“Ik hoef het niet te zien om te weten hoe Feyenoord leeft”
Elke wedstrijd komen er 45.000 mensen naar De Kuip om hun cluppie te zien spelen. Met ieder zijn of haar eigen bijzondere verhaal. Zo ook de jonge Anton Kocken. Hij is een trouwe Feyenoord-supporter. Elke wedstrijd schreeuwt, zingt en moedigt hij zijn Feyenoord-helden aan. Ondanks dat hij blind is, wil hij geen enkele wedstrijd missen in De Kuip. En niet op de blindentribune met een liveverslag. Nee, Anton kiest ervoor om op vak S te zitten. Daar waar de sfeer op haar best is.
Tekst: Ilona van der Werf
Foto’s: Ilona van der Werf & privéfoto’s van familie Kocken
Ik spreek met Anton Kocken, enkele dagen na de laatste Feyenoord-wedstrijd van het jaar 2016. Samen met zijn ouders en broertje komt hij naar Varkenoord. Vader Ronnie: “We hebben besloten om er een leuk dagje van te maken. Gezellig met het hele gezin naar Rotterdam toe.” Van de familie uit Brabant zijn vooral Ronnie en Anton trouwe Feyenoord-supporters. Met zijn tweeën gaan ze dan ook vaak naar De Kuip toe. Want in het Feyenoord-stadion, daar voelt Anton zich helemaal thuis.
“Hij denkt aan Feyenoord als hij opstaat en hij gaat ermee naar bed”
“Het gaat lekker met Feyenoord”, begint Anton enthousiast. “We staan bovenaan. En dat gelijke spel tussen Ajax en PSV was lekker meegenomen zo vlak voor de winterstop. Vijf punten los is mooi, maar het had veel meer moeten zijn”, blijft Anton kritisch. Zijn hart klopt voor Feyenoord. Zijn moeder hoort haar zoon de hele dag over de Rotterdamse club praten: “Hij denkt aan Feyenoord als hij opstaat en hij gaat ermee naar bed. De eerste vraag die hij aan mensen stelt is: ‘Ben je voor Feyenoord?’. Zo is Feyenoord constant in zijn gedachten. Dat was toen hij nog jong was en zo is het nog steeds. Die liefde gaat nooit over.”
Zijn Feyenoord
Na de winterstop moet Feyenoord het een maand zonder Karim El Ahmadi doen, één van de favoriete spelers van Anton. Hij heeft wel een idee hoe trainer Giovanni van Bronckhorst dat moet oplossen. “Ik denk dat Toornstra op het middenveld erbij moet komen. In een verdedigende rol. En dan met de punt naar voren spelen.” Vader Ronnie probeert zijn zoon te volgen. “Nee, ik bedoel het zo.” Met zijn hand pakt hij de vinger van zijn vader. “Hier staat dan Jens Toornstra. Naast hem Tonny Vilhena en Dirk Kuijt met de punt naar voren op het middenveld. Eljero Elia en Steven Berghuis dan op de flanken. En dan in de spits staat Nicolai Jørgensen. Ja, we moeten zorgen dat hij meer ballen krijgt. Zo kunnen wij het gemis van El Ahmadi wel opvangen. Zo moet het gebeuren”, klinkt het tevreden.
“De opstelling, spelers, de wedstrijden; Anton heeft een duidelijke mening over zijn Feyenoord”
“Zo gaat het vaak bij ons thuis”, legt zijn moeder uit. “Ronnie en Anton discussiëren dan hevig over alles wat met Feyenoord te maken heeft. De opstelling, spelers, de wedstrijden; Anton heeft een duidelijke mening over zijn Feyenoord. En deelt deze met iedereen die het horen wil. Zelf heeft ze weinig met voetbal. “Ik ben anti-voetbal, maar door de jaren heen ben ik wel Feyenoorder geworden. Ik ben een aantal keren met Anton meegegaan naar het stadion. Als je dan ziet hoe de supporters met hem omgaan… Ze komen altijd even gedag zeggen. Helpen hem naar zijn plaats. Maken ruimte voor hem op de trappen. En doen vrolijk met hem mee, als hij een liedje inzet.”
Gangmaker
En een liedje inzetten, dat doet Anton vaak. Hij is zelfs de sfeermaker van het vak. “Hand in hand, Mijn Feyenoord, Feyenoord till I die; ik zing het allemaal. Welke mijn favoriet is? Dat weet ik niet hoor. Ik vind alles leuk om te zingen.” Zijn vader valt hem bij: “Zijn stem was dinsdag nog schor van de wedstrijd zaterdag tegen Vitesse. Zo fanatiek is hij aan het zingen. Iedere wedstrijd weer.” Anton: “Dat is toch belangrijk? Dat wij als supporters aanwezig zijn in het stadion. En hoe doe je dat beter dan met liederen de spelers ondersteunen.”
Anton moet altijd met een begeleider naar de wedstrijden toe. Zijn ouders gaan vaak met hem mee, maar ze redden dat niet iedere keer. Ronnie: “Ik kan helaas niet ieder weekend meegaan naar de wedstrijden, maar als wij niet kunnen dan hebben wij genoeg vrienden die met Anton naar het stadion mee willen. Er staat altijd wel iemand op die Anton mee wil nemen. Dat zegt ook veel over Feyenoord.” En eenmaal in het stadion wordt Anton met open armen ontvangen. “Hij is dan echt één van de jongens. De supporters in het vak gaan zo leuk met hem om. Hij wordt echt gewaardeerd en geaccepteerd. Dat is heel bijzonder voor een ouder om mee te maken.”
“Zo fanatiek is hij aan het zingen. Iedere wedstrijd weer”
Eén van die bijzonder Feyenoord-vrienden was Adje Veld. Ronnie: “Hij nam Anton heel vaak mee naar De Kuip. Dan maakten ze er een gezellig dagje van. Voor een middagwedstrijd gingen ze al om acht uur van huis. En bij uitwedstrijden kwam Adje altijd op bezoek bij ons. Om samen met Anton naar de wedstrijden te luisteren. Hij was echt een geweldige man en de grootste Feyenoord-vriend van Anton.” In mei 2015, op 53-jarige leeftijd, overleed Adje. “Een groot gemis. Op zijn sterfbed kwam Bennie Wijnstekers nog bij Adje langs, omdat hij altijd zo gewaardeerd had wat hij heeft gedaan voor Anton. Zo’n bijzonder moment. Dat liet zien dat Feyenoord zoveel meer is dan een alleen een voetbalclub.”
Groot Feyenoord-hart
De liefde voor Feyenoord begon op jonge leeftijd voor Anton. “Maar ik heb het niet van mijn vader hoor. Hij heeft zelfs jaren in het verkeerde stadion gezeten. In het Philips Stadion.” Vader Ronnie: “Ik denk dat Anton het van vrienden heeft overgenomen. Ik heb vijftien jaar een seizoenkaart van PSV gehad. De sfeer daar is niet te vergelijken met wat ik in De Kuip meemaakte. De passie die deze supporters voor de club Feyenoord hebben is met geen pen te beschrijven. Dat is het magische van Feyenoord. Voor velen is Feyenoord niet alleen hun club, maar ook hun leven. En die passie is voelbaar in De Kuip. Dat maakt Feyenoord een unieke club. Het zijn de supporters, het legioen, die deze club zo laten leven.”
“De passie die deze supporters voor de club Feyenoord hebben is met geen pen te beschrijven”
Zijn allereerste wedstrijd in De Kuip kan Anton zich nog goed herinneren. “Dat was op 29 september 2012. Feyenoord nam het in De Kuip op tegen NEC. Het werd 5-1 met de eerste doelpunten van Graziano Pellè in het Feyenoord-shirt.” Anton is een wandelende Feyenoord-encyclopedie. Hij weet alles van iedere wedstrijd die hij heeft bezocht. “Natuurlijk onthoud ik dat allemaal. Dat zal ik over vijftig jaar ook nog weten. De wedstrijden, de sfeer; het blijft mij altijd bij. Ik hoef het niet te zien om te weten hoe Feyenoord leeft. En wat er speelt.”
Zijn vader valt zijn zoon bij: “Hij had zo’n zeven, acht jaar naar dat moment toegeleefd. Feyenoord is zijn club en om dan voor het eerst in De Kuip te zitten. Het lawaai van zoveel mensen die hun club steunen. Dat maakte op hem zo’n indruk. We zaten toen op vak Y2. Tussen de supporters. En Anton was daar helemaal thuis.” Vanaf het seizoen 2013/2014 heeft Anton een seizoenkaart. Eerst op de blindentribune op vak M, maar dat was het toch niet helemaal voor Anton. Vandaar dat het gezin nu op vak S zit. Anton: “Ik weet nog vorig jaar toen Feyenoord tegen Ajax moest in de beker. Toen in de blessuretijd dat eigen doelpunt viel. Ik hield mijn vader stevig vast, want anders hadden we beneden gelegen. Dat was zo’n vreugde-explosie! Ik heb De Kuip nog nooit zo voelen trillen als toen. Een heerlijk moment en ik zat er middenin!”
“Ik heb De Kuip nog nooit zo voelen trillen als toen”
Kampioenschap?
Of we in mei op de Coolsingel staan, dat durft Anton niet met zekerheid te zeggen. “Kijk, het gaat tot nu toe goed, maar het is niet zo dat wij de beste selectie van de Eredivisie hebben. We zullen iedere wedstrijd keihard moeten werken en zo onze punten pakken. Als wij dat niet doen, dan gaat het mis. Dat hebben we eerder dit seizoen gezien tegen Go Ahead Eagles.” Toch denkt Anton dat Feyenoord lang zal strijden om het kampioenschap: “Ik geloof dat we tot maart, april mee blijven doen om de titel. Maar dan komt het erop aan. De druk, spanningen en kampioensstress. Ik ben bang dat de spelers daar nog niet tegen opgewassen zijn. Maar goed, in mei hebben wij het antwoord.”
Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de De Feijenoorder. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de De Feijenoorder kan hier.