Skip to content

‘Come on boys! Move! Move!’

Tekst: Marinus

Onlangs maakte FRFC1908 een mooie mini-docu over Erwan, een Franse Feyenoord-supporter. Ik hoef de grens helemaal niet over om een buitenlandse Feyenoord-supporter te zien. Ik zit namelijk iedere wedstrijd naast mijn vrouw. Voor zover ik weet, is zij de enige vrouwelijke Amerikaanse Feyenoord-supporter met een seizoenkaart.

‘Look at that!’

Op wedstrijddagen spreken we eigenlijk altijd Engels met elkaar. Dat zorgt altijd voor reacties van medesupporters. In de rij voor het stadion begint het al. Een vader, die ons hoort praten, zegt tegen z’n zoontje: “Ja, zelfs vanuit Amerika komen ze naar Feyenoord”. Alsof hij wil zeggen: “Kijk, zo groot is Feyenoord nou, jongen”. Eenmaal op het vak, vlak voor de wedstrijd, komt onze buurman van stoelnummer 22 de trap op. Hij gaat zitten, knijpt even in de knie van m’n vrouw en vraagt: “Hoe is het met je Nederlands”? Zoals altijd antwoordt ze: “Beter”. Om kort daarop weer luid “Man! Look at that! Look at that!” te roepen over een foute pass of een grensrechter die een overtreding over het hoofd ziet.

‘Oh no! Oh no! Nooooo!’

Tijdens de bekerfinale vorig seizoen was het helemaal leuk. We werden aangesproken door een ietwat aangeschoten kameraad. “Sinds 1962 heb ik er niet één gemist, geen enkele bekerwedstrijd. Waar komen jullie vandaan?”, vroeg hij. “Uit Rotterdam”, antwoordde ik. “Nee, nee, dat kan niet, jullie praten net als m’n vrouw en die komt uit Canada.” Nou komt mijn vrouw niet uit Canada, maar uit het noordoosten van de VS, dat is relatief dichtbij Canada, dus hij zat er niet ver naast. Tijdens die wedstrijd gaat m’n vrouw helemaal los en schreeuwt hard: “Oh no! No! No! Nooooo!”, bij een blunder van Van der Heijden, waarna, dat vergeet ik nooit meer, iemand voor ons omdraait en droogjes vraagt: “Is ze thuis ook zo onrustig?” Wat ik heb geantwoord, weet ik niet meer, maar normaliter is zij de rust zelve. Alleen tijdens een wedstrijd is ze zoals Feyenoord. Nooit zeker van de overwinning, strak van de zenuwen en tot de laatste minuut zonder vertrouwen in een goede afloop.

‘Wie is die lul met die trommel?’

Thuis kijken we ook samen naar de verrichtingen van onze club. Zelfs “wie is die lul met die trommel?” wordt nu, nadat ze het hoorde in Eindhoven, in onvervalst Neder-Amerikaans aangeheven als daar aanleiding voor is. Ik weet eigenlijk niet of onze vrienden uit 020 een batterij trommelaars in hun midden hebben die we zondag vanuit de huiskamer kunnen toezingen, want we komen immers nooit in de Arena en bekijken ook hun wedstrijden niet. Maar mocht het zo zijn, dan reken ik ook zondag weer op een mooie serenade van mijn vrouw.

Aartsrivalen

We hebben beiden niet al teveel hoop op een goede afloop. Verlies lijkt het meest realistische scenario. Maar laat het dan zijn zoals ons Amerikaanse cluppie onlangs verloor. Philadelphia Union dolf thuis het onderspit tegen aartsrivalen New York Red Bulls. De wedstrijd werd beslist door een penalty in de 69e minuut. Die ook nog eens pas na een paar minuten werd gegeven door ingrijpen van de VAR.

OK, ik weet het: we spelen nu uit. Maar Feyenoord heeft daar geloof ik al dertien jaar niet gewonnen, dus eraf gaan met maar één doelpunt verschil door een dubieuze arbitrale beslissing, is niet eens zo’n grote schande. Vergeet niet dat we nog een keer tegen ze moeten en dat het dan in De Kuip is. Het zal dan dubbel menens zijn en mijn vrouw en ik zijn er dan ook weer. Het zal duidelijk te horen zijn voor omstanders en misschien zelfs tot op het veld: “Come on boys! Come on! Move! Move!”.