ANP-FOTOGRAAF ED OUDENAARDEN OVERLEEFDE
HELIKOPTERCRASH OP WEG NAAR DE KUIP
TEKST: FRANS REICHARDT * FOTO’S: EDWIN VERHEUL
“Kan je meteen die rotzooi effe opruimen?”, vraagt Ed Oudenaarden als hij opendoet en wijst naar het huishoudelijk afval naast de voordeur. Het ijs is meteen gebroken. De Feijenoorder is te gast bij Rotterdammer Ed Oudenaarden, tot 2010 sportfotograaf voor ANP, het Algemeen Nederlands Persbureau. In zijn rolstoel gaat Ed ons voor naar de woonkamer. Joviaal klinkt het: “Welkom, jongens! Koffie?”.
“Ik ben geboren in Rotterdam, op het Zuidplein, en opgegroeid tussen Sportdorp en Kreekhuizen. Als Feyenoord thuis speelde, werd er bij ons in de straat geparkeerd. Stonden ze effe lekker bij ons tegen de heg te pissen voordat ze naar het stadion liepen. Dan zei mijn vader: “Oh God, daar gaat mijn heg!”
Mijn vader en mijn broer waren Feyenoorders. Zij gingen ook naar De Kuip. Ik niet, gek genoeg. Ik was helemaal niet zo sportminded.”
BLOEMETJES EN BIJTJES
“Toen mijn oudste broer het huis uitging, maakte ik in zijn slaapkamer een dokaatje (doka = donkere kamer om foto’s te ontwikkelen – FR). Ik was 12 jaar en kocht van mijn spaargeld een Praktica fotocamera. Ik ben begonnen met het fotograferen van bloemetjes en bijtjes. De koelkast van mijn moeder gooide ik vol met insecten, want ik had gelezen dat die door de kou traag werden. Dan kon ik ze makkelijker fotograferen.”
PRAKTIJKJONGEN
“Met school had ik niet veel. Op de lagere school ging het nog wel. Er stond in mijn rapport: ‘Ed is snel klaar, maar houdt anderen van het werk’. Ging ik zitten klooien, weet je wel. De verwachtingen waren hooggespannen en ik ging naar het Van Oldenbarneveld Ravenswaard in IJsselmonde, kwam ik in de HAVO/Atheneum-brugklas. Moest ik ineens echt gaan leren. Scheikunde vond ik niks, wiskunde ook niet. Ik begreep niet wat ik daar allemaal mee moest, met die formules. Ik ben een praktijkjongen. Toen ik twee keer was blijven zitten, kreeg ik de keuze: of serieus mijn best gaan doen of van school af. Toen koos ik het laatste en ben ik gaan werken. Eerst als kelner, daarna als verkoper bij Kinorama.”
APARTE VOGELS
“Op mijn 20e zag ik dat Fotopersburo Cor Vos een leerling-fotograaf zocht. Mocht ik bij Cor Vos thuis komen. Hij lag op de bank, keek naar mijn werk en zei: ‘Ziet er niet slecht uit’. Mocht ik sportwedstrijden gaan fotograferen. Wielrennen. Amateurvoetbal. Voor huis-aan-huiskrantjes. Later nam hij me in dienst. Na zes jaar bij Cor Vos ging ik bij het ANP werken. Daar ben ik 25 jaar gebleven. Omdat ik in loondienst werkte, hoefde ik niet van de ene opdracht naar de andere opdracht te vliegen. Als freelancer moet je dat vaak wel. Ik kon ervoor kiezen ergens te blijven hangen als ik dacht nog een goed beeld te schieten. Ik zocht altijd naar dat ene goeie nieuwsmoment. Veel fotografen zijn op zoek naar een mooi plaatje.
Fotografen zijn vaak aparte vogels. Een beetje anarchistisch. Als fotograaf sta je een beetje buiten het leven. Je kijkt ernaar, je observeert, je beschouwt. Dan zie je ook wat voor een poppenkast het is. Dan loop je op Koninginnedag mee met de stoet en dan zie je dat Máxima eerst naar iedereen lacht en zwaait en zodra ze naar binnen gaat, is die glimlach gelijk weg. Dat is leuk om te zien.”
SUPPORTERS
“In 1980 kwam ik voor het eerst als fotograaf in De Kuip. Daarna ben ik er nog honderden keren geweest. Zo’n kolkende Kuip kun je met niks vergelijken. Ik voelde me er altijd welkom. Op een gegeven moment kwam ik er elke week. Supporters leren je dan kennen. Dat kwam wel eens van pas. Toen Erwin Koeman trainer was en de resultaten slecht waren, werd de spelersbus een keer opgewacht bij De Kuip. Teleurgestelde supporters wilden een gesprek met Koeman. Daar stond ik bij. Ik begon niet meteen foto’s te maken. Toen ik op een gegeven moment mijn camera pakte, zei een supporter: “Wat gaan we doen? Geen foto’s, hè!” Een andere supporter zag dat ik het was en zei: ‘Met hem is het goed, dat mag wel.’
Vroeger werd je wel bespuugd. Dan trok je een regenjackie aan en dat zat na de wedstrijd onder de rochels. Het is mij ook wel eens overkomen dat ik tijdens een wedstrijd mijn laptop openklapte en FLATS!, zat er een kroket op mijn beeldscherm. Dan kun je beter niet boos reageren, dus ik heb heel voorzichtig die smurrie van mijn scherm geveegd en verder gewerkt alsof er niks was gebeurd. Gaandeweg is dat afgezwakt en opgehouden.”
CRASH
Het is 27 juni 2010. In de aanloop naar de start van de Tour de France, een week later in Rotterdam, organiseert het Gemeentelijk Havenbedrijf een wedstrijd voor amateurwielrenners: Tour du Port. Het Havenbedrijf nodigt drie fotografen uit voor een helikoptervlucht met als eindbestemming De Kuip. Aanvankelijk zou Robin Utrecht meegaan, maar op het laatste moment krijgt hij van ANP een andere opdracht. Ed is zijn vervanger. Ben Wind en Rob Cloosterman, collega-fotografen, gaan ook mee. Ze stijgen op vanaf Zestienhoven. Boven de Maasvlakte gaat het mis. De helikopter met vijf inzittenden stort neer. Vier inzittenden – Ben, Rob, de piloot en een gemeentevoorlichter van het Havenbedrijf – komen om het leven. Ed is de enige overlevende. Hij breekt zijn bekken, bovenbenen, ribben, zijn kaak en de onderste vijf ruggenwervels. “Die hebben ze met pennen en schroeven weer aan elkaar gezet. Maar die beschadigde zenuwen kunnen ze niet repareren.” Ed houdt aan de crash een gedeeltelijke dwarslaesie over.
SYSTEEMPLAFOND
“Toen ze mij uit de helikopter haalden, was ik bij kennis. De brandweerman die erbij was, heb ik later gesproken en die vertelde dat ik mijn naam wist en dat ik zei dat ik veel pijn had. In het ziekenhuis hebben ze mij acht dagen in coma gehouden om me makkelijker te kunnen opereren. Toen ik na acht dagen ontwaakte, had ik geen idee waar ik was. Ik zag een systeemplafond en dat had ik thuis niet. Ik keek opzij en dacht: ‘Dit lijkt wel een ziekenhuis’. Toen keek ik naar het voeteneind en daar zat mijn familie. Ik dacht: ‘Ik zal toch niet zijn overleden?’. Ik kon niet praten. Er kwam niks uit. Ik kreeg een bordje en daar kon ik teksten op tikken. Dus ik vroeg: wat is dit? Toen werd mij verteld dat ik was neergestort met de helikopter. Ik kon me daar niks van herinneren.”
Na een zware revalidatie probeert Ed nog te fotograferen, maar het gaat niet meer. “Als fotograaf moet je je soms in bochten wringen en in de gekste posities staan, zitten of liggen. Dat gaat niet meer. Bovendien heb ik elke dag pijn. Krampen in mijn benen. Neuropathische pijnen, zo heet dat. Zenuwpijnen.”
COOLSINGEL
Op de vraag of hij nog iets kwijt wil, reageert Ed onmiddellijk: “Ik hoop dat Feyenoord kampioen wordt. Die Coolsingel moet gewoon weer een keer vol staan. Doordat ik op Zuid ben geboren en door mijn vader en mijn broer zit die club ook in míjn hart.”
(Noot van de redactie: de droom van Ed is uitgekomen.)
Ed Oudenaarden (Rotterdam, 1959) werkte 30 jaar als persfotograaf. Hij werkte bij Fotopersbureau Cor Vos en het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP). In 2010 verongelukte de helikopter waar Ed in zat. Ed overleefde de crash en hield er een gedeeltelijke dwarslaesie aan over. Tegenwoordig is Ed fervent handbiker.
Het interview met Ed Oudenaarden stond in supportersmagazine Hand in Hand. Leden van De Feijenoorder incl. Hand in Hand abonnement ontvangen het magazine automatisch 10x per jaar. Wil je Hand in Hand ook ontvangen maar ben je nog geen lid? Word dan nu lid van De Feijenoorder door hier te klikken.