Voor het internetprogramma ‘Betweters’ wordt aan Martin van Waardenberg de vraag gesteld: ‘Wie wordt er kampioen in de Eredivisie?’ Martin van Waardenberg: “Ehm, wij staan nu bovenaan. Als we dat zo houden, dan worden wij het, zou niet verkeerd zijn, mensen.”
Tekst: Peter Tetteroo ▪ Foto’s: Peter Tetteroo, archief Piet Bouts, 010
Meejuichen met je vader
Martin van Waardenberg, enig kind, geboren in het Eudokia Ziekenhuis te Rotterdam, groeide op in Overschie, waar hij op een grasveld tussen de flats, dag in dag uit, voetbalde. De zoon van een politieagent, kwam in aanraking met Feyenoord door zijn vader, die voor een televisie naar schimmige zwart-wit beelden van voetbalwedstrijden zat te kijken, te juichen en hartstochtelijk zat mee te leven. Martin: ‘Mijn vader zat te schreeuwen en te juichen voor het tv-tje, bij het Theo Koomen-achtige commentaar bij het voetbal. Dat maakte indruk en zo ben ik erin gegroeid.
1999
In 1999 vierde Van Waardenberg het landskampioenschap mee op de Coolsingel.
Martin: “Een bijzondere middag. Kampioen worden, dat doen we niet zo heel veel. Van Gastel met de schaal. De jongens op het bordes, feest. Het liep op een gegeven moment helemaal uit de klauw. Schieten, plunderen en charges van de ME. Ik houd niet van geweld, ik dacht: Ik ga in dat portiekje staan, dan trekt het wel aan me voorbij. Mooi niet. Ik werd met harde hand uit mijn schuilplek geranseld door de ME. Het centrum werd grondig schoongeveegd, met mij erbij.”
Sigaren op de tribune
Heeft Van Waardenberg een speciale herinnering aan een wedstrijd in De Kuip? Martin: “Ik ging eens met een paar vrienden naar een wedstrijd van Feyenoord tegen Ajax. Goedgeluimd stonden we met zijn vieren op de tribune. Allemaal een grote sigaar in de mond. Het was in de tijd dat er nog geen overkapping was, het begon te regenen en we stonden al snel met 0-2 achter. Zijn we snel naar het café gegaan. Zaten we daar met z’n vieren een beetje chagrijnig aan de bar achter een biertje.”
Voetbal en stappen
“Ik heb vroeger bij Neptunus gevoetbald en tegenwoordig voetbal ik wekelijks met een paar vrienden en wat jongens van Men At Work in de zaal. Een voetbalwedstrijd is leuk, maar vooral de derde helft is belangrijk. Met een paar liefhebbers gaan we graag naar wedstrijden in het buitenland. Laatst zaten we in Camp Nou te Barcelona. Dat zijn prettige weekendjes waarin het café na de wedstrijd een grote rol speelt. Ik ging ook eens stappen met wat spelers uit het kampioenselftal van 1999. Zo’n Bosvelt en Van Gastel, man. Die drink je niet onder tafel hoor. Dat soort jongens heeft zo’n conditie, die drinken makkelijk 40 bier weg.”
Spelers van nu
“Als ik naar het elftal van nu kijk, springt er een paar voor mij uit. Zo’n Karsdorp kan heel verrassend zijn. Elia moet zijn dag hebben, maar dan is het ook een genot om naar hem te kijken. Vilhena zie je samen met El Ahmadi heersen op het middenveld en dan die Botteghin. Die is in no time van een vraagteken naar een echte Feyenoord-verdediger gegroeid. Die is heel belangrijk geworden.”
Van Waardenberg deed op uitnodiging mee met een reanimatiecursus voor de spelers van de selectie. Martin lacht: “Eén ding, als je ooit gereanimeerd moet worden, zorg dat Kongolo uit je buurt blijft. Dat is er eentje hoor. Totaal ongeïnteresseerd tijdens die cursusmiddag. En maar op zijn telefoontje kijkend een beetje tegen de muur aangeleund staan. Nee, reanimeringshandelingen gingen hem echt te ver.”
Hoeder van de stad
Scène uit Kanniewaarzijn: Astrid Joosten: “Feyenoord-supporters kunnen een uitvaart in stijl krijgen. Een kist met een rood-wit bloemstuk met Feyenoord-logo, een kist in Feyenoord-design, een afscheidsmoment in het stadion, de spelersbus als volgauto voor de nabestaanden, met de uitvaartstoet nog één laatste ronde door het stadion …” Martin van Waardenberg als Rotterdamse taxichauffeur: “Als ik dood ga, wil ik gecremeerd worden in een Ajaxtenue, in een Ajaxkist met een Ajaxvlag erover en dat met volledige instemming van mijn hele familie.” Mevrouwtje: “Maar eh, u bent toch Rotterdammer?” Van Waardenberg: “Juist en in Rotterdam vinden we niks mooier dan dat er iets van 020 in de fik staat.”
Martin heeft het niet zo op Amsterdam. We hebben het over de trend van Amsterdammers die hun poppenhuizen verlaten omdat ze doorkrijgen dat het bij ons in Rotterdam prettiger, ruimer en goedkoper wonen is. Niet uit je slaap gehouden worden door het geluid van rolkoffers op weg naar de zoveelste AirB&B midden in je woonwijk. Geen last hebben van de een na de andere Amerikaan, Japanner, Rus, Brit en noem maar op, die de overvolle, smalle straatjes bezetten. Van belachelijke huizenprijzen. Martin: “Als ik ze zie rijden op de A13 richting Rotterdam met hun aanhangers met huisraad, houd ik ze tegen, laat ik ze omdraaien en stuur ze regelrecht terug naar hun Open Lucht Museum. Hup, wegwezen.”
Van Waardenberg: “Is het zo mooi in Amsterdam, met al die lichies ‘s avonds? Ik weet het niet, ik ben er nog nooit geweest. Ik kom nooit verder dan Schiphol en dan stijg ik op.”
Wij verdienen het, daar geven ze het uit
Ook het feit dat televisie- en filmbonzen in Amsterdam kantoor houden, bevalt Van Waardenberg maar matig. Martin: “Alles bepalen ze daar joh. Flikken Rotterdam wordt in Amsterdam gedraaid. Komen ze even hier naartoe om de skyline te filmen en gaan dan als de sodemieter weer terug naar huis. Als ik een idee voor een film of televisieprogramma heb, moet ik daar naartoe om het te laten keuren. Dat gaat altijd fout. ‘Nou eh, we gaan erover nadenken en laten het je weten’, zeggen ze dan. Hoor je nooit meer wat van. Als ik ze na lang wachten opbel, hoor ik gerommel in een la, ja ze hebben het gevonden, nee ze vinden het toch niet zo geschikt of ze willen dat ik het script eerst helemaal uitschrijf. Ja, dag, daar ga ik niet aan beginnen. Weet je hoeveel uren daarin gaan zitten, met een grote kans dat ze het alsnog afwijzen? Neem het script van de Marathon. Daar heb ik jaren mee moeten leuren. Nee hoor, dat zagen ze niet voor zich. Uiteindelijk kreeg Reinout Oerlemans het onder ogen, die vond het leuk en zei: ‘Hier heb je een zak geld, ga het maar doen.’ Maar ja, Reinout heeft zijn hele zaak verkocht en staat alleen nog maar op de golfbaan in Los Angeles. Hier in Rotterdam kan niet veel meer op filmgebied. Rijnmond heeft geen geld, het Rotterdamse Filmfonds bestaat niet meer… Het is moeilijk om hier nog iets leuks te doen op dat gebied.”
Zou Waardenberg niet een film kunnen maken in de sfeer van Feyenoord? Martin: “Even uit de losse pols, dat wordt dan zo’n film: Een louche voetbalmakelaar haalt een jonge jongen uit Ghana hier naartoe en stopt hem in een armzalig flatje. Die jongen traint op Varkenoord en blijkt heel goed. Hij ontwikkelt zich snel, debuteert in het eerste en scoort in een finale de beslissende goal. Een gouden toekomst ligt voor hem open. Dan raakt hij op een lullige manier geblesseerd en kwakkelt een tijdje door. Haalt zijn niveau niet meer en raakt in de vergetelheid.”
Hoe eindigt die film?
Martin: “In het trapgat.”
Martin van Waardenberg, Rotterdam, 9 januari 1956
Van Santen, Van Santen en Van Santen
Waardenberg en De Jong
Familie Oudenrijn
Loenatik
Sesamstraat
Klein Holland
De Snoepwinkel van Zevensloten,van Jeugdtheater Hofplein
Herinnert u zich deze nog?!
Sint & Diego: de magische bron van Myra
De Marathon
Gammareclames met John Buijsman
Kanniewaarzijn
Rotterdam Marketing Award
Kidnep
Thuisfront (prijs voor beste acteur tijdens het 48 Hour Film Project)
Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van De Feijenoorder. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van De Feijenoorder kan hier.