Hand in Hand, januari 2017: boordevol mooie interviews

Leden van De Feijenoorder worden deze week verwend: de vijfde uitgave van Hand in Hand van dit seizoen staat boordevol prachtige interviews. Onder anderen Joop Hiele, Ruud Heus, Pro Shots-fotograaf Kay in ’t Veen, oud-jeugdspeler Roy de Groot (nu theatermaker), de visueel beperkte supporter Anton Kocken en muzikant en Feyenoord-fan Paul de Munnik komen aan het woord. Daarnaast is er een verslag van de reis naar Manchester te lezen.

Buiten de hierboven genoemde interviews had de redactie bijzondere gesprekken met Melina Botteghin en journalist en Feyenoord-watcher Iwan van Duren. Laatstgenoemde kende een opvallende levensloop. Van Duren was een kraker en een linkse activist, maar werkte zich op tot schrijver en watcher van zijn favoriete club: “Ik leef mijn droom. Je moest eens weten hoeveel moeite ik vroeger moest doen om aan kaarten voor topwedstrijden van Feyenoord te komen en nu loop ik met mijn perspas lachend overal naar binnen. In de rust krijg ik nog een kroketje ook. Écht, de cirkel is rond.”

Mooi is het ook het vraaggesprek met mevrouw Botteghin. Melina is duidelijk net zo fanatiek als manlief Eric: “Heb je dat filmpje wel eens gezien van Shakira die een wedstrijd van haar vriend Pique bij Barcelona kijkt? Dat filmpje waarin ze bijna te zenuwachtig is om te kijken? … Zo ben ik dus ook in het stadion. Om haar woorden kracht bij te zetten geeft ze een kleine demonstratie van wat er gebeurt als de bal te dicht bij het Feyenoord-doel komt. Melina, klein, rank postuur, bordeauxrode lippen, high heels en sprankelende blauwe ogen, schiet rechtop van de bank, prevelt met grote ogen ‘Oh my god, oh my god, oh my god’  en laat zich dan met een verlossende zucht weer in de kussens zakken. “Zo dus… Zuid-Amerikaans bloed hè”, verontschuldigt ze zich met een glimlachje.

Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle hoofdleden van De Feijenoorder. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van De Feijenoorder doet u door hier te klikken. Als hoofdlid geniet u naast vele voordelen maandelijks van ons exclusieve magazine Hand in Hand.

Bron: Hand in Hand, januari 2017

Column rood-witte bril: drijfzand

“Wij maken geschiedenis” zegt Feyenoord-president Gerard Hoetmer in Voetbal International van 7 december jl. Zulke stoere taal doet denken aan KNVB-voorzitter Jos Staatsen, die in augustus 1996 bij de lancering van sportzender Sport7 zegt: “We gaan iets nieuws doen”. Enkele maanden later gaat de stekker eruit. Het avontuur heeft dan 175 miljoen gulden (= 80 miljoen euro) gekost.

Wie op zoek gaat naar cijfers die de bouw van een nieuw stadion rechtvaardigen, komt bedrogen uit. De plannen zijn omgeven met vertrouwelijkheid en geheimhouding. Alsof je nieuwbouw niet mág vergelijken met renovatie. Is het misschien omdat Feyenoord City werkt met onrealistische aannames? Dat is bouwen op drijfzand. Is het trouwens wel zo verstandig dat onze voetbalclub gaat speculeren met vastgoed? Schoenmaker blijf bij je leest, denk ik dan. De geschiedenis heeft ons geleerd dat dit al lastig genoeg is.

In VI geeft Hoetmer nergens concrete antwoorden op vragen. Hij zegt: “Heb vertrouwen”, “Wees gerust”, “Geef ons het voordeel van de twijfel”, “Geloof me” en “Mensen moeten ons vertrouwen”. Dat moeten zij juist helemaal niet. Zij moeten kritisch zijn. Vragen om bewijs. Overtuig mensen ervan dat een nieuw stadion voor hun club aantoonbaar beter is dan vernieuwing van De Kuip en zij zeggen juichend ‘ja’. Doe je dat niet, dan zeggen zij ‘nee’. Je kunt niet vragen je zomaar te vertrouwen als er zoveel op het spel staat. We zitten niet in het casino waar je een beetje kunt gokken met de toekomst van deze mooie club. Dit kan de ondergang worden en ja, dan maakt Hoetmer inderdaad geschiedenis, want dan is onze club geschiedenis.

Nog iets: Gerard Hoetmer is een anagram van ‘rot gehamerde’. Geen goed voorteken voor iemand die een nieuw stadion wil bouwen, maar zelfs in een zes pagina’s tellend interview niet kan laten zien wat onze club er beter van wordt.

Deze column van Frans Reichardt staat in de nieuwe uitgave van Hand in Hand, die begin volgende week verschijnt. Frans schrijft zijn teksten in de maandelijkse rubriek ‘Rood-witte bril’. Wilt u het magazine 10x per jaar ontvangen klik dan hier om lid te worden van De Feijenoorder!

Sfeeractie Feyenoord – Vitesse een groot succes!

De Feijenoorder, Opel en de Hartstichting hebben voorafgaand aan Feyenoord – Vitesse een schitterende sfeeractie georganiseerd. Bij opkomst van de spelers veranderde De Kuip heel even in een zee van harten toen duizenden supporters de vellen tijdens de opkomst omhoog hielden.Sfeeractie FeyenoordMaar liefst 38000 vellen zijn voor de sfeeractie gebruikt waaruit 36 harten tevoorschijn kwamen. 30 vrijwilligers zijn 2 dagen aan de slag geweest om de sfeeractie tot een succes te maken.

De actie gaf een prachtig gezicht. Met de sfeeractie hopen De Feijenoorder, Opel en de Hartstichting de actie ‘Hand in hand voor het leven’ aan de laatste 15.000 vrijwilligers voor de reanimatiecursus te helpen, zodat het jaardoel van 170.000 vrijwilligers wordt behaald.

U kunt zich hier direct aanmelden als vrijwilliger van de Hartstichting.

Wilt u toekomstige sfeeracties ondersteunen wordt dan lid van De Feijenoorder.

De vergeten wereld op oude ansichtkaarten

Onzinnige verzamelwoede, of stiekem toch wel een beetje leuk?

Tekst: Rolph Heesakker
Foto’s: Archief Heesakker

Niets is meer zo zeldzaam als het in het pré-internettijdperk leek te zijn. Online marktplaatsen maken duidelijk dat zogenaamd schaarse items helemaal zo schaars niet zijn omdat er 6 tegelijk worden aangeboden, een generatie die gewend was om alles te bewaren sterft langzaam uit en de kleinkinderen willen al die stoffige spullen van opa niet, aangevuld met de mode om je huis steeds leger te maken… het lijken gouden tijden voor de verzamelaar. Maar wie is nog zo gek?! Vrijwel iedere statistiek is online te raadplegen, iedere historie staat al wel op wikipedia of een fansite. Een kast vol naslagwerken is nergens meer voor nodig. De markt voor voetbal memorabilia kent de laatste tijd dan ook een stevige toestroom van oude boeken, en de prijzen zijn al zeker twintig jaar aan het dalen. Uitgaven waar 15 jaar geleden nog voor gevochten werd, waar prijzen richting de vier cijfers gingen, zijn nu binnen een week wel te vinden voor een paar tientjes. De aansporing om toch vooral je kast vol voetbalmemorabilia te zetten, het lijkt een slecht advies. Maar is het dat ook? Of is er iets waardevols aan die dure boeken die ieder jaar een beetje goedkoper worden?

Ansichkaarten

Een verzamelaar scharrelt zijn collectie bijeen, maar waarom? Wat drijft iemand ertoe om op kille, regenachtige zaterdagochtenden naar een gymzaal in een provinciestadje te rijden, om te kijken of op de Smurfenruilbeurs van de plaatselijke goede doelenclub nog een nieuwe aanwinst te scoren valt? Waarom vele euro’s uitgeven op de diverse veilingsites en online marktplaatsen? In essentie maakt het eigenlijk niet uit wat het oog begeert, of er nu voetbalplaatjes gespaard worden, antieke teddyberen of antieke zwartkruit wapens, er zijn een paar universele kenmerken die voor alle verzamelaars lijken op te gaan.

ansichtkaart

Het hebben van een verzameling verschaft meestal voldoening. Er wordt immers over het algemeen iets gespaard dat door de verzamelaar als leuk, mooi of waardevol ervaren wordt. Misschien worden de meeste mensen niet warm of koud van een internationale bierviltjes verzameling, maar de man (geef toe dat moet gewoon een man zijn) die de dozen vol gekregen heeft kan naar alle waarschijnlijkheid urenlang vol liefde en geluk door de obscure vroeg-Gothische bierviltjes uit Uruguay bladeren. Toch is het pure hèbben van de verzameling meestal niet de grootste bekoring van het verzamelen.

Een verzamelaar loopt het water in de mond bij de gedachte, een unieke set volledig te krijgen. Ieder jongetje wilde ergens in zijn jeugd dat Panini-album vol voetbalstickers volledig krijgen. Vele guldens worden stukgeslagen aan nog maar een zakje stickers, en nog maar eentje, en nog één… want het ruilen met alle vriendjes is niet meer succesvol, die ene keeper ontbreekt bij iedereen en dat album moet toch vol! Opgegroeid wordt overgestapt op de zoektocht naar de complete set van alle jaargangen, en ga zo maar door.

Het is niet compleet te krijgen

Naast het streven, de collectie compleet te krijgen, wil iedere verzamelaar zijn of haar handen weten te leggen op de zeldzaamste stukken. Die vooroorlogse tinnen soldaatjes waar er nauwelijks meer van bestaan, de oudste perkamenten geschriften, misprints en vroegtijdig uit de handel genomen Calvé-boekjes: iedere categorie heeft zo zijn pronkstukken waarmee een verzamelaar zich kan onderscheiden van de andere verzamelaars met gelijke interesse. Een collectie die in principe door iedereen verworven kan worden, als de dwaas in kwestie maar voldoende geld neerlegt op de juiste toonbank, dat is geen indrukwekkende verzameling. De zeldzame stukken, daar moet voor gewerkt worden, die moeten opgespeurd, erover onderhandeld, andere items wellicht geruild.

Op deze wereld zijn letterlijk miljarden ansichtkaarten. Ik heb ze niet geteld, maar ik durf te beweren dat er miljoenen verschillende in omloop zijn. Er zijn oude kaarten, nieuwe, mooie, lelijke, ansichten die verzonden zijn en kaarten die nog helemaal mint zijn. Ieder ondernemend persoon met een drukpersje en de rechten op een afbeelding kan zijn eigen ansichtkaarten maken en verkopen. En dat is niet een moderne ontwikkeling, dat is eigenlijk al meer dan een eeuw zo. Het is een relatief eenvoudige handel, er was en is vraag naar onder toeristen en verzamelaars, dus al vanaf de vroegste tijden van de post worden er ansichtkaarten gemaakt, verkocht, verzonden en bewaard.

Twee van de eerder genoemde aspecten van de lol van verzamelen lijken dus geschonden te worden bij het sparen van briefkaarten, zeker als ik filter op het onderwerp voetbal: zeldzaam zijn ze niet echt te noemen, en met het enorm brede aanbod is een volledige set niet eens te bepalen, laat staat na te streven. Natuurlijk zijn er zeldzame voetbalbriefkaarten, meestal hebben we het dan over de vroege periode in Engeland. Probleem is echter, dat daar zo bekend van is dat ze zeldzaam zijn, dat we in een grijs gebied terechtkomen van wat nog verzamelen is, en wat eigenlijk gewoon investeren is in iets waardevols dat hopelijk in waarde gaat toenemen.

ansichtkaart

‘Waardeloze stukkies karton, begin er niet aan!’

Ansichtkaarten, niet de moeite waard dus. Overslaan, die kartonnetjes mogen bijeen verzameld worden door de een of andere niche spaarder die het leuk vindt, en natuurlijk zijn de ansichten een must voor de personen die de illusie koesteren dat ze ooit álles wat verschenen is op het gebied van voetbal of Feyenoord weten te vergaren. Een rijke en diepe collectie opbouwen, daar moeten grenzen voor gesteld, paal en perk gesteld aan wat naar binnen mag, en aan welke onderdelen geen geld, tijd en moeite gespendeerd wordt. Briefkaarten vallen daar door hun niet-zeldzame karakter uiteraard buiten. Nou ja, dat deden ze dus, bij mij. Twintig jaar zijn ze afwezig geweest, een enkel cadeautje hier of daar werd met een vriendelijk geveinsde glimlach aanvaard maar daar bleef het dan ook bij. Maar wat was dat een vergissing!

Alle eerder gemaakte punten blijven staan, laat dat duidelijk zijn. Die rare dingen zijn niet sluitend bijeen te verzamelen, punt. Er worden hier geen standpunten van een pagina geleden ineens weer overboord gegooid (als dat mijn sterke punt was, had ik wel in een managementrol bij een niet nader genoemde Rotterdamse BVO gewerkt). Wat blijkt echter? Het eerste aspect van verzamelen, het hebben van een collectie om door te bladeren, blijkt bij briefkaarten meer dan leuk genoeg om te rechtvaardigen dat je die ansichten naspeurt.

Rotterdam is een mooie stad, al mijn hele leven roepen ze vanachter allerlei trapgeveltjes en stinkgrachtjes het tegendeel, maar wat weten die nou?! Rotterdam is een geweldig mooie stad, en ook nog eens gezegend met een Stadion wat zulke mooie lijnen bezit dat het welhaast onmogelijk is om er een lelijke foto van te maken. Vele foto- en prentenboeken zijn er dan ook gemaakt van zowel stad als stadion. Met een kast vol aan Rotterdam gerelateerde boeken konden die briefkaarten toch nooit een meerwaarde leveren? Prachtig samengestelde full colour albums vol foto’s door professionele fotografen, kunstenaars van grote naam en faam, versus een kartonnetje voor toeristen die voor een piekie en een postzegel naar tante Agaath gestuurd kon worden om te laten weten dat we haar echt niet vergeten zijn. Wat kunnen die kaarten nou nog bieden?

ansichtkaart

‘Ik zat lelijk in mijn piepzak’

De gekke kaarten geven juist een prachtige inkijk in het verleden, juist omdat ze niet mooi en gepolijst zijn. Het is een actiefoto waar eigenlijk niks gebeurt, of een shot van halflege tribunes bij een onduidelijke stand en tegenstander. Ineens kom je een briefkaart tegen waar de oude situatie van de voortribunes duidelijk zichtbaar is. Ongetwijfeld is er in één der vele Kuipboeken ook wel wat over te lezen, maar de verzamelaar krijgt nu ineens spontaan een klein semi-vergeten feitje opgediend, en dat voor een paar euro en een speurtocht. Eddie PG met een beeldje in handen, de keeper herkennen is een eitje, maar waarom dat beeldje? Wat is die prijs, en hoe gaan we daar nu weer achter komen? Een prachtige collage van Rotterdamse grootheden, De Kuip, Zestienhoven, en wat jongetjes met een Feyenoord-vlag. Wie zijn zij? Waar zijn ze nu? Ja, er zit duidelijk ook lol in ansichtkaarten. En dan hebben we het alleen nog maar over de voorkant. Wat gebeurt er als we de kaart omdraaien?

ansichtkaart

De echte verzamelaars van briefkaarten hebben waarschijnlijk het liefst nette, ongelopen kaarten. Logisch, maar als het meer om de inhoud dan om de kaart gaat, zijn de gelopen kaarten véél leuker. Oude postzegels, adressen die niet meer bestaan, en af en toe een heerlijke anekdote. Achterop een mooie oude foto van De Kuip (zie elders op de pagina) bedankt een jongen de ontvanger van de kaart: “Geachte Mijnheer, ik bedank U wel, voor het terugbrengen van de portemonnaie, die ik had verloren. Ik ben daardoor oh zo blij. Ik zat lelijk in mijn piepzak. Vertelt U maar aan mijn vader (geen idee wat hij daarmee bedoelt?) dat ik Maandag mee mag naar dit stadion. Met hartelijke groeten, …” Hoe vaak hoor je nu nog iemand “lelijk in zijn piepzak” zitten, geweldig. Wat ging deze knul überhaupt op maandag 1 september 1947 bij De Kuip doen? Het Eerste van Feyenoord verloor een dag eerder kansloos met 5-3 van Willem II, dus dat was het niet. Maar waarom speelde men die wedstrijd blijkbaar in Breda? En zo blijven de vragen voortrollen, en bladeren we maar door. Het hoekje ‘ansichtkaarten’ is maar langzaam op gang gekomen hier in het archief, maar het is zeker weten een blijvertje!

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

‘Spitsen killen is mijn taak’

Botteghin

Eric Botthegin (29) is bezig aan een ijzersterk seizoen. Samen met Jan-Arie van der Heijden vormt de Braziliaan een granieten duo in het hart van de verdediging. Critici komen soms woorden tekort om zijn spel te loven. “Ik geniet, hiervoor ben ik naar Nederland gekomen.”

Tekst: Gerrit-Jan van Heemst
Foto’s: Edwin Verheul

Gelijk maar de hamvraag: hoe komt het dat jij zo goed speelt dit jaar?
“Vorig seizoen ben ik laat bij Feyenoord gekomen. De voorbereiding was al een tijd onderweg toen ik van FC Groningen werd gekocht. Ik had daardoor geen optimale start en had even nodig om te wennen aan de club, mijn nieuwe medespelers, en ook aan de coach: het is dan altijd even zoeken. Tegen PSV heb ik toen mijn debuut gemaakt en vanaf dat moment is het steeds beter gegaan. Ik ben nu op een niveau dat ik steeds voor ogen had.”

Verbaast het je dat je zo’n sterk seizoen doormaakt?
“Niet echt. Je weet van tevoren nooit hoe het uitpakt, je spel kan elke week anders zijn. Maar ik weet wel dat ik leef als een prof en inmiddels veel geleerd heb in Nederland. Ik speel hier alweer vanaf 2007 en weet inmiddels wat er gevraagd wordt in de Eredivisie.”

Tijdens de wedstrijden van Feyenoord valt vooral jouw enorme duelkracht op. Je bent een grote en sterke kerel die keihard de duels ingaat. Zie jij dat zelf ook als je sterkste wapen?
“Zeker. Ik vind het heerlijk om het gevecht met spitsen aan te gaan. Ik ga de duels altijd aan met zoveel mogelijk overtuigingskracht; ik wil niet dat de spits het gevoel krijgt dat hij iets kan gaan doen. Mijn postuur heb ik wat dat betreft natuurlijk lekker mee. Je drukt mij niet zomaar van de bal af. Maar ik denk wel dat ik een faire verdediger ben die niet over de grens gaat. Ik heb in elk geval altijd de intentie om de bal te raken.”

Oud-Feyenoordspelers als John de Wolf zeggen dat de rol van spelers als jij weleens wordt onderschat. Elke eredivisievoetballer heeft een goede pass, maar een man uitschakelen kan lang niet iedereen.
“Kan ik me uiteraard in vinden. Er lopen veel goede voetballers op de Nederlandse velden rond. Toen ik in 2007 bij FC Zwolle kwam, heb ik echt moeten leren om met de bal het middenveld in te dribbelen. Om mee te voetballen, opbouwend waarde te hebben. Ik vond het leuk om te doen, want voetbal is een spel waarbij er iets gecreëerd moet worden. Maar ik ben mezelf altijd blijven voorhouden dat het voor mij in eerste instantie draait om verdedigen.”

Je hebt de ideale balans gevonden?
“Dat denk ik wel, ja. Opbouwen is mooi, maar de spits killen is mijn taak. Ik laat me niet verleiden om steeds maar mee ten aanval te trekken. Het is al lang geleden dat ik in Brazilië speelde, maar ik heb wel onthouden hoe ze daar tegen verdedigen aankijken. Als de aanvaller niet scoort, heb je het als verdediger goed gedaan. Alles wat je extra kunt doen, is alleen maar meegenomen.”

Botteghin

De wisselwerking met Jan-Arie van der Heijden verloopt uitstekend. Is het een groot voordeel om met zowel een rechtsbenige speler als een linksbenige in het centrum te staan?
“Vind ik wel meevallen. Zoals gezegd is onze eerste taak het houden van de nul. In dat opzicht is coaching en concentratie in mijn ogen belangrijker. Ik heb een goede klik met Jan-Arie, we hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen in het veld. Dat komt zeker omdat we beiden inmiddels al de nodige ervaring hebben, maar ook met de andere verdedigers loopt het prima. Rick Karsdorp en Terence Kongolo zijn nog jong maar verdedigen heel volwassen. Ik denk dat we een defensie hebben die heel geconcentreerd kan spelen.”

Zijn er spitsen die gek van jou worden? Proberen sommigen jou uit de wedstrijd te praten?
“Nee, dat maak ik niet mee. Dat is alweer erg lang geleden. Met Zwolle speelde ik eens tegen Cambuur en Mark de Vries blééf toen maar praten. Ik moest er wel om lachen en haalde m’n schouders op.”

Hoe komt het dat het uit bij Go Ahead Eagles opeens helemaal fout loopt? Zo ontzettend jammer, Feyenoord had vijf punten los kunnen staan.
“Ik weet het niet, maar baalde enorm. Misschien had de doordeweekse trip naar Oekraïne er iets mee te maken. We speelden een zware wedstrijd bij Luhansk waarin we toch vrij diep moesten gaan. Maar dan nog, het is geen excuus voor zo’n zwakke wedstrijd. Vooraf zeiden we ook tegen elkaar dat we niet mochten verslappen. Een scherpe warming-up doen, gelijk er bovenop. Het is erg jammer dat er die dag zo weinig lukte. Maar we moeten er niet te lang bij stilstaan; dat werkt natuurlijk ook niet.”

Over die wedstrijd tegen Luhansk gesproken: je maakte een vreemde beweging toen je die rode kaart kreeg.
(Wijst op zijn oog) “Ik heb hier een week een blauwe plek gehad. Die bal kwam keihard op mijn oog en raakte pas daarna misschien mijn hand. Het was geen strafschop, echt niet. Maar de scheids zag het anders en wij waren er de dupe van. Uiteindelijk mochten we met 1-1 nog best tevreden zijn, denk ik. Het was voor die andere jongens niet makkelijk om zo lang met tien man te spelen.”

Voelde jij je schuldig tegenover je teamgenoten?
“Schuldig is niet het goede woord. Ik kon er echt helemaal niets aan doen. Ik voelde me vooral lullig, omdat ik door dat moment een strafschop veroorzaakte en ook nog met rood weggestuurd werd. Oké, ik had al een gele kaart gehad. Maar ik vond die rare situatie ook geen tweede gele kaart waard. Ik zal nu de uitwedstrijd tegen Manchester moeten missen. Ben ik niet blij mee, om het zacht uit te drukken.”

Voor Manchester-uit ben je voetballer geworden?
“Ja, dat zijn de grote wedstrijden. Van de thuiswedstrijd heb ik ook zo ontzettend genoten. De sfeer, de spanning, het niveau van de tegenstander. Het was best vreemd om plotseling met Zlatan in duel te gaan. Ik moest een paar seconden aan het idee wennen.”

Wat vind jij nu belangrijker: de competitie of de Europa League?
“Ik kan niet kiezen, ik wil altijd alles winnen. Ik ben er niet mee bezig wat ik nu precies wil winnen. Wel moet ik zeggen dat ik erg geniet van de Europa League. Europacupvoetbal is iets speciaals, dat merk ik elke wedstrijd weer. Tegen Luhansk bijvoorbeeld, speelden we in een ander stadion en dat zat nog niet eens vol ook. Maar de sfeer was toch heel apart en juist daarom vind ik het zo jammer dat ik Manchester-uit moet missen.”

Botteghin

Europacupavondjes zijn ook een mooie gelegenheid om belangstelling van buitenlandse clubs te wekken.
“Je staat flink in de belangstelling in Europese wedstrijden. Ik heb het heel goed naar mijn zin bij Feyenoord, maar iedereen vindt het leuk als er naar hem gekeken wordt. Sowieso geniet ik er dit seizoen ontzettend van dat ik zo lekker speel. Ik ben geen type dat gaat zweven maar goed je werk kunnen doen is erg fijn.”

Word je vaak aangesproken door andere mensen?
“Ha, soms hoor ik inderdaad weleens wat. Dan komen supporters naar me toe om te zeggen dat ze tevreden zijn. En elke wedstrijd weer scandeert het hele stadion mijn naam. Ik vind dat zo mooi, dat went gewoon nooit. Ik heb alles gegeven om voetballer te worden. Ik heb mijn vaderland verlaten om bij PEC Zwolle een loopbaan in Europa te beginnen. En dan, jaren later, roepen ruim vijfenveertigduizend mensen je naam. Ik ben daar zo ongelooflijk trots op.”

Johan Cruijff zei altijd dat een voetballer het best maar vroeg vader kan zijn om stabiel te spelen. Jij bent vorig jaar vader geworden. Heeft dat je persoonlijkheid veranderd?
“Ik was nooit iemand die snel rare dingen deed. Maar ik snap zeker wat Cruijff met die uitspraak bedoelde. Ik merk aan mezelf dat ik wat doordachter ben geworden. Heb gevoel van verantwoordelijkheid en denk vaak twee keer na voordat ik iets doe.”

Je bent een echte prof. Daarom mag Rick Karsdorp van jou ook nooit de stad in?
“Ha, dat heb ik inderdaad eens tegen hem gezegd. Hij zat me eens te voeren na een wedstrijd en zei dat hij flink losging in de stad. Onzin natuurlijk, maar ik dacht even dat hij het meende. ‘Thuisblijven jij’, zei ik toen tegen hem. Rick heeft dat toen tegen het AD gezegd en het is een eigen leven gaan leiden. Goede kerel, die Rick Karsdorp. Hij heeft een geweldige toekomst voor de boeg.”

Hij is nu international van Oranje. De nationale ploeg kan ook voor jou niet ver meer weg zijn…
“Dromen mag altijd en ik zou gek worden van vreugde. Maar zolang ik eredivsiespeler ben, is die kans klein. Nederland heeft een prachtige competitie, maar de bondscoach richt zich hier nagenoeg niet op. Neemt niet weg dat de titel hier mij enorm trots zou maken.”

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Het vodje uit de schoenendoos van mijn vader

FSV

De competitie lag stil in het laatste voetbalseizoen van de Tweede Wereldoorlog. Geen voetbal? De club bleef bestaan. Na de capitulatie van de Duitsers op 5 mei 1945 ging men weer aan voetballen denken en na de zomer begon de competitie opnieuw. Feyenoord speelde lang niet in De Kuip. De bezetters vorderden het stadion onder meer als opvang van duizenden Rotterdammers na de grote razzia van 10 november 1944. Alles met goedkeuring van de NSB-burgemeester van Rotterdam, Frederik Ernst Müller. Dit deerde de supporters niet om lid te blijven of worden van hun geliefde voetbalclub. Zo was ook Jan Kindt in dit seizoen lid van de Supporters-Vereeniging “Feijenoord”. Het ingelijste lidmaatschapsbewijs hangt in het kantoor van de FSV. Jan Kindt is overleden, zijn zoon Peter vertelt over het ‘Vodje’ uit de schoenendoos van zijn vader.

Tekst: Peter Kindt en Peter Tetteroo
Foto’s: Feyenoord Supportersvereniging

Het lidmaatschapsbewijs van Jan Kindt
Peter Kindt: “Ergens, aan een muur, in De Kuip hangt een klein ingelijst stukje papier met daarop de naam van mijn vader: Jan Kindt. Het papiertje is zijn lidmaatschapsbewijs uit 1944-1945 .

Hoe belandde dit kleinood ooit in De Kuip?
“Mijn moeder was een vrouw van Rust, Regelmaat en Reinheid. Naast die 3R’s had zij nog een ander motto: orde. In die geordende wereld bij ons thuis, stond ook ergens achterin het dressoir een schoenendoos van mijn vader. In die doos zat tussen de foto’s een klein papiertje. Het was zijn lidmaatschapskaart van Supporters-Vereeniging Feijenoord. Tijdens verhuizingen riep mijn moeder steevast: “Wat moet je met dat ouwe vodje?” Mijn vader mompelde dan: “Ach, leuk voor later, de kinderen vinden het misschien wel leuk.” Na de laatste opruiming bedacht mijn vader dat buurman Wim er wellicht belangstelling voor zou hebben. Wim Pannekoek was (en is) een groots Feyenoord fan en kende binnen de club mensen die zich bezighielden met de clubhistorie en zo belandde dat ‘Vodje’ van mijn vader weer terug in De Kuip.”

Voetballen met kogels in de benen
De lidmaatschapskaart stamt uit 1944, Jan Kindt was 17 of 18. In 1946 kreeg hij op zijn 21ste verjaardag een oproep voor militaire dienst in Indonesië. Daar werd hij tijdens oorlogsacties door beide benen geschoten. Artsen besloten tot amputatie omdat de kogels te diep in het beenmerg zaten om te opereren. Een net gearriveerd Engels chirurgje zag echter wel mogelijkheden en verwijderde acht van de kogels. Twee zaten te diep in het merg en die liet de chirurg noodgedwongen zitten. Zijn advies na de operatie was: ‘Ga voetballen dan schoppen ze die kogels er vanzelf wel uit’. Peters vader volgde het advies nog in Indië al op.

FSV

Peter Kindt: “Later beweerde mijn vader dat hij in het Nederlands Militair Elftal had gespeeld. Of dat in die jaren bestond, betwijfelde ik als kind al. Eenmaal terug in Nederland, bleef hij voetballen. Hij werd in het begin van de jaren ‘50 lid van BVCB in Bergschenhoek. Dertien jaar speelde hij in het eerste en in 1954 vierden ze zelfs een kampioenschap. In de jaren zestig gingen er in Berkel stemmen op om naast het grote (katholieke) TOGB een tweede voetbalclub op te richten, dat werd CVV (Christelijke Voetbal Vereniging) Berkel. Mijn vader was een van de oprichters en speelde daar ook nog enige jaren in het eerste. Zelf mocht ik op mijn elfde bij de pupillen van CVV Berkel, met dispensatie van de KNVB omdat ik nog geen 12 was. Ik speelde linksbuiten in de C1.”

Jan, hebbie zin in Feijenoord?
“Mijn vader werkte bij de Gekro in Rotterdam. Directeur Rien de Kroes woonde in Berkel en bezat vaste plaatsen op de eretribune in De Kuip. Als Rien geen zin had om zelf naar De Kuip te rijden, belde hij op zondagochtend mijn vader: ‘Jan, hebbie zin in Feijenoord? En neem die jongen (ik) ook mee.’ Zo zaten we dan diezelfde middag op de eretribune. Op de Gekro hadden ze een bedrijfselftal dat op zomeravonden in een ‘wilde’ competitie speelde. Ik speelde in een kroegelftal een paar keer tegen mijn vader. Als een namaak Coen Moulijn probeerde ik hem dan te poorten en te dollen. Als een pitbull stond hij elke keer weer voor mijn neus en belandde ik, zoon of niet, na een tackle à la Theo of Rinus verkreukeld over de zijlijn.”

Rare kromme gozer
“Mijn vader en ik hadden naast Feyenoord ook een zwak voor Xerxes. Daar liep een rare kromme speler op het middenveld te rauzen als een beest en te passen als een biljarter. Een pik met enkels van pap, de motoriek van een bejaarde en de snelheid van een postbode. Maar wat kon die gozert voetballen. Dat hij ooit het beste middenveld uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis met Wim Jansen en Frans Hasil zou vormen, wisten wij nog niet. Niemand kon bevroeden dat hij met Feyenoord op 6 mei 1970 in Milaan dat ding met die grote oren voor Rotterdam ging pakken.”

FSV

Liefde voor Feyenoord
“Mijn ouders groeiden op in bittere armoede. Sport bestond eigenlijk alleen voor een handjevol rijken. De ‘gewone’ man keek naar sport. Zo ook mijn vader. In zijn jeugd fietste hij vanuit Berkel en Rodenrijs elke twee weken met vrienden naar Rotterdam-Zuid voor Feijenoord. Hoewel mijn vader een Feijenoorder in hart en nieren was, liet hij dit thuis zelden merken. Bewijs is misschien dat hij aan zijn baas door de telefoon bij mijn geboorte op 6 november in 1955 alleen liet weten: ‘We hebben een nieuwe Coen’. Ik was weliswaar ook een linkspoot en daar eindigt ook meteen elke overeenkomst met de grootste, kleine man van zijn Feijenoord en mijn Feyenoord.”

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Van het bestuur, december 2016

Hand in Hand, Van de Bestuurstafel Logo

Elke maand verschijnt in het officiële Feyenoord Magazine van de Feyenoord Supportersvereniging: Hand in Hand dit artikel. Hier brengen wij de leden van de FSV op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen rond de vereniging. Zo steken wij veel tijd in het behartigen van de belangen van Feyenoord supporters en onze leden in het bijzonder. Wij voeren gesprekken met vele partijen en doen hieronder daarvan kort verslag.

Stuurgroep op de Stip

Op 24 oktober vond een bijeenkomst plaats met de naam Stuurgroep op de Stip. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door de Gemeente Rotterdam. Zij hebben zich opgeworpen om deel te nemen aan een pilot van de KNVB. Deze pilot moet eraan bijdragen dat in 2020 voetbal meer toegankelijk, veilig en gastvrij is en wedstrijden in een goede ambiance worden afgewerkt. De vereniging is door de gemeente gevraagd deel te nemen aan de organisatie van de bijeenkomst. Bij de organisatie waren meer partijen betrokken, namelijk de Politie, directie Veiligheid, het Openbaar Ministerie en Feyenoord/Stadion. De inschrijving was vrij, uiteindelijk kwamen er zo’n 80 supporters, waaronder een deel van de Feyenoord Supportersraad. De club werd vertegenwoordigd door de directie. De presentatie van de avond lag in handen van Jan-Dirk Stouten.

De bijeenkomst werd gefaciliteerd door Buzzmaster, iedereen kon reageren op stellingen of vrije teksten invoeren via de smartphone. De avond begon met een aantal stellingen, onder andere over vuurwerk. Hieruit bleek dat de aanwezigen vinden dat vuurwerk thuishoort in de voetbal cultuur, maar als dit niet mogelijk is door regelgeving er gezocht moet worden naar oplossingen, waarin dit gereguleerd en professioneel wordt geregeld en hier ook vergunning voor wordt verkregen. Bij de stellingen was de sfeer goed. Veel supporters gaven aan te hopen dat Feyenoord in de Kuip kan blijven voetballen, de clubcultuur behouden blijft en dat de unieke sfeer behouden blijft. Op de vraag of hooligans harder moeten worden aangepakt was de respons uit de zaal argwanend. Een hoop supporters zijn bang dat de goedwillende supporter vooral de dupe zal zijn.

In het tweede deel van de avond werd er een discussie gevoerd tussen de aanwezigen in de zaal en een aantal personen die allen een verantwoordelijkheid hebben in wedstrijdorganisatie: Ahmed Aboutaleb (burgemeester Rotterdam), Eric Gudde (Feyenoord), Frank Paauw (Korpschef Politie Rotterdam-Rijnmond), Marc van Nimwegen (hoofdofficier), André Vervooren (Directie Veiligheid) Jan van Merwijk (directeur Stadion Feijenoord) en Wim van Merkensteijn (voorzitter Feyenoord Supportersvereniging). Bij de discussie was de sfeer toch duidelijk een stuk minder vriendelijk dan zoals deze begon. Diverse supporters zijn niet tevreden over hoe de club omgaat met haar achterban. Wat hierin wederom naar voren kwam zijn de afspraken van 15 december 2013. Hierin maakten supporters en club een aantal afspraken. De supporters zijn nog altijd in afwachting van invulling daarvan.

De slechte verhouding tussen Feyenoord en het fanatiekere deel van de achterban kwam deze avond duidelijk weer aan de oppervlakte. Dit is iets dat burgemeester Aboutaleb zeer vervelend vindt. Hij roept dan ook de club op om weer in gesprek te gaan met hun fanatieke achterban en invulling te geven aan de gemaakte afspraken. Genormaliseerde verhoudingen schelen hem politie-inzet, maar zijn ook een voorwaarde om stappen te kunnen zetten bij de realisatie van een nieuw stadion.

De burgemeester vindt dat Feyenoord niet langer moet treuzelen om de verhoudingen langer te laten zijn zoals nu het geval is. Hij gaf aan in het eerste kwartaal van 2017 opnieuw bij elkaar te willen komen en hierover verder te spreken.


Staan op de trappen

Onlangs heeft de club gesproken met een delegatie van supporters van vak S over het staan op de trappen. In het overleg is gesproken over de reden waarom men graag op de trappen staat. Deels is het een ingesleten traditie die jarenlang gedoogd is, maar ook zijn sommige vakken tijdens sommige wedstrijden vol. Dit komt doordat er meer supporters op het vak komen dan er plaats voor is. De club heeft beloofd serieus onderzoek te doen naar de realisatie van staanplaatsen, om de wens van de supporters in te willigen. Bij het overleg waren nog geen vertegenwoordigers van de supportersvereniging(en) aanwezig. Met de club is afgesproken dat wij aanhaken voor het vervolg van het traject.


Fusie met Vereeniging de Feijenoorder

Momenteel ronden we het formele deel van de fusie af. Zo moeten de nieuwe statuten, het fusieplan en de notulen van de gehouden BALV’s worden gedeponeerd bij de notaris. Volgende stappen die we gaan zetten zijn een nieuw logo en huisstijl. Ook worden websites en social media accounts binnenkort samengevoegd. En ook moet er een beleidsplan komen. Hierin wordt onze missie, visie en strategie beschreven. Dat geeft houvast aan bestuursleden, vrijwilligers en medewerkers, iedereen weet daarmee wat onze doelen zijn en hoe we die willen bereiken.


Supportersreizen

fb_img_1478185218048Odessa
Naar alle drie de Europese uitwedstrijden heeft de supportersvereniging een reis georganiseerd. Naar Istanboel hadden wij een aantal stoelen op een lijnvlucht beschikbaar met een overnachting. Voor de reizen naar Odessa en Manchester hebben wij een eigen vliegtuig gereserveerd, zoals we dit eerder ook naar Rome deden.

Wij denken dat we met het aanbieden van supportersreizen een meerwaarde bieden voor supporters. Wij zijn de enige partij die dagcharters kan bieden, mits we verwachten dat we het vliegtuig in voldoende mate kunnen vullen.


Feyenoord Supportersraad

De FSV heeft onlangs afgesproken met de raadsleden dat ze meer en frequenter om tafel te gaan en te praten over de gang van zaken rondom de club. Dit doen we om hun kennisniveau te verhogen en bij hen het gevoel van betrokkenheid te verbeteren. Voorafgaand aan de wedstrijd tegen Heerenveen is hier direct invulling aan gegeven.
Momenteel wordt er geworven op de vijf vrijgekomen plekken in te vullen. Er zijn tientallen reacties binnengekomen van geïnteresseerde supporters.


Supporterscollectief Nederland

Supporterscollectief logo

Zondag 13 november was een bijeenkomst van Supporterscollectief Nederland in het supportershome van Vitesse. Ook onze vereniging was hierbij vertegenwoordigd. Er werd een presentatie gegeven over veilig, gastvrij en toegankelijk voetbal. Ook hebben de supportercoördinatoren van NAC en Vitesse hun visie op supportersbeleid gegeven. Bij het komende congres in maart moet een bestuur worden gevormd zodat het supporterscollectief echt een formele entiteit kan oprichten.

De Feyenoord Supportersvereniging is een van de initiatiefnemers van dit collectief. Het Supporterscollectief Nederland behartigt de belangen van alle voetbalsupporters in Nederland. Het doel is dat elke supporter, van fanatiek tot iemand die incidenteel een wedstrijd bezoekt, het voetbal kan beleven op de manier die hij/zij wil.


Speciaal voor alle niet-leden van de Hand in Hand hebben we hieronder dit kleine stukje uit het magazine online gezet in PDF vorm. Laat uzelf informeren. Wordt lid van de Feyenoord Supportersvereniging!

[button color=”” size=”large” type=”” target=”_blank” link=”https://www.defeijenoorder.nl/wp-content/uploads/2017/01/HiH-4_bestuurstafel.pdf”]Hand in Hand, december 2016 – Van de bestuurstafel![/button]

HIH, december 2016: Berghuis, Botteghin, Kuyt en prachtige historie

voorpagina-hih-dec-2016

Dit weekend ploft hij op de mat bij leden van de Feyenoord Supportersvereniging: de vierde uitgave van Hand in Hand van dit seizoen. Ideaal leesvoer tijdens dit koude weekend. Het magazine is ditmaal gevuld met onder meer een interview met Dirk Kuyt over zijn foundation, gesprekken met Eric Botteghin, Steven Berghuis en Andrea Tapia, een reisverslag uit Odessa en prachtige historische verhalen.

Berghuis praat in zijn interview vol lof Feyenoord: “Ik ben bij een prachtige club terechtgekomen. Feyenoord leeft ontzettend en ik krijg hele leuke reacties. Als ik uit de spelerstunnel kom, zijn de supporters positief over me. ‘Kom op Berghuis, laat wat zien Berghuis!’ Het is natuurlijk schitterend om voor een volle Kuip te spelen. Helemaal wanneer je scoort geeft dat een heerlijk gevoel. Zoals tegen Excelsior, toen ik lekker op dreef was. Mijn vriendin had het na die wedstrijd over de sfeer. Ze heeft al veel stadions gezien, maar zoals hier is het nergens.”

Verder: Eddy Pieters Graafland, het derde boek uit de trilogie van Jan Oudenaarden, Feyenoord-fotograaf John de Pater, een ‘vodje’ uit een schoenendoos dat een prachtig Feyenoord-relikwie bleek te zijn, oude ansichtkaarten, Feyenoord-vrijwilliger Mo Nouhaili en een verhaal over het bezoeken van uitwedstrijden.

Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging doet u door hier te klikken. Als lid geniet u naast vele voordelen maandelijks van ons exclusieve magazine Hand in Hand.

Bron: Hand in Hand, december 2016

Op zoek naar Lars Elstrup

Elstrup

Lars Elstrup ging de Feyenoord-geschiedenis in als de zoveelste spits die niet de nieuwe Ove Kindvall bleek. Hij werd niettemin Europees kampioen en scoorde in Engeland evenveel goals als Gary Lineker. Daarna raakte hij depressief, meerdere keren en steeds erger. Twee maanden geleden rende hij ineens naakt over het veld tijdens een Deense Eredivisie-wedstrijd. Hoe is het met Lars Elstrup? Op zoek naar de Deense spits.

Tekst: Mark Lievisse Adriaanse
Foto: Piet Bouts

“Lulstrup”, noemden sommigen Feyenoord-fans de Deense spits. Wat Lars Elstrup bij Feyenoord te zoeken had, ze hadden geen idee. En Lars Elstrup zelf trouwens ook niet. Het team waar de introverte Deen, een voormalig bankbediende, in 1986 in belandt is een groep van gestaalde en geharde profs, Rotterdamse jongens die van uitdelen houden. Op trainingen delen gasten als Sjaak Troost elleboogstoten uit. Idiote supporters gooien twee stenen door de ruiten van zijn huis en prikken de banden van z’n auto lek.

Het begon allemaal nog goed: twee goals tegen Santos tijdens het AD-toernooi, Feyenoord door naar de finale, drie goals in de eerste vijf competitiewedstrijden. Maar na twee seizoenen, 65 wedstrijden en slechts negen goals keert de doodongelukkige Elstrup terug naar Denemarken, naar Odense BK. Na een razend succesvolle comeback – 17 goals in 18 wedstrijden – wacht het Engelse Luton Town. Met 850.000 pond is hij er meteen de recordaankoop.

Ook in Luton lacht het leven Elstrup niet toe. Al bij aankomst twijfelt hij: wat een treurige, grauwe stad. Maar hij tekent er en scoort vijftien goals – dat seizoen evenveel als Gary Lineker – en houdt Luton in de First Division, dan de hoogste Engelse divisie. Toch keert hij terug naar Denemarken, terug naar huis. Bij Odense BK doet hij het zo goed dat hij, even verrassend als de Deense kwalificatie voor het EK na de diskwalificatie van Joegoslavië zelf, geselecteerd wordt voor het EK in Zweden.

Wat er in Zweden gebeurt is bekend. Het Deense elftal wordt tegen alle verwachtingen in Europees kampioen. Elstrup scoort de beslissende goal tegen Frankrijk, waardoor de Denen doorstoten naar de halve finales. Denemarken juicht, maar Elstrup kan er niet van genieten. Na nog een jaartje bij Odense BK stopt hij verrassend.

Demonen en depressies
Elstrup raakt zwaar depressief, sluit zich aan bij een anarchistisch-boeddhistische sekte. Soms dwaalt hij door Kopenhagen, bedelt wat, laat als dank z’n lul zien. Hij wordt in Londen gesignaleerd, naakt. Hij verlaat de sekte weer als hij z’n hond niet meer mag zien en ligt jarenlang in bed. Alleen, zielsongelukkig, met een mes naast z’n bed om desnoods z’n polsen maar door te snijden. Z’n mensenschuwheid weerhoudt hem ervan een pistool te kopen om zichzelf door het hoofd te schieten.

Een bezoek aan een guru in 1999 verandert zijn leven. Althans: soms is Elstrup een tijd gelukkig. Dat duurt dan een paar jaar, waarin hij zich een nieuw mens voelt maar voor velen onnavolgbaar blijft. Dan ineens kantelt alles weer, sluit Elstrup zichzelf soms maanden op een kleine kamertjes in verlaten Deense dorpjes, loert de zelfmoord meer.

Iedereen praat altijd over Lars Elstrup. Maar wat zegt hij zelf?

Contact met Elstrup is lastig. De Nederlandse journalist Wiep Idzenga reed voor Hard Gras in een busje door Denemarken. Hij vroeg bij vrienden, bekenden, ex-teamgenoten waar Elstrup was. Niemand die het wist. Toen Idzenga hem uiteindelijk traceerde, in het ouderlijk huis, speelde hij dagen achter elkaar alleen maar online poker. Veel geld gewonnen, snel alles weer verloren. Maar ook nu: geen interview. “Hij verontschuldigde zich, maar wilde echt niet praten”, zegt Idzenga.

“Dankbaar voor mijn jaren in Nederland”
Elstrup te pakken krijgen? Het lijkt onmogelijk. Hij laat zich maar sporadisch interviewen. Het zijn spraakmakende interviews, dat wel. Aan het begin van deze eeuw laat hij zich voor het Deense BT portretteren als vrouw. De nieuwe Lars Elstrup: vrouwelijk, zacht. In 2002 interviewt Feyenoord TV hem nog. Daarna is het jarenlang stil. Tot 2012, als hij, wederom aan BT, een indringend interview geeft. Hij is – voor de derde keer – uit een zware depressie gekomen.

Maar daarna: weer stilte.

Via Facebook kom ik wél in contact met Elstrup. Het wordt zijn eerste interview sinds 2012. Hij is in India, bij z’n guru en diens ashram, een gemeenschap. Sri Ganapati Sachchidananda Swamiji hielp Elstrup elke keer weer uit depressies. En nu ook uit de Deense gevangenis, is de bedoeling. “In augustus heeft de rechtbank in Odense me veroordeeld tot zestig dagen in de gevangenis, maar dat is omgezet in een taakstraf van tachtig uur”, zegt Elstrup. “Ik moet een jaar uit de problemen blijven. Op dit moment ligt er een nieuwe zaak bij de politie in Odense. Een vrouwelijke automobilist heeft een aanklacht ingediend voor schade aan haar auto. Ik denk dat dit weer tot een rechtszaak gaat leiden en als ik veroordeeld word moet ik achter de tralies.”

De spits die Denemarken mede aan de Europese titel hielp in de bak; het zou wat zijn. Elstrup kijkt inmiddels tevreden terug op zijn voetballoopbaan – en verrassend genoeg ook op z’n tijd bij Feyenoord. “Ik realiseer me nu dat ik een hele goede voetballer was en fantastisch was in het lezen van de wedstrijd. Het verleden is voorbij en nu koester ik de vele mooie ervaringen. Ik ben dankbaar voor mijn twee jaren in Nederland. Ik herinner m’n verleden met vreugde en veel vreugdevolle momenten. Het mens dat ik destijds was, was niet sterk genoeg om te kunnen omgaan met de Nederlandse mentaliteit, want ik ben een erg zachte en beleefde ziel.”

Idzenga erkent dat. “Lars Elstrup is een hele lieve, aardige man. Bij Feyenoord kwam hij voetballers met ballen tegen. De harde voetbalwereld heeft hem niet geholpen. Hij vecht al z’n hele leven tegen demonen uit z’n jeugd, toen hij zich niet vrij voelde.”

Naakt
In de bergen van India probeert Elstrup tot rust te komen. Hij stuurt foto’s en een filmpje van de muziek. “Ik ben druk bezig mezelf als guru te vestigen”, zegt hij. Het is een levensstijl die onverenigbaar zou zijn geweest met zijn voetballoopbaan, erkent Elstrup. Het lijkt een lastige manier van leven, in volle toewijding aan het geloof, maar dat is het volgens de ex-spits juist niet. “Elke dag kijk je met nieuwe ogen en een nieuw bewustzijn naar de wereld. Het confronteert iedereen. Beslissingen en actie nemen het over van geruzie en eindeloze gediscussieer. Dan wordt de wereld mooi.”

Eindelijk is de wereld weer mooi voor Elstrup. Eind vorig jaar kwam hij uit z’n laatste depressie. “Ik stopte met voetballen op 30 juni 1993. Toen was ik 30, nu ben ik 53. Twaalf van die drieëntwintig jaar zat ik zwaar depressief met dichte gordijnen in een klein kamertje. Vier keer, elke drie jaar. De afgelopen elf jaar heb ik gezocht naar spirituele groei, zelfverwezenlijking, God, eeuwige waarheid.” Dat hij twee maanden geleden ineens naakt over het veld rende tijdens de Deense Eredivisie-wedstrijd Randers FC – Silkeborg IF was “een boodschap aan de wereld”, aldus Elstrup. Klopt, zegt Idzenga, maar het “zijn ook pogingen om los te komen van zijn psychische gesteltenis, van zijn jeugd.”

Er wordt vaak gelachen over Lars Elstrup. Hij verschijnt in lijstjes met rare voetballers, geniale gekken, spelers die na hun carrière diep zonken. Er wordt dan verwezen naar de tijd dat hij naakt door Londen liep, of in Kopenhagen dagenlang middelvingers op stak naar voorbijgangers. Of Elstrup wordt neergezet als hét symbool van de zware tijd waarin Feyenoord eind jaren tachtig zat. Wat een tijden, als er zelfs zó een idioot gekocht werd. Onterecht, zegt Idzenga. “Hij was geen miskoop”, zegt Idzenga. “Dat is iemand die niet kon voetballen. Lars Elstrup kon echt goed voetballen. Maar de gekte die er al in hem zat, is er mede door de harde voetbalwereld uit gekomen.”

Een uitgebreider interview met Elstrup verscheen eerder op Vicesports.nl

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Op de bank met Adrie Moulijn

Adrie Moulijn

In januari is het vijf jaar geleden dat haar man overleed. Haar grote liefde Coen Moulijn verdween uit haar leven, maar Feyenoord bleef. “Ik heb er veel steun aan.”

Tekst: Ellen Mannens
Foto’s: Hélène Meulstee, privé archief

“Jongens, nemen jullie cake”, zegt Adrie Moulijn, terwijl ze een schoteltje met een paar goeie plakken cake naar voren schuift. We zitten op de sofa in het appartement waar ze ooit met Coen introk. Het panoramaraam hier op de achtste verdieping biedt uitzicht over de Maas en natuurlijk de Kuip. ”Maar dat is toeval hoor”, zegt Adrie. ”Het is wel mooi als de lampen aan staan. Dat zag ik pas voor het eerst toen het Nederlands elftal moest spelen. Anders zie ik dat nooit, want ik zit zelf in het stadion. Mensen vinden het vreemd als ik er een keer niet ben.”

Die eerste keer naar het stadion na het overlijden van haar lieve Coen, dat was het moeilijkst. “Het was ineens heel alleen binnenkomen. Maar ik ben wel meteen vanaf de eerste dag gegaan. Daar ben ik blij mee, want ik heb er veel steun aan. Het gemis blijft, maar het geeft ook een warm gevoel. Ik kijk nog steeds voetbal in businessunit ‘t Oude Noorden, daar kan ik mezelf zijn.”

Adrie Moulijn

Adrie Moulijn, 34 jaar was ze samen met Coen Moulijn. Onafscheidelijk. “We kregen pas iets toen hij al was gestopt met voetballen, maar natuurlijk was er altijd wel iets te doen rond voetbal waarvoor hij werd uitgenodigd. Dan had ik de hele dag in de kledingzaak gewerkt en was ik moe, maar kleedde ik me toch weer om als hij vroeg of ik meeging.”

Toch komt de liefde van Feyenoord in eerste instantie niet van Coen. De Feyenoordliefde zat er al veel eerder in bij Adrie, die opgroeide in Zeeland. “Ik kom van Tholen, waar Bart Nieuwkoop nu woont. Mijn ouders waren schippers, dus ik woonde bij mijn oma. Zij ging nooit naar voetbal, ik daardoor ook niet. Maar het leefde wel heel sterk in Zeeland. Ieder weekend vertrokken ze met bussen tegelijk naar Rotterdam voor Feyenoord. Dus ik was ook voor Feyenoord.”

Op haar achttiende volgden de eerste wedstrijden in de Kuip. Samen met twee vriendinnen. Maar uiteindelijk was het wel Coen Moulijn die haar vaker naar het stadion kreeg. “Mijn ex-man werd etaleur in zijn kledingzaak. Coen nodigde ons regelmatig uit en we waren natuurlijk bij zijn afscheidswedstrijd.”

Samenwonen
Het leven ging ondertussen verder. Adrie begon met haar toenmalige man een camping op Tholen. Het contact tussen de echtparen bleef. Maar het leven kan soms anders lopen dan je van tevoren bedenkt. “Mijn man en ik gingen uit elkaar. Ik had werk nodig en kon parttime aan de slag bij Coen in de zaak. Ook zijn huwelijk was misgelopen. En geheel tegen onze verwachting in, woonden we na een half jaar samen.”

Of ze nog mooie foto’s heeft van die tijd? Adrie moet even nadenken. Aan de muur hangen oude foto’s van Coen als speler, een krantenpagina over Coen, maar geen trouwfoto. Die zitten in een dik album, gemixt met foto’s van Coens vijftigste verjaardag en dubieuze foto’s van zijn oud-Feyenoord en -oranjecollega’s die een act doen voor hun voormalig ploegmaatje. De mix van foto’s in dit album is geen toeval. “We hebben ons trouwfeest gevierd op de dag dat Coen vijftig werd.”

Een slimme zet van Coen, zo zou later blijken. “Hij vroeg me op een dag dat er een filmploeg zou komen voor zijn verjaardag. ’s Ochtends moest hij nog even de deur uit. Dat deed hij wel vaker, even een visje halen bij Schmidt. Maar nu kwam hij ineens terug met een plateau met kaviaar en champagne. ‘Is dat voor die journalisten?’, vroeg ik nog. Maar hij wilde me ten huwelijk vragen. Hij wist dat er voor zijn vijftigste verjaardag een feestje in het Stadhuis was geregeld. Hij hield niet zo van al die aandacht, dus als we die dag ook ons trouwfeest zouden vieren, zou de aandacht niet zo veel op hem gericht zijn.”

Moulijn

Tante Adrie
De poes komt ondertussen even snuffelen aan de foto’s die verspreid over de grond liggen. ”Het is de poes van Raymond”, zegt Adrie. De zoon van Coen Moulijn die drie maanden voor zijn vader overleed. De grootste angst van Coen, zijn zoon overleven, werd daardoor de waarheid. “Tante Adrie noemde hij me altijd”, zegt Adrie. “Ik ken hem al als klein jochie. Hij kwam ook bij ons op de camping.”

Raymond is er niet meer en in januari is het vijf jaar geleden dat Coen Moulijn overleed aan de gevolgen van een herseninfarct. Naast de poes van Raymond is het enige dat is gebleven Feyenoord. Daarom gaat ze nog steeds iedere wedstrijd en is ze nog net zo fanatiek. “Willem van ’t Wout (boezemvriend van Coen Moulijn en eigenaar van businessunit ’t Oude Noorden, red.) moet altijd om me lachen. ‘Denk om je hart’, zegt ’ie als het spannend wordt op het veld. En na de wedstrijd altijd even naar het spelershome. Kreijermaat en Guus Haak zitten altijd op hetzelfde bankje en je weet al wat ze gaan zeggen, dus meestal begin ik: ‘Toen jullie voetbalden was het beter hè’, zeg ik dan. Coen vergeleek het spel niet. ‘Je moet aan deze tijd denken, niet aan onze tijd’, zei hij dan.”

Gastvrouw
Misschien is het daarom ook wel extra mooi dat Adrie werd gevraagd gastvrouw te worden op Varkenoord. “Als het tweede moet spelen op maandagen ben ik gastvrouw in de bestuurskamer. Heel leuk om te doen, want zo maak je ook kennis met al die jonge spelers en zie je mannen als Makaay weer eens. En het past bij me. In de winkel hielp ik ook altijd mensen…. Willen jullie nog iets anders drinken trouwens?”

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.