik kan deze blog makkelijk vullen met een aantal lekkere uitspraken maar ik pak er één uit. Van Geel: ‘Bengtsson heeft ons de opdracht gegeven elkaar aan te geven als we iemand uit de selectie op vrijdag een biertje zien drinken. Elkaar meeslepen, heet dat. Niks meeslepen, ik noem dat Stasi-praktijken. Als je zo aan de gang gaat, creëer je nooit teamgeest.’ Niet lang daarna mocht Martin, middenvelder en topscorer(!), vertrekken.

Het grappige van deze quote is dat Martin behalve dat hij een typisch jaren tachtig woord gebruikt, ‘Stasi-praktijken’ (voor iedereen jonger dan 30 en/of diegene niet heeft opgelet met Geschiedenis: dit was de geheime dienst in Oost-Duitsland en dat waren geen leuke jongens), hij hier ook het woord ‘teamgeest’ noemt. Martin van Geel vond dat toen al belangrijk. Klinkt als een open deur maar Technisch Directeur Van Geel handelt (lees: koopt en verkoopt) er ook naar. Bij alle clubs waar hij technisch directeur is geweest, kiest hij vrijwel uitsluitend voor spelers met een Nederlandse achtergrond. Want met spelers die elkaar verstaan en elkaars achtergrond begrijpen, kweek je het snelst én het best een hecht collectief. En behalve tactiek, fitheid en kwaliteit van de spelers is ook teamgeest een wapen. Hier win je wedstrijden mee.

Lees je oude interviews met Van Geel, dan steekt hij zijn liefde voor Feyenoord niet onder stoelen of banken. ‘Als kind ging ik met mijn vader vanuit Brabant naar De Kuip’ en ‘Feyenoord is absoluut de mooiste club waar ik heb gespeeld.’ Ja, dit zei hij vóórdat hij bij ons Technisch Directeur werd.

Kortom, genoeg redenen om Martin van Geel de waardering te geven die hij verdient. Waarom krijgt hij dat zo weinig? Waarom is hij, ondanks al z’n goede werk, nog nooit vanaf de Noordzijde toegezongen? Ik weet het antwoord. Hij is te fatsoenlijk voor ons. Te netjes. Te braaf. Als je hem ziet.. altijd dat strak geknoopte stropdasje met dat keurig zittende colbertje. Altijd dat fatsoenlijke kapsel, het ene haartje keurig netjes naast het ander. Altijd die foutloos gesproken volzinnen met dat brave Brabantse accentje. Nee Martin, zo word je nooit een van ons. Jij verdient beter, dit moet anders! Luister goed. Geef bij het eerstvolgende doelpunt van Feyenoord een keiharde klap op de kont van mevrouw Gudde. Of nog beter, geef er een zoen op.  Vertel na de wedstrijd tegen elke journalist die het horen wil dat de scheids nog corrupter was dan de Paus, Trump en de KNVB bij elkaar. Schop bij het eerste de beste tegendoelpunt een prullenbak de lucht in en als je straks op het bordes zit en het er snikkend heet is, doe je je overhemd uit en ga je er in je blote pens zitten. Dan zien we gelijk je tatoeage. De tekst? Feyenoord till I die. Van mij mag je, ik ben fan.