Marcel Labrie is een groot Feyenoord-fan. Van jongs af aan is hij in De Kuip te vinden. De creatieveling vindt in de Rotterdamse voetbalclub een onuitputtelijke bron van inspiratie die hij op een doek tot leven laat komen. Hand in Hand spreekt met de kunstenaar over zijn liefde voor Feyenoord en hoe hij die liefde verwerkt in zijn werk.
Tekst: Ilona van der Werf ▪ Foto’s: Ilona van der Werf & Rob Jelsma & eigen archief Marcel Labrie
Het is het klassieke verhaal. De jongen die aan de hand van zijn vader naar De Kuip gaat. Voor het eerst die spanning. De mensenmassa met allemaal hetzelfde doel: Feyenoord naar die overwinning schreeuwen. Zo was het ook voor Marcel. Geboren in Rotterdam. Uit een gezin waar Feyenoord dé club was. “Dus daar ging ik als zevenjarige jongen. Samen met mijn vader mee op stap. Ik weet niet meer welke wedstrijd het was. De tegenstander, de einduitslag; ik zou het niet durven zeggen. Maar één ding zal ik nooit vergeten. En dat was het moment toen wij scoorden. Ik schrok me rot van het plotselinge lawaai. Iedereen ging staan, springen en zingen. Dat maakte zo’n indruk op mij…”
‘En als die club eenmaal in je zit, dan blijft dat voor je leven’
Het duurde niet lang dat Marcel zijn eigen weg vond naar De Kuip. Op zijn zestiende nam hij een seizoenkaart op vak S. “De sfeer in De Kuip, dat is iets unieks. Daar wilde ik zo graag deel van uitmaken. Als kleine jongen is de liefde voor de club er ingegoten bij mij. En als die club eenmaal in je zit, dan blijft dat voor je leven.” En nog steeds is Marcel vaak in De Kuip te vinden. Samen met zijn kinderen. “Met m’n oude Vespa ga ik dan op weg. Binnen twintig minuutjes ben ik er dan. Kan ik praktisch voor De Kuip parkeren. En mijn plek zoeken in het stadion. Ideaal. En ook mijn kids zijn helemaal gek van de club. Dat kon natuurlijk ook niet anders”, grapt de geboren Rotterdammer.
Kunstenaar
Naast zijn liefde voor Feyenoord kende Marcel in zijn leven nog een passie. “Toen ik oud genoeg was om een potlood vast te houden, begon ik al met tekenen. Dat zat er vanaf een hele jonge leeftijd al in. En die passie is alleen maar uitgebreid door de jaren heen.” Als kind waren de potloden zijn instrumenten. Als tiener ontdekte hij graffiti. Waar hij op legale muren door de stad Rotterdam zijn werk achterliet. “Het ging bij mij niet om de spanning bij het illegaal graffiti spuiten. Ik wilde gewoon iets moois maken met die spuitbussen. Die liefde heb ik vandaag de dag nog steeds. Ik verwerk graffiti nog altijd in mijn werk. De felle kleuren knallen echt van het doek. Het is ook een knipoog naar het verleden. Naar het New York van de jaren zeventig. Ik noem mezelf ‘Labrie was here’, zoals dat destijds op de muren met graffiti werd geschreven.”
‘De Kuip, dat is een fenomeen. En met dit werk heb ik dat tot uiting willen brengen’
Het bestaan van een kunstenaar staat vol vraagtekens. Toch besloot Marcel om voor zichzelf te beginnen. “Het begon met een passie. En op een gegeven moment merkte ik dat er waardering was voor mijn werk. Dus besloot ik negen jaar geleden om de sprong te wagen. Om van mijn passie mijn werk te maken. En ik heb geen moment spijt gehad van die keuze. Ik verdien met hetgeen wat ik het liefste doe, mijn geld, dat is toch het mooiste wat er is.” Over of de kunstenaar als jonge knul ook een andere droom had, zoals voetballen in De Kuip, is Marcel heel duidelijk. “Nee. Hoe leuk ik voetbal ook vond, en nog steeds trap ik graag tegen een balletje, wist ik direct dat op het voetbalveld niet mijn talent lag. Zulke illusies heb ik ook nooit gehad.”
Feyenoord op het doek
Al gauw vond Feyenoord een weg op de doeken van Marcel. “Eerst begon het met schetsen. Van bijvoorbeeld De Kuip. Ik werkte voorheen vaak met zwart-wit tinten. Dus daar pasten die schetsen van De Kuip ook bij. Ons stadion, het is een bron van inspiratie. De sfeer, de supporters, de emotie: daar kan je zoveel kanten mee op. Als kunstenaar ontwikkel je je ook. Nu werk ik veel met graffiti en felle kleuren. Ook met deze stijl heb ik Feyenoord verwerkt.” Zo heeft Marcel portretten gemaakt van Feyenoord-iconen als Coen Moulijn. Maar voornamelijk het stadion, onze Kuip, wordt door de kunstenaar gebruikt als inspiratie.
Zijn grootste trots is ‘De tempel aan de Maas’. Op het doek staat met grijstinten De Kuip afgebeeld. “Die heb ik nagetekend op basis van foto’s. Vervolgens heb ik verschillende lagen graffiti erin verwerkt. Met teksten zoals onder andere ‘We shall not be moved’ in graffiti. Met felle kleuren, zodat het nog meer van de muur springt. De Kuip, dat is een fenomeen. En met dit werk heb ik dat tot uiting willen brengen. Dat is toch aardig gelukt, mag ik eerlijk zeggen.” Onder de Feyenoord-supporters is dit werk ook een hit. “Ik heb er meer dan honderd verkocht. Elke keer als ik ‘De tempel aan de Maas’ op Facebook zet, krijg ik direct goede reacties.” Zelfs clubicoon Gerard Meijer heeft een exemplaar. “Voor zijn verjaardag gaf zijn vrouw hem dat cadeau. Ik mocht het werk vorig jaar overhandigen. Dat was een heel bijzonder moment.”
Inspiratie
Ook bepaalde voetbalwedstrijden hebben Marcel geïnspireerd om zijn kwasten op te pakken. Zoals het WK 2014. “Ik heb van de legendarische kopbal van Robin van Persie een schilderij gemaakt. En ook één van Dirk Kuyt.” Marcel heeft de huidige captain van Feyenoord op zijn knieën zittend, met zijn armen naar de hemel gestrekt, afgebeeld. Het was na de gewonnen wedstrijd tegen Mexico. De Katwijker speelde een sterke pot, precies zeven jaar na de dood van zijn vader. “Het was een kippenvelmoment, dat draaide om meer dan alleen voetbal. De emotie is zichtbaar en dat heb ik ook met dit doek willen afbeelden.” En dat is gelukt, want toen Dirk Kuyt dit werk van Marcel zag, wilde hij het hebben. “Via via had Kuyt een foto gezien van mijn schilderij. Toen ik hoorde dat hij het wilde overnemen, was ik dolenthousiast. Het duurde even voordat ik het kon overhandigen, want hij woonde destijds nog in Turkije. Met mijn hele gezin heb ik uiteindelijk het schilderij aan Dirk gegeven. Dat was een onvergetelijk moment voor mij.”
Nog niet klaar
Een mogelijk kampioenschap borrelt al in het hoofd bij Marcel. “Ik heb genoeg ideeën om dat feestje op het doek tot leven te brengen. Maar daar durf ik nog niets van te zeggen. Pas als we daadwerkelijk die schaal binnen hebben, zal ik eraan beginnen. Je weet nooit wat er allemaal nog kan gebeuren. We staan er goed voor, maar ja, het is nog niet binnen, hè?”
Wil je meer weten over Marcel Labrie en zijn werk? Bezoek dan zijn website (https://www.labriewashere.nl/) en zijn Facebookpagina (https://www.facebook.com/labriewashere/?fref=ts).
Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van De Feijenoorder. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van De Feijenoorder kan hier.