Paul Bosvelt in de spotlight in jaarlijkse Hand in Hand special

Ieder seizoen kiest de redactie van magazine Hand in Hand een Feyenoorder die het verdient in het zonnetje gezet te worden door wat hij of zij heeft betekend voor onze club. De volgende Feyenoorder die we toevoegen aan dit mooie rijtje is Paul – …he is fucking everywhere – Bosvelt. De special verschijnt eind april, maar we geven je alvast een inkijkje.

Daar stond ‘ie dan, op 8 mei 2002, in zijn eigen Kuip. Een gevaarte van zo’n zeven kilo boven zijn hoofd, de UEFA Cup. Voor het eerst sinds 1974 was de Europese prijs weer in handen van Feyenoord. En dat kwam mede door de man die hem op 8 mei in een trillende Kuip als eerste mocht vasthouden: aanvoerder Paul Bosvelt. Hoewel hij daar zelf wat meer bescheiden over zal zijn. Paul Bosvelt is niet het type dat op de voorgrond treedt. Waarschijnlijk is dat ook de reden waarom we bijna allemaal zo’n fan waren van de nuchtere man uit Doetinchem. Hij vertegenwoordigde het Feyenoord-gevoel. ‘He is here, he is there, he is fucking everywhere’. Hij was er als het nodig was, bleef maar gaan. Was dol op het spelletje, en is dat nog steeds als technisch manager van Go Ahead Eagles, maar op de voorgrond treden? Nee, waarom zou hij?

Toch werkte hij mee aan de special die we als Hand in Hand redactie in april uitbrengen. De keuze voor Paul was een logische: twintig jaar na de winst van de UEFA Cup weten we dat hij nog altijd de laatste aanvoerder in het Nederlandse voetbal is die de Cup won.  In de special vertelt Paul vanuit zijn huidige woonplaats Deventer over die grote prijs, over het landskampioenschap van 1999, over het toeval waardoor hij in het betaald voetbal belandde, over de reden dat hij nog steeds verknocht is aan Rotterdam en over zijn onverwachte vertrek in 2003: “Ik had in mijn hoofd om bij Feyenoord af te sluiten.”

Hardrocker

Ook Pauls ploegmaatjes komen aan het woord. Ulrich van Gobbel bijvoorbeeld, die even raar opkeek toen hij Bosvelt voor het eerst zag: “Paul had van dat lange haar. Een hardrocker. En hij kwam ook nog eens uit de Achterhoek. Ik vond hem een beetje een kneus”, vertelt Uli, die zijn ploegmaatje overigens al snel meer kon waarderen. “Paul was de enige die een geintje bij mij durfde uit te halen en misschien ook wel de enige van wie ik het kon hebben.”

Bedankt 4 ever kameraden

De special telt 40 pagina’s met bekende en minder bekende verhalen en foto’s van Paul Bosvelt. Het is veel aandacht voor een man die graag in de luwte opereert. Het feit dat hij toch wilde meewerken aan deze special, is waarschijnlijk te danken aan zijn onverbrekelijke band met de Feyenoord-supporter. Wie herinnert zich niet het vliegtuigje dat hij na zijn vertrek bij Feyenoord over De Kuip liet vliegen met de tekst ‘Bedankt 4 ever kameraden’. Of zijn laatste officiële competitiewedstrijd in het betaald voetbal als speler van sc Heerenveen, uitgerekend tegen Feyenoord.

“De entourage van De Kuip gaf mij energie”, vertelt Paul in de special. Bij Feyenoord heeft hij letterlijk vrienden voor het leven gemaakt.

Paul Bosvelt is de zesde Feyenoorder over wie de redactie van magazine Hand in Hand een special maakt. Henk Schouten, Cor van der Gijp, Gerard Meijer, József Kiprich en Wim Jansen gingen hem voor.

De special over Paul Bosvelt valt rond 29 april bij onze leden op de deurmat.

Coverfoto: Peter Paul Klapwijk


Wim Jansen special

In mei 2021 bracht onze redactie van Hand in Hand een special uit over de carrière van Wim Jansen. De redactie vond dat het er tóch van moest komen. Iemand die als tienjarige lid werd van onze club, vijftien seizoenen in het eerste elftal speelde in maar liefst 422 competitiewedstrijden, 31 bekerwedstrijden, 52 Europacupwedstrijden, 2 Wereldbekerwedstrijden en 168 vriendschappelijke of oefenwedstrijden, verdient immers een groot eerbetoon van de supporters.

Bovendien nam deze oer-Feyenoorder in 1991, na een roerige en sportief dramatische periode, zijn verantwoordelijkheid en wist Feyenoord onder zijn leiding de KNVB Beker te winnen, wat de ‘ommekeer’ voor onze club betekende. Nadat zijn trotse familie, een echt Feyenoord-gezin, hem min of meer overhaalde, stemde hij er mee in om deze bijzondere special te realiseren.

Met onder meer een interview met Henrik Larsson – die Wim Jansen ontdekte in zijn Zweden en met wie hij ook als trainer van Celtic werkte – en oud-spelers, onder wie boezemvriend Jan Boskamp over hun teamgenoot of trainer, en natuurlijk zijn levensloop, sportieve hoogtepunten en zijn periode in Amerika. Dat alles met uniek beeldmateriaal uit onder meer het archief van Piet Bouts, in een fraaie vormgeving.

Vanwege het overlijden van Wim Jansen op 75-jarige leeftijd op dinsdag 25 januari willen we graag alle supporters in staat stellen om de Wim Jansen special te lezen.


Jada Conijnberg op de cover van de nieuwe editie van het supportersmagazine Hand in Hand

Voor de allereerste keer staat er een Feyenoord-speelster op de cover van ons supportersmagazine Hand in Hand. Dik verdiend, want de Feyenoord Vrouwen zijn het seizoen sterk gestart en schitteren voor het eerst in de geschiedenis van Feyenoord op het hoogste vrouwen niveau van Nederland!

Op de cover zie je een juichende Jada Conijnenberg nadat zij de score opende tegen Ajax op een goed gevuld Varkenoord. Deze week hebben we een exemplaar overhandigd aan Jada en haar team.In deze editie van Hand in Hand volop aandacht voor de vliegende start van Feyenoord vrouwen 1, spreken we Cyriel Dessers, is er een boekrecensie over het boek Wim Jansen – Meesterbrein en spreken we de eerste wedstrijdmascotte die na de COVID-19 weer het veld op mocht.

Leden ontvangen het supportersmagazine rond 22 oktober. Nog geen lid? Klik hier en sluit je aan bij de officiële Feyenoord supportersvereniging.

Foto: Yannick Verhoeven


Voorzitter De Feijenoorder ontvangt de ‘Silver Cross of Merit of Hungary’

Vandaag heeft Remco Ravenhorst, voorzitter van officiële Feyenoord Supportersvereniging De Feijenoorder, uit handen van ambassadeur András Kocsis de ‘Silver Cross of Merit of Hungary’ ontvangen voor het promoten van een icoon uit de Hongaarse voetbalgeschiedenis in Nederland. Deze erkenning vind zijn grondslag in de Kiprich-special die de vereniging in mei 2020 uitbracht. Remco nam de onderscheiding bij de Hongaarse ambassade in Den Haag in ontvangst. “Deze erkenning is een enorme eer. Het toont nog eens te meer dat Kiprich niet alleen bij ons een gewaardeerde speler is maar ook in Hongarije nog een grootheid is. Mijn dank gaat uit naar de ambassadeur en naar de fantastische redactie die special in elkaar hebben gedraaid. Zonder hen werk hadden we hier vandaag nu niet gestaan.

De József Kiprich-special
De 40 pagina’s tellende special over de carrière van József Kiprich is gemaakt door de redactie van ons supportersmagazine Hand in Hand. Aan de special werkten onder meer Willem van Hanegem, Michel van Egmond, Iwan van Duren, Berne van Leeuwen, Gaston Taument, John de Wolf, Ruud Heus, Ulrich van Gobbel, John Metgod, Arnold Scholten, Theo Lucius en Regi Blinker mee. Daardoor mag de special een waar collectorsitem genoemd worden.

Oplage van 17.000 exemplaren
De special over de Hongaarse speler en Feyenoords held verscheen op 8 mei 2020, 25 jaar naar zijn afscheid als speler van Feyenoord. De special werd verspreid onder leden van De Feijenoorder en was verkrijgbaar bij boekhandels en in de online shop van De Feijenoorder. Ter ere van de special sprak de supportersvereniging online met József en zijn zoon Dani. Daaruit bleek dat de liefde tussen supporters en József nog altijd wederzijds is. József blijft voor altijd een cultheld en een van ons! Jóóózsef, Jóóóóózsef!

De Feijenoorder heeft nog steeds plannen om József weer naar De Kuip te halen. Wie weet kunnen we dit nog dit seizoen realiseren. De Kiprich-special is nog in een kleine oplage te koop in de online shop: klik hier en bestel jouw exemplaar van de József Kiprich-special.


Lekker nassen met Joris Lutz

Tekst: Mark Boninsegna
Beeld: Mandy Horstink

Na een veel te lange afwezigheid mogen en kunnen we weer te gast zijn bij Ristorante La Salute van Libero en Lisette Lo Monaco. Dit keer schuift oer-Feyenoorder Joris Lutz aan tafel aan. Joris is muzikant, acteur, stadsgids en kinderboekenschrijver. Hij komt uit een echte acteursfamilie. Samen met zijn vader heeft hij in de begin jaren negentig uiterst populaire comedyserie ‘Ha, die Pa!’ gespeeld.

“Hoi Mark”, zegt Joris wanneer hij binnen komt lopen in het oergezellige La Salute in Hillegersberg en bestelt gelijk een passend Moretti biertje. Het is duidelijk dat Joris zichzelf hier op zijn gemak voelt. Hij heeft het over zijn kinderen, over waar hij gisteren gegeten heeft met zijn broer en hoe leuk dat was en gaat op de foto met Bacchus, de Romeinse god van wijn en extase. Joris vliegt van links naar rechts; hij heeft er zin in.

Naar Feyenoord gaat Joris veel te weinig, naar zijn zin. De laatste keer dat hij een seizoenkaart had, was toen Arie Haan nog trainer was. Een seizoen dat zo een beetje pijn deed aan zijn ogen, zo slecht en lelijk om te zien was het voetbal dat seizoen. Snel daarna kwamen de optredens op zondag ervoor in de plaats; er moet uiteindelijk ook brood op de plank komen. “Gelukkig heb ik een vriend die altijd wel een kaartje overheeft, dus als ik dan een keertje niet hoef op te treden, dan kan ik zo mee. Supertof!”

Het HCS-gevoel

De laatste jaren zijn niet de leukste jaren van Feyenoord, vindt Joris: “Ik heb toch weer een beetje dat HCS-gevoel. En dat heb ik met kleine onderbrekingen al heel lang.’ Een van die onderbrekingen zijn de sporadische kampioenschappen van onze club: ‘Dat is ook wel interessant als je erover na gaat denken. Er zijn heel veel clubs in Nederland, waar het bijzonder gezellig is als ze winnen of niet. Het is daar gewoon altijd gezellig. Maar bij Feyenoord hangt er altijd dat gevoel dat we kampioen moeten worden. En dat terwijl we vanaf de tachtiger jaren van de vorige eeuw al weten dat het een uitzondering is dat we kampioen worden.”

Die ieder jaar terugkerende -bijna- onrealistische droom komt doordat de club zo groot is. Niet Feyenoord zelf, maar alles wat er omheen hangt. Die gigantische groep hondstrouwe supporters bijvoorbeeld. “Kijk, als ik een of andere sjeik zou zijn, dan zou ik zonder na te denken zeggen dat ik Feyenoord wil hebben. Feyenoord is een van de bijzonderste clubs ever! Het is ook nog eens een club met een bijzonder stadion. Dat is bijna niet te vergelijken! En daar is iedereen het over eens.”

Libero staat het met een grote glimlach allemaal aan te horen terwijl hij twee grote borden vitello tonnato, een bord carpaccio en een bord met bruschetta op tafel zet. Bell’Italia lacht ons van een, hoe kan het ook anders, rood-wit tafelkleed toe. Alsof het land dat Europees kampioen is geworden ons heeft horen praten en wil zeggen dat dromen kunnen uitkomen zolang je er maar in blijft geloven.

Het grote geld

Terwijl Joris zijn bordje met een groots verlangen opschept, vertelt hij dat hij onderweg naar hier heeft nagedacht en dat hij tot de conclusie is gekomen dat het sinds 1995 helemaal fout is gegaan en dat het Bosman-arrest daar toch wel een grote initiator van is geweest. “Bosman had gelijk, maar nu 25 jaar later is dat een beetje doorgedreven. Spelers zijn niet meer eigendom van de club, maar clubs gaan failliet door de te dure spelers. Alle grote clubs staan op de rand van faillissement, doordat die salarissen door het plafond gegaan zijn. Waarom doet niemand daar wat aan? Het geeft de perversiteit van de wereld aan. En ik moet eerlijk zeggen dat die wereld mij minder aanspreekt. Wil ik wel meedoen in zo’n wereld?”

Joris’ ogen zijn plotseling niet meer gericht op het heerlijke eten dat voor hem staat, maar naar de wereld. Een wereld die hij heeft zien veranderen en verharden en zelfs zijn geliefde voetbalclub Feyenoord heeft aangetast en langzaam van binnenuit opeet. Het voetbal draait niet meer om het voetbal. “Kijk, als je een bedrijfsprofessional van bovenaf mee laat kijken naar het reilen en zeilen van Feyenoord, dan weet ik zeker dat diegene zegt dat bijna de hele top weg moet en je die als de wiedeweerga moet vervangen door oud-spelers met knowhow. Want de top van Feyenoord, wie bepaalt wat nou precies goed is en wat is er nou echt goed gegaan is als je het kritisch bekijkt? Dat leiden door gerenommeerde oud-spelers wordt overigens misschien wel moeilijk, want zulke kladblokken hebben we haast niet, helaas.”

Het is dat de liefde voor Feyenoord retediep zit, anders had Joris het wel geweten. “Als je de Nederlandse competitie vergelijkt met die van Engeland, Italië of Spanje, dan zit de wereld meer te wachten op die andere drie landen. Qua tv-inkomsten heeft de laatste club uit de Premier League meer tv-inkomsten dan de kampioen van Nederland. En we willen maar meedoen. Dan wordt er gezegd dat er uit de grote landen vier clubs mee mogen doen met de Champions League, terwijl dat ooit bedoeld was voor alleen landskampioenen. En dat is een perfide, naargeestige constructie. Daar wil ik geen deel van uitmaken. Ik vind dat pervers. En daar probeert onze club zich in te handhaven.” Het doet Joris zichtbaar zeer en knalt er nog snel achteraan: “Het is niet eerlijk meer! Maar misschien moeten we maar gewoon een beetje door blijven modderen en laat al die ‘rijkaards’ maar lekker die Super League doen met zijn allen.”

‘We hebben het mooiste stadion van Europa’

“Nu willen we een nieuw stadion bouwen. Daar ben ik vanaf de eerste dag op tegen. Ik vind dat helemaal niks. Het zal heus wel een mooi gebouw worden, maar we hebben al het mooiste stadion van Europa. Er wordt gedaan alsof het heel raar is om je stadion te verbouwen, maar Real Madrid, Barcelona, Manchester United en Liverpool zitten allemaal nog in hun oude stadion. Wie bepaalt dan dat zoiets niet goed is? Het idee dat als je er maar een hoop geld tegenaan knalt dat het gaat werken. Hoe komen ze daarbij? Het lijkt er meer om te gaan wie er rijk van wordt dan of het goed is voor Feyenoord. We doen altijd alsof we geen maffia hebben in Nederland, maar we zijn toch net Italië of Botswana. Al dat doorgeven van geld gebeurt hier ook.”

“Weet je, Michel van Egmond heeft het bij De Wereld Draait Door toen eens zo mooi gezegd over ons stadion: ‘Hier ligt geschiedenis. Liggen dromen, dromen die in puin zijn gevallen, tranen, euforische vreugde. Alles wat hier gebeurd is in al die jaren zit in dat stadion.’”

Plotseling staat Libero met kok van 24Kitchen en bassist van de band van Marco Borsato, Giovanni Caminita naast de tafel. Want, muzikanten moet je samenbrengen. Niets mooiers dan over een gezamenlijke passie te praten. Joris vertelt dat hij met een eigen bewerking van de Bolero bezig is en je ziet het vuur in de ogen van beide muzikanten.

Over muziek gesproken: toen Feyenoord in 1999 kampioen werd, speelde Joris op het feestje van de spelers in een kroeg in Barendrecht. “Bosvelt had mij gevraagd. Het was een zooitje, maar wat was het leuk. Later hoorden we pas van de ongeregeldheden in de stad; daar hadden wij helemaal niets van meegekregen.”

Ondertussen tikt de tijd verder en zitten onze buikjes vol. We hebben genoeg gegeten. Maar niet volgens Libero. Hij komt vervolgens met een speciale pizza aanwandelen. Wat er zo speciaal aan is, dat weten we niet, maar dat we hem verplicht moeten opeten, wel. En eerlijk is eerlijk, de speciale pizza is heerlijk. Italië en Rotterdam lijken soms best wel op elkaar, maar wat door de een door je strot geduwd wordt, is toch stukken beter dan de ander.

Bovenstaand artikel is geplaatst in het supportersmagazine Hand in Hand. Leden van De Feijenoorder ontvangen het magazine Hand in Hand automatisch. Ook Hand in Hand ontvangen? Klik hier en sluit je aan bij de officiële Feyenoord supportersvereniging.


Totdat de Dood Ons Scheidt

Tekst: Bob van Gilst
Beeld: Peter Paul Klapwijk

Overbodig

‘Ik heb je niet meer nodig, Steven.’ Ze zei het, koel en onbewogen, alsof hij niets waard is. Een jaar lang was hij met haar, met Watford. Met haar hoge hakken, haar prominente positie en haar weelde. Maar nu, één jaar later, was ze al op hem uitgekeken. ‘We passen niet bij elkaar, Steven. We zijn te verschillend.’ Echte waardering heeft hij nooit van haar gevoeld, los van haar betekenisloze centen, die voor haar weinig voorstellen. Geen aandacht, geen tijd, geen affectie. Het leven was weliswaar comfortabel, maar hij ondervond al snel dat daar geen geluk in schuilt. Nee, er was geen geluk daar. Ze wilde hem niet meer, maar dat gevoel was wederzijds. Steven wist dat hij haar moest verlaten, dat ze uit elkaar moesten gaan. Ja, ze zaten nog aan elkaar vast, maar er moest en zou een oplossing komen. De breuk was onvermijdelijk, hun wegen zouden zich scheiden.

Rotterdam

Met zijn ziel onder de arm keert hij terug naar de kant van de Noordzee die hem bekend was, berustend in zijn lot. Het was mislukt. Een mislukt avontuur, dat was het. Tonnen rijker, een illusie armer. Het verandert je, de ontnuchterende desillusie van een mislukt huwelijk. Gevuld met scepsis neemt Steven terneergeslagen plaats op een bankje, langs de Maas. De lucht is grijs, zo grijs als hij gewend was in Engeland. Maar dan, als hij eenmaal zit, verandert er iets. Zijn sombere ogen zijn gericht op het water, waar plotseling het licht van de zon op de vredige golven schittert. Er verschijnt een vrouw, daar in de verte. Naarmate ze dichterbij komt, groeit de glimlach op zijn gezicht. Ze heeft iets … iets unieks.

Geen Woorden maar Daden

‘Wat keek je droevig’, zei ze. Steven schrikt even van haar directheid, maar het intrigeert hem des te meer. ‘Haha, ja. Lastige tijd gehad.’ Luchtig, maar eerlijk. Tot zijn verbazing neemt ze naast hem plaats. ‘Ah, vervelend. Ik heb het ook weleens lastig, maar geen zorgen: Het wordt altijd weer beter.’ Zonder al te veel te zeggen, neemt ze zijn zorgen weg. Het zit niet in wat ze zegt, maar in wat ze doet. In stilte pakt ze zijn hand en blijft ze bij hem zitten. Feyenoord, heet ze. Feyenoord … Steven ziet haar elke dag en valt voor haar, hopeloos.

Voor- en Tegenspoed

Haar karakter laat zich symboliseren door haar thuis, dat precies is zoals zij. Innemend, je valt voor haar uitstraling. ‘Hier woon ik. Sommigen vinden het een beetje oud en vervallen, maar ik vind het prachtig. Ik zou nooit willen verhuizen.’ Ze is bijzonder, in al haar pracht en in al haar gebreken. Niemand is zoals zij, niemand. Als een vlaag van kleur in een zwart-wit film. Ze heeft de mooiste ziel, in de zuiverste vorm. De liefde bloeit op en samen vinden ze het geluk. Was liefde een prijs, dan wonnen Steven en Feyenoord alle titels en bekers. Beiden zijn ze succesvol, tevreden en gelukkig, maar helaas is geluk vergankelijk. Waar Steven blijft floreren, zwakt Feyenoord af. Ze raakt depressief, en Steven is haar houvast. Ze leunt op hem en het gewicht dat op zijn schouders rust, wordt zwaarder. Het deert hem ogenschijnlijk niet, hij blijft imponeren. Feyenoord vergt veel van hem, maar hij spreekt uit haar te willen brengen naar waar ze hoort, hij spreekt uit van haar te houden. Want dat verdient ze. Toch gaat het mis, als een andere vrouw interesse toont. Ze is welgesteld, populair en stabiel. Eigenschappen die hem verleiden. Door de achterdeur van haar prachtige thuis vertrekt hij. Hij kiest voor zichzelf, zo wordt gezegd. Hij kiest echter voornamelijk voor een ander.

Nooit Meer Zoals Toen

Feyenoord bood hem het geluk, het succes en de liefde. Ze was er voor hem toen het nodig was, maakte hem belangrijk en vergaf hem zijn stomme uitspattingen. De pieken waren hoog, de dalen waren diep. Die dalen zullen voor hem straks minder diep zijn, maar zo zoet als het succes met Feyenoord was, zal het nooit meer worden. Zo intens als het geluk bij Feyenoord was, zal het nooit meer worden. Zo diep als de liefde bij Feyenoord was, zal ze nooit meer worden. Als hij jaren later naar zijn met tranen bevlekte verleden kijkt, zal hij beseffen dat zijn hart voor niemand zo hard klopte als voor Feyenoord. Voor haar volle wenkbrauwen, haar hese stem, haar ontwapenende lach, haar ongeveinsde oprechtheid, haar natte T en haar ruwe randje.

Onvoorwaardelijk

Daar zit ze, op het bankje aan de Maas, waar plots een man achter haar staat. ‘Wat kijk je droevig’, zegt hij. ‘Ja, moeilijke tijd gehad’, antwoordt Feyenoord. ‘Het wordt altijd weer beter’, stelt de man haar gerust, als hij zijn hand in de hare legt. ‘Laten we zondag samen wat gaan doen’, zegt hij nadat haar tranen weggeveegd zijn. ‘Dat lijkt me fijn, wat is je nummer?’ vraagt Feyenoord. ‘Mijn nummer? Mijn nummer is 12.’ En hij bleef achter haar staan, altijd. Want liefde schuilt niet in voorspoed. Het schuilt in voor- en tegenspoed, in onvoorwaardelijke steun. In de wetenschap dat wat er ook gebeurt, je nooit zo van niemand zal houden als van haar. Totdat de dood ons scheidt.

Bovenstaand artikel is geplaatst in het supportersmagazine Hand in Hand. Leden van De Feijenoorder ontvangen het magazine Hand in Hand automatisch. Ook Hand in Hand ontvangen? Klik hier en sluit je aan bij de officiële Feyenoord supportersvereniging.


Feyenoord zoals je het nooit zag

Een woedende Dick Advocaat, een gefrustreerde Nicolai Jørgensen en de transfers van Lucas Pratto en Aliou Baldé. We gaan het allemaal zien in de nieuwe documentaire van Disney+ ‘Dat ene woord – Feyenoord’ waarin de club een jaar lang gevolgd wordt. Wij spreken redacteur Bart Molsbergen en regisseur Robbie Peters over het maken van deze serie en ook de makers zijn onder de indruk van de club. “Ik denk dat je als Feyenoorder ontzettend trots mag zijn dat de serie gemaakt wordt over Feyenoord op een internationaal platform als Disney+.”

Tekst: Sven Lindgreen                
Beeld: Peter Paul Klapwijk

Na ‘Sunderland ‘Til I Die’ en ‘All or Nothing: Manchester City’ kunnen we nu ook vanaf de bank meekijken met Feyenoord, maar dan verder dan het veld. En dat er voor Feyenoord is gekozen, is geen toeval, geeft Bart Molsbergen aan. “Het is gewoon de grootste club van Nederland qua supporters. De historie is natuurlijk hartstikke belangrijk, maar bij deze club zijn ook de supporters heel erg belangrijk. Feyenoord gaat heel veel over hoop, passie en emotie. Daar zit ook veel drama en dat maakt het natuurlijk interessant voor een serie.” Na vele gesprekken werd er uiteindelijk groen licht gegeven en konden de opnames beginnen. Corona hield de makers niet tegen, maar toch was de pandemie voor de serie een tegenvaller, geeft Robbie Peters aan. “We hadden natuurlijk liever supporters in De Kuip gehad. De Kuip met supporters is zo’n unieke ervaring. Die supporters houden van de club en die spelers doen hun stinkende best. Als je dat samen kan filmen, dan heb je precies wat Feyenoord zo mooi maakt. Nu de supporters er niet bij waren, was het moeilijker om die magie te duiden.”

Door corona zijn er maar bij een handvol wedstrijden supporters in het stadion geweest, maar toch hebben de makers geprobeerd ook supporters in beeld te krijgen. “We kwamen bij mensen thuis de wedstrijd kijken, die normaal gesproken 40 jaar lang elke twee weken in het stadion zitten”, vertelt Molsbergen. “Daarmee zie je de pijn en de vertwijfeling of ze met maatregelen wel naar het stadion willen. Ik denk dat veel supporters zich wel in die emotie kunnen herkennen. En niet alleen Feyenoord-supporters. Ook konden we nu makkelijker de tribune op tijdens de wedstrijden waar wel publiek aanwezig was.”

De makers konden voor en na de wedstrijd in de kleedkamer filmen en waren geregeld te vinden op 1908. Ze hebben dus heel veel gezien wat de normale supporter niet te zien krijgt. “Na de thuiswedstrijd tegen FC Twente (1-1, red.) kwamen we bijvoorbeeld in de kleedkamer. De spelers waren er helemaal kapot van dat ze gelijk hadden gespeeld”, herinnert Molsbergen zich. “Als supporter heb je er geen idee van hoe verdrietig die spelers nou echt zijn na zo’n wedstrijd. Het waren echte emoties en ze baalden echt zo erg dat ze niet hadden gewonnen. Het is niet net zoals wij een iets mindere dag op ons werk hebben.”

Robbie Peters herinnert zich de rode kaart van Nicolai Jørgensen in de uitwedstrijd van CSKA Moskou. De Deen kreeg na een lichte overtreding zijn tweede gele kaart en Peters volgde hem tot in de kleedkamer. “Ik vond hem altijd een beetje overkomen als iemand die niet heel zijn hart voor de club zou geven. Toen heb ik van dichtbij kunnen zien hoe hard hij aan het knokken was. Hij was zo gefrustreerd over zijn blessures en wilde het zo graag weer laten zien. In de kleedkamer legt hij eerst aan de verzorger en dan aan de fysiotherapeut uit waar hij mee zit. Die pure frustratie die iedereen heeft bij Bal op het Dak 3, die heeft hij ook. Dat zie je nu een keer.”

Buiten de beelden uit de kleedkamer, zien we ook Feyenoord op bestuurlijk vlak. Zo zien we de financiële situatie, maar ook de transfer van Lucas Pratto wordt in beeld gebracht. “Je ziet vanaf de eerste seconde dat hij door iemand wordt aangedragen tot het moment dat ze hem halen”, aldus Peters. “Hij speelt en scoort vervolgens weinig, maar hij zit altijd als eerste in de rij als meest oplettende kijker tijdens de wedstrijdbespreking. Dat vind ik toch iets zeggen over zijn professionaliteit. Hij raakt uiteindelijk zwaar geblesseerd en dan gaan we met John de Wolf op bezoek bij hem thuis en dan blijkt het een heel lieve gast. Je ziet ze gewoon heel anders dan dat je ze in de media ziet.”

Naast de transfer van Pratto zien we ook de aankomst van Aliou Baldé vanuit Senegal naar Rotterdam. “Een jong ventje uit Senegal komt aan met sneeuw. Hij wordt beoordeeld of hij wel of niet kan voetballen, maar er zit ook een verhaal achter. Die jongen krijgt een nieuw appartement van Feyenoord, ingericht in Afrikaanse stijl. Vervolgens wordt hij rondgeleid en wordt hem uitgelegd hoe de vaatwasser werkt, want dat had hij nog nooit gezien. Dan zie je opeens een heel andere kant van de voetballerij.“

Het afgelopen jaar kwam er geregeld naar buiten dat er meerdere opstootjes in de kleedkamer waren. Zo zou Orkun Kökçü volgens Cor Pot Steven Berghuis een klap hebben verkocht. Gaan we deze dingen ook terugzien in de serie? “Ik vond het heel erg meevallen, maar er zijn wel dingen gebeurd. Bij Ajax-uit was er een akkefietje. Daar zie je echt hoe het leeft. Dan voel je de felheid in dit geval tussen Leroy Fer en Dick Advocaat. Dan denk je dat ze dat wel vaker hebben, maar later blijkt toch dat het voor Advocaat een heftig moment is geweest in het seizoen, waarbij hij bijna de handdoek in de ring heeft gegooid. Uit bij Wolfsberger (1-0, red.) gaat Nick Marsman na de verloren wedstrijd ook helemaal uit zijn plaat. Dat is ook te zien in de trailer. Dan zitten ze er zo doorheen en dat is mooi om te zien. Wat ik ook heel erg heb gemerkt is dat er veel gezegd en geschreven wordt wat wij niet herkennen”, vervolgt Molsbergen. “Dan is er dus naar buiten toe een heel groot verhaal gemaakt, maar onder die gasten is er dan niet zoveel gebeurd. De klap van Orkun Kökçü aan Steven Berghuis? Die hebben wij niet gezien. Er zullen veel mensen zijn die zullen zeggen dat dat er niet in mocht, maar bij sommige dingen zijn we gewoon niet geweest, want we waren er niet 24/7 bij en soms zijn dingen ook gewoon niet gebeurd.”

Bij een serie waarin je zoveel te zien krijgt, blijft altijd de vraag of je echt alles te zien krijgt of dat Feyenoord er toch iets uit heeft willen halen. Molsbergen is hier duidelijk over: “Ik weet dat er afspraken zijn gemaakt tussen Feyenoord, Disney en Lusus, onze werkgever. Naar mijn weten heeft Feyenoord daar niet echt gebruik van gemaakt. Ik vergelijk het altijd met ‘First Team: Juventus’ op Netflix. Die heeft die club zelf gemaakt en dat is dus gewoon een reclamefilmpje, de goednieuwsshow. Daar is niks aan. Maar als de club niks te zeggen heeft, dan mag je natuurlijk niet met je camera in de kleedkamer.” Robbie Peters kan alleen maar positief zijn over de houding van Feyenoord. “Ik vind dat Feyenoord zich als club heel stoer heeft opgesteld en alles heeft laten filmen. Je kan als kijker de serie goed of slecht vinden, maar je kan niet zeggen dat je niets ziet. Feyenoord is hier heel transparant in geweest. Ik denk dat ze best wel dingen eruit hadden kunnen krijgen, maar in de praktijk hebben we alles kunnen laten zien wat we wilden. Dat zul je ook wel zien, omdat er echt wel dingen in zitten die pijnlijk voor iemand kunnen zijn”, vervolgt Molsbergen. “Financieel gaat het slecht en daar mochten we ook bij zijn. Er zijn gesprekken tussen supporters en de directie, daar gaat het er ook niet altijd vriendelijk aan toe. Ik heb er dus heel veel respect voor hoe Feyenoord dit heeft aangepakt.”

Nu het bijna zover is, rest natuurlijk de vraag waarom je als Feyenoord-supporter deze serie moet gaan kijken. “Ik denk dat de belangrijkste reden is dat je jouw club op een manier ziet van binnenuit die je nog nooit gezien hebt”, vertelt Peters. “Je zit gewoon eerste rij in de kleedkamer bij je club en je ziet hoe het echt is gegaan. Ik hoop ook dat de liefde van Feyenoorders voor Feyenoord terug te zien is in deze serie. Ik denk dat je als Feyenoorder ontzettend trots mag zijn dat de serie gemaakt wordt over Feyenoord”, gaat Molsbergen verder. “De serie gaat dankzij Disney+ ook internationaal draaien. Dus als jij vrienden in Tokyo hebt, die nooit snappen waarom jij voor Feyenoord bent,  kunnen die de serie ook zien. Voor supporters is dit gewoon kicken. Je zit zo dicht op de club en op de mensen. Het is geen samenvatting van afgelopen seizoen, maar het beeld van een seizoen van Feyenoord. Of het nou de supporters zijn die de spandoeken ophangen of de spelers die tot het gaatje gaan; het laat de hele club zien.“

‘Dat ene Woord’ is vanaf 1 september te zien op Disney+.

Bovenstaand artikel is geplaatst in het supportersmagazine Hand in Hand. Leden van De Feijenoorder ontvangen het magazine Hand in Hand automatisch. Ook Hand in Hand ontvangen? Klik hier en sluit je aan bij de officiële Feyenoord supportersvereniging.


Wegdromen bij ‘2002’

Tekst: Boudewijn Warbroek. Foto’s: Piet Bouts archief.

In 2002 bezorgde Feyenoord een compleet nieuwe generatie supporters haar eigen Europese succes. Na de Europacup 1 in 1970 en de eerste UEFA Cup in 1974, werd 28 jaar later het onmogelijke gepresteerd: in een zinderende wedstrijdenreeks werd voor de tweede keer in de clubgeschiedenis de UEFA Cup veroverd. Supporters, maar ook de spelers en technische staf van toen zijn tot op de dag van vandaag trots. Of, zoals Bonaventure Kalou zegt: “Het was als een droom waarin alles samenkwam. We sloten het seizoen af in ons eigen stadion met een grote prijs.”

Op 8 mei 2021, exact negentien jaar na de met 3-2 gewonnen finale tegen BvB Dortmund, verschijnt het boek ‘2002: De Europese helden van Feyenoord’. De auteur, Jesper Langbroek, is zelf geboren in 1996. Maar dit heeft hem er niet van weerhouden om een boek te schrijven waarin het succesjaar op een geloofwaardige manier tot leven wordt gewekt. Voor supporters die het succes van nabij hebben meegemaakt, is het een heerlijk boek om bij weg te dromen; om al die emotioneel doorleefde momenten in het hoofd nog eens de revue te laten passeren. Opeens is de UEFA Cupwinst weer heerlijk dichtbij.

HET DERDE BOEK
Het boek van Jesper Langbroek is het derde dat over het succes van 2002 is geschreven. In 2009 was Hand in Hand-redacteur Gerrit-Jan van Heemst de eerste die het verhaal te boek stelde, in ‘De dag van Pim en Pierre’. Dit boek bood destijds een onthullende blik achter de schermen. Van Heemst legde nauwgezet bloot hoe gespannen de verhouding tussen trainer Bert van Marwijk en de spelersgroep soms was, en hoe bepalend dit bleek te zijn voor het uiteindelijke succes. Van Marwijk hield zelf de touwtjes in handen, maar gaf de spelers in het veld meer vrijheid en ging ook geregeld met de meest ervaren jongens in gesprek. Daardoor ontstond gaandeweg een steeds betere chemie. Drie jaar na Van Heemst publiceerde Jeroen van den Berg ‘Feyenoord 2002, reconstructie van een gouden jaar’. Dit is een eveneens prima geschreven boek, waarin het gehele seizoen stapsgewijs voorbijkomt. Waar Van Heemst hoofdrolspelers interviewde, putte Van den Berg hoofdzakelijk uit bestaande bronnen, waaronder ‘De dag van Pim en Pierre’. Maar dit maakte het boek niet minder aantrekkelijk.

VAN ONO TOT KALOU
Jesper Langbroek heeft gekozen voor weer een andere werkwijze. Hij heeft geprobeerd om werkelijk álle betrokkenen voor zijn boek te interviewen. Dit is grotendeels gelukt. Slechts een handjevol oud-spelers ontbreekt. Chris Gyan werkte om gezondheidsredenen niet mee. Ook Mauricio Aros, Civard Sprockel en Leonardo I ontbreken. Verder komt iedereen aan het woord, van Shinji Ono, Bonaventure Kalou, Brett Emerton, Johan Elmander, Jon Dahl Tomasson en Tomasz Rząsa tot Pierre van Hooijdonk, Paul Bosvelt, Robin van Persie, Jorien van den Herik en Rob Baan. Over twee inmiddels overleden betrokkenen, keeperstrainer Pim Doesburg en materiaalman Carlo de Leeuw, worden door anderen in het boek warme woorden uitgesproken. Behalve bijna alle oud-spelers en mensen van de technische staf, heeft Jesper Langbroek ook diverse supporters geïnterviewd. Toenmalig verzorger Gerard Meijer heeft het voorwoord verzorgd. Hierdoor ontstaat een breed, welhaast volledig beeld van het Europese succes.

HOOGTEPUNT
Alle geïnterviewde oud-spelers hebben één ding gemeen: nog steeds zijn ze onverholen trots op het bereikte resultaat. Voor de meesten is het winnen van de UEFA Cup het absolute hoogtepunt in hun loopbaan geweest. Ook spelers die een relatief kleine inbreng hebben gehad, zijn nog altijd blij dat ze op het veld hebben gestaan. Ferry de Haan, die in de finale vijf minuten voor tijd inviel, zegt in het boek: “Dat ik in de finale weer mijn bijdrage kon leveren, voelde goed. Ik was toch een van de spelers die op het veld mocht staan. Dat is het hoogtepunt van mijn carrière. Een Europese hoofdprijs winnen, dat kunnen er niet veel zeggen.” Leonardo II, die in de uitwedstrijd tegen Freiburg als rechtsback 90 minuten volmaakte: “Eén ding pakken ze mij nooit meer af. Ik heb de UEFA Cup gewonnen.” Dat spelers als Ferry de Haan en Leonardo II aan het woord komen, is een van de sterke punten van het boek. Grote namen als Van Hooijdonk en Bosvelt duiken met enige regelmaat op in de publiciteit, en hebben al meer dan eens hun zegje gedaan over het winnen van de UEFA Cup. Uiteraard mogen zij in een boek als dit niet ontbreken —al was het maar vanwege Pierres beslissende doelpunten en omdat Bosvelt als enige geen minuut miste van de gehele Europese campagne — maar juist de toevoeging van interviews met minder bekende spelers maakt het beeld compleet.

HEEL DANKBAAR
Daarnaast is het knap dat de schrijver in contact is gekomen met oud-spelers als Shinji Ono, Brett Emerton en Bonaventure Kalou. Hoewel zij allang weer in hun geboorteland wonen, respectievelijk Japan, Australië en Ivoorkust, hebben Feyenoord en de supporters nog altijd een warme plaats in hun hart. Zo zegt Shinji Ono, die op 41-jarige leeftijd in Japan nog steeds voetbalt op het hoogste niveau: “Ik wil de supporters bedanken voor de steun die ze mij altijd hebben gegeven. Vanaf het moment dat ik bij Feyenoord kwam, hebben ze mij met open armen ontvangen. Ik kan me de Japanse vlaggen in het stadion nog goed herinneren. Ik ben daar heel dankbaar voor.” In het boek wordt aan de hand van de vele interviews beschreven hoe Feyenoord in 2002 een steeds hechter collectief wordt. In het begin van het seizoen acteert de ploeg wisselvallig, maar gaandeweg wordt zij steeds sterker. Het elftal is een perfecte mix van ervaren spelers en jong talent. De dragende spelers, Pierre van Hooijdonk, Paul Bosvelt, Kees van Wonderen en Patrick Paauwe, hebben een bezetenheid die niet alleen aanstekelijk werkt op ploeggenoten, maar in veel gevallen ook doorslaggevend blijkt te zijn.

BESTE TEAM
Feyenoord stroomde het UEFA Cuptoernooi in na een grotendeels mislukt avontuur in de Champions League. Bosvelt: “Het was een bonus dat we doorgingen in de UEFA Cup. We wisten dat de finale in onze eigen Kuip was, maar niemand hield er rekening mee dat we daar zouden eindigen. Dat kwam gewoon niet in je op. Pas later dat seizoen zou alles op zijn plek vallen.” Bert van Marwijk: “We hebben de UEFA Cup niet gewonnen omdat we de beste spelers van Europa hadden, of het meeste geld. We hadden het beste team.” En assistent-trainer John Metgod: “We werden uitgeschakeld in de groepsfase van de Champions League, daar baalde iedereen flink van. Die teleurstelling hebben we omgezet in de ambitie om zover mogelijk te komen in de UEFA Cup. De groep zette zijn tanden erin en liet niet meer los.”

EIGEN KRACHT
Een van de sterke punten van het seizoen 2001- 2002 was dat Feyenoord zich eigenlijk nooit echt aanpaste aan de tegenstander. Waar mogelijk ging Van Marwijk uit van de eigen kracht van zijn elftal. Daarnaast leunde de trainer deels op zijn ervaren spelers. Kees van Wonderen: “We waren zelfverzekerd en kregen een onoverwinnelijk gevoel. Elke wedstrijd stapten we het veld op met het idee: wie doet ons wat? Dat was heerlijk voetballen.” Edwin Zoetebier: “Normaliter kun je als Feyenoord niet winnen van Inter Milan of Dortmund. Maar wij waren een geoliede machine en een hecht team, dat is een kwaliteit die je niet kunt kopen.”

RECONSTRUCTIE
Hoogtepunt van het boek is een reconstructie van de finaledag, samengesteld aan de hand van citaten van diverse geïnterviewden. Daarin benoemt Pierre van Hooijdonk het thuisvoordeel dat Feyenoord genoot: “De sfeer in het stadion gaf me de hele wedstrijd lang een geweldige energie. Op de tribunes zaten zoveel Feyenoord-supporters. Er was een geel-zwarte zee van Dortmund, maar je kon zien waar die ophield. Vanaf dat punt was het alleen maar Feyenoord. Het heeft ons zeker geholpen. Ik twijfel of we in een ander stadion hadden gewonnen.” Al met al is ook dit derde boek over 2002 meer dan de moeite waard. Wie erbij was, moet het zeker lezen. Voordat je het weet, zit je er weer middenin. En dat is een heerlijk gevoel, veel beter dan de actualiteit van 2021.

Jesper Langbroek ‘2002: De Europese helden van Feyenoord’
Uitgever: Verse Lucht Den Haag
200 pagina’s / 20,02 euro
Verkrijgbaar via webshop.defeijenoorder.nl


Dichtbundel als eerbetoon

Tekst: Boudewijn Warbroek. Beeld: Peter Paul Klapwijk

Als supporter kan je de club op vele manieren eren. Bijvoorbeeld door een wedstrijd te bezoeken, een shirt te dragen, een tatoeage te nemen of een spandoek te maken. De Rotterdamse dichter Mark Boninsegna doet het op zijn geheel eigen wijze: hij schreef een bundel vol gedichten over Feyenoord. “De enige liefde die nooit verloren gaat.”

Mark Boninsegna (1976) is een fanatieke Feyenoord-supporter. Al tientallen jaren volgt hij de club op de voet. Daarnaast is hij dichter. Beide passies komen nu samen in zijn bundel ‘6 motherfucking 2’.

Zoals de titel al meteen duidelijk maakt, heeft Boninsegna zich met graagte laten inspireren door de legendarisch geworden overwinning van 6-2 op aartsrivaal Ajax, in januari 2019. Behalve een gedicht over deze bijzondere Klassieker, is in de bundel ook een reeks fraaie kleurenfoto’s van de wedstrijddag terug te vinden. Deze foto’s zijn afkomstig uit het archief van supportersvereniging De Feijenoorder. De wedstrijdfoto’s zijn gemaakt door Edwin Verheul. Jeroen van Dam maakte rondom het duel beelden vanuit een lichtmast. Mark Boninsegna is als vrijwilliger actief voor de supportersvereniging: hij is redacteur van Hand in Hand.

Rauwe stijl

Lezers van Hand in Hand zijn mogelijk bekend met de gedichten van Mark. Maandelijks schrijft hij een gedicht voor het magazine Hand in Hand. Hij doet dit in een stijl die wel wordt omschreven als rauw.

Ook de inhoud van de gedichten is in sommige gevallen rauw. Mark beschrijft de pure emoties van de tribune en het fanatisme dat voor Feyenoord zo kenmerkend is. De gedichten zijn onmiskenbaar afkomstig van een supporter die zichzelf met hart en ziel aan de club heeft verbonden.

Oud-spelers

In 62 gedichten komt een reeks aan zeer uiteenlopende onderwerpen voorbij. De Kuip krijgt diverse keren een aai over de bol als ‘moeder aller stadions’. De club zelf komt uiteraard ook in diverse gedichten aan bod (‘Holy Feyenoord’), net als een hele reeks oud-spelers, onder wie Julio Cruz, John de Wolf, Henke Larsson, Willem van Hanegem, Wim Jansen, Coen Moulijn, Mario Been en Graziano Pellè.

Kritisch is Mark ook. In het gedicht ‘Feyenoorder voor het leven’ brengt hij een machteloos gevoel onder woorden dat veel supporters zullen herkennen. Luistert de club wel naar de aanhang?

Feyenoorder voor het leven

waar zou Feyenoord zijn
zonder haar supporters
zonder de passie
zonder de kritische blik van het Legioen

dat verder gaat dan liefde alleen
dat verder gaat dan bloedbanden
huwelijken en zondagsmissen
en een bezoek aan schoonouders

protesteren tegen je eigen club
dat doet pijn
dat doet zeer
dat brengt verdriet

een luisterend oor
en begrip is al wat nodig is
zonder gefuck en geouwehoer
maar met respect en gevoel

vergeet daarom nooit

Feyenoorder ben je voor het leven
een bestuurder ben je maar voor even

In de bundel staan gedichten over verschillende periodes in de roemrijke Feyenoord-geschiedenis. Ook gebeurtenissen die de Rotterdamse poëet zelf niet heeft meegemaakt, komen aan bod. Zo beschrijft hij hoe de tranen over zijn wangen lopen als hij beelden ziet van de Europacupwinst in 1970. Ook al was hij op dat moment nog niet eens geboren, de gewonnen finale maakt hem trots. Hij droomt ervan ooit een vergelijkbaar feest te mogen meemaken als toen. En het moment dat die droom uitkomt, komt elke dag een stukje dichterbij, schrijft hij.

Real Madrid

Knap is een gedicht over de berucht geworden thuiswedstrijd tegen Real Madrid, in 1965. Als Coen Moulijn onderuit wordt geschopt en daarop de achtervolging inzet op de dader, ontstaat op het veld een massale schop- en matpartij. Niet alleen het incident zelf, ook het tv-commentaar van Bob Spaak is legendarisch geworden. “Hé Coen, beheers je, alsjeblieft!” Mark heeft het tv-commentaar rond de vechtpartij letterlijk uitgeschreven in dichtregels. En warempel: de door Spaak uitgesproken woorden vormen een bijzonder gedicht.

Hier tegenover staan gedichten over momenten die Boninsegna júíst ten volle heeft meebeleefd. Zoals de supportersreis naar Düsseldorf, waar Feyenoord aantrad tegen Borussia Mönchengladbach, in 1996. Mark was er zelf bij en heeft er nu een gedicht over geschreven. Daarbij komen ook de ruwe kantjes van de legendarische trip voorbij. Het vele drinken, en de Duitsers die door Feyenoord-supporters werden belaagd. Dit was een verlate wraakoefening, zo meent Boninsegna gekscherend, voor de oorlog, voor het bombardement, en voor het plan dat de bezetter destijds had om De Kuip te slopen.

Mark schrijft ook over corona. Ontroerend is zijn gedicht ‘Wanneer?’, over de als gevolg van de lockdown nooit gespeelde bekerfinale van 2020.

Wanneer?

-een gedicht in coronatijd-

het was de dag
dat we op de Coolsingel
hadden kunnen staan

een dag na de bekerfinale
met een kater feestend
schorre kelen zingend
hand in hand de kameraden

het had de veertiende
dennenappel kunnen zijn
en het had ook nog zo veel meer

rood-witte liefdesbaby’s
huwelijksaanzoeken
en onenightstands

maar nee
vandaag sta ik
op een leeg plein
bij De Kuip
met een brok in de keel
en een traan op mijn wang

wachtend op het einde
en een nieuw begin
om samen weer
dat onverwoestbare Legioen te zijn

Mark Boninsegna is erin geslaagd om het ware, pure en ongeremde Feyenoord-gevoel in zijn gedichten onder woorden te brengen. De trots, het fanatisme, de tranen, de harde kant: alles komt voorbij.

Over het incasseringsvermogen van Feyenoord-supporters schreef hij een even kort als treffend gedicht:

Rocky Balboa

Feyenoorders zijn
net als een Rocky-film
ze blijven komen
ondanks alle klappen
die ze krijgen

Hardcover en korting

Exclusief voor leden van supportersvereniging De Feijenoorder is de bundel verkrijgbaar met een hardcover én met 5 euro korting. Deze actie loopt t/m 15 april. Klik hier en bestel deze dichtbundel. Wel lid, maar geen kortingcode ontvangen? Stuur een e-mail naar [email protected] en we sturen de kortingscode toe.

Tot besluit hieronder het allerlaatste gedicht uit de bundel, met een knipoog.

Verantwoording

voor die mensen
die zitten te zeiken

over de titel van deze bundel

sssst

Mark Boninsegna:
‘6 motherfucking 2. 62 onmisbare Feyenoord-gedichten’
118 pagina’s / vanaf 12,50 euro
Uitgeverij Douane
Verkrijgbaar via de webshop van De Feijenoorder


Leden ontvangen in mei de Wim Jansen special

Lidmaatschap

Eigenlijk hoefde het van de hoofdpersoon zelf niet zo, een speciaal boekie van De Feijenoorder. Daar is de Rotterdammer veel te bescheiden voor. Vroeger liet hij liever zijn voeten spreken, tegenwoordig werkt de man, die dit jaar 75 wordt, het liefst in alle rust achter de schermen van de jeugdopleiding. Hij wordt wel eens ‘Stille Wim’ genoemd, maar stil is hij allerminst als het gaat om zijn voetbalvisie en zíjn club, Feyenoord.

De redactie van Hand in Hand vond dat het er tóch van moest komen. Iemand die als tienjarige lid werd van onze club, vijftien seizoenen in het eerste elftal speelde in maar liefst 422 competitiewedstrijden, 31 bekerwedstrijden, 52 Europacupwedstrijden, 2 Wereldbekerwedstrijden en 168 vriendschappelijke of oefenwedstrijden, verdient immers een groot eerbetoon van de supporters. Bovendien nam deze oer-Feyenoorder in 1991, na een roerige en sportief dramatische periode, zijn verantwoordelijkheid en wist Feyenoord onder zijn leiding de KNVB Beker te winnen, wat de ‘ommekeer’ voor onze club betekende. Nadat zijn trotse familie, een echt Feyenoord-gezin, hem min of meer overhaalde, stemde hij er mee in.

In navolging van de specials over Henk Schouten, Cor van der Gijp, Gerard Meijer en József Kiprich verschijnt in de week van 7 mei een speciale uitgave van FSV De Feijenoord over Wim Jansen, een van de grootste iconen van onze club.

Met onder meer een interview met Henrik Larsson – die Wim Jansen ontdekte in zijn Zweden en met wie hij ook als trainer van Celtic werkte – en oud-spelers, onder wie boezemvriend Jan Boskamp over hun teamgenoot of trainer, en natuurlijk zijn levensloop, sportieve hoogtepunten en zijn periode in Amerika. Dat alles met uniek beeldmateriaal uit onder meer het archief van Piet Bouts, in een fraaie vormgeving.

Nog geen lid maar wel de Wim Jansen special ontvangen?
Leden ontvangen de Wim Jansen special automatisch. Nog geen lid? Klik hier en ontvang voortaan ook de unieke specials op je deurmat.