Skip to content

Een zich keurig gedragend luxeprobleem

Tekst: Pieter, Foto’s: Edwin Verheul, Piet Bouts archief-De Feijenoorder

Hij komt in 2014 naar Feyenoord. Zijn nieuwe collega én concurrent Erwin Mulder, uit de Feyenoord-jeugdopleiding en al enige jaren min of meer de vaste doelman in het eerste elftal, krijgt van zijn bazen direct een publieke steniging. Technisch directeur Martin van Geel zegt namelijk dat Mulder zich ‘onvoldoende heeft ontwikkeld afgelopen jaren. We hebben Erwin heel lang het vertrouwen gegeven, maar moeten verder als club.’ Deze woorden, totaal onnodig om de wereld in te slingeren, werken niet bepaald in het voordeel van de nieuwkomer Kenneth Vermeer.
De Feyenoordsupporters, nog nooit écht overtuigd geweest van de klasse van Mulder, zullen bij de wedstrijden die komen gaan plotseling spandoeken als ‘Erwin is een Feijenoorder’ omhoog houden. Vermeer is dat namelijk niet: hij zat van de vijftien jaar hiervoor maar liefst vijftien jaar bij Ajax. Volgens de cijfers een op en top Ajacied dus. Maar met de verbale aanval van Van Geel heeft Vermeer niets te maken. Hij ziet vooral een kans om het wespennest Ajax, waar hij al vele jaren voetbalt en een aantal kampioenschappen meemaakte, te verlaten.

Zijn overgang is controversieel, dat beseft iedereen. Maar dat Feyenoord bij hem past beseft op dat moment nog lang niet iedereen. Het Geen woorden maar daden lijkt Vermeer op het lijf geschreven. Hij weet als de beste dat hij het nu op het veld moet gaan laten zien en dat mooie praatjes van een Amsterdammer in Rotterdam alleen maar negatief uit zullen pakken. Hij zal zichzelf in de jaren die volgen dan ook tot in het extreme uit de schijnwerpers houden.

Zo hangt er in 2016 een pop in de arena. Vermeer doet aangifte, dat is wat alle stemmingmakers op dat moment minimaal verwachten. Maar verder laat hij het er bij. Geen zielige praatjes, geen aandacht voor zijn situatie: Vermeer houdt zich stil. Ook nadat diezelfde week op de achtergrond bij het darten een of andere gefrustreerde Ajacied een tekst tegen Vermeer in beeld brengt – en de media er weer bovenop duiken – houdt Vermeer zich stil. En in januari 2017 is Vermeer terug na een half jaar blessureleed. Zijn team staat vanaf de eerste wedstrijd bovenaan, met een verdediging die staat als een huis. Elf doelpunten tegen in zestien eredivisiewedstrijden. Vermeer schikt zich in zijn nieuwe rol en zal met geen enkele journalist praten over zijn toch wel sportief gezien vervelende situatie. Een sportman wil namelijk spelen en Vermeer is een sportman ten top. Maar je plek opeisen door onrust te veroorzaken? Hij lijkt wel gek, hij doet het dan ook niet.

In de voorbereiding op dit seizoen staat trainer Van Bronckhorst voor een moeilijke keuze: beloon ik Jones voor zijn goede kampioensseizoen of beloon ik Vermeer voor zijn keurige gedrag en doorzettingsvermogen? Qua verdedigende kwaliteiten is de keuze haast onmogelijk, Van Bronckhorst zit echt met een luxeprobleem. Totdat de ongelukkige Vermeer weer een blessure oploopt en Gio besluit dat voor minimaal de eerste seizoenshelft Jones de eerste keeper is.

Inmiddels is Vermeer al weer enige tijd fit en speelklaar. Maar speelminuten om wedstrijdfit te blijven krijgt hij bijna niet. Onze club heeft namelijk geen tweede elftal en Vermeer moet dus op de trainingen zijn scherpte zien te behouden. Intern heeft hij hier ongetwijfeld zijn verbazing over uitgesproken, maar de buitenwacht hoort hem er niet over. Twee officiële wedstrijden heeft hij dit seizoen gespeeld: in de KNVB-beker tegen de amateurs van Swift en in de Champions League thuis tegen Napoli (2-1 winst). Die wedstrijd in de CL is hem door Van Bronckhorst gegund. Vermeer schikt zich in zijn rol, hij schikt zich naar de keuze die de trainer heeft gemaakt. Naar een bevriende journalist lopen en iets uitlekken over de onzekere Jones dit seizoen? No fucking way, dat doet Vermeer niet. Hij toont liever op het veld zijn kracht.

Komende weken zal het wel weer een discussie worden in de regionale- en landelijke media. Moet Jones of Vermeer op doel? Het antwoord daarop heb ik niet. Zijn nette karakter moet ook niet de doorslag geven. Het enige dat telt: ballen tegenhouden. Het maakt mij dan ook niet uit wie er op doel staat, beide spelers zijn kwalitatief goed als je het mij vraagt. We mogen in onze handen wrijven met zo’n dubbele bezetting. Wie Gio ook kiest: mijn akkoord heeft hij. Overigens hoop ik dat met mij álle Feyenoorders er zo in staan. Dat geeft rust en voorkomt onnodige spanningen.

Maar stiekem hoop ik nog meer. Ik zou het fijn vinden als de beide keepers het verhaal van Eddy Treijtel en Eddy Pieters Graafland kennen. Zo had Eddy P.G. er ook (bijna) vijftien jaar Ajax op zitten toen hij naar Feyenoord kwam. En ook toen kwam de oud-Ajacied uiteindelijk op de bank te zitten. Laat die situatie uit het seizoen 1969-1970 nu als voorbeeld dienen. Dan weten Vermeer én Jones in ieder geval, dat er tot op het laatste moment kansen komen die het waard zijn om je voor in te blijven zetten… Een KNVB-beker? Een kampioenswedstrijd misschien? Laten we het hopen!