Op de dag dat Feyenoord z’n eerste oefenpotje speelt stap ik om 11 uur ‘s ochtends in de auto. Dit om maar op tijd in de stad Chester aan te kunnen komen waar ik samen met leden van de ‘Sons of Ben’ , de supportersvereniging van de Philadelphia Union, de bus naar New York zal pakken. Deze bus brengt ons naar het stadion van de honkbalclub New York Yankees want, geloof het of niet, vandaag doet dit stadion dienst als voetbal stadion. New York City FC zal het er opnemen tegen Philadelphia Union.
Flaneren
Rond kwart over twee ‘s middags komen we aan bij het Talen Energy Stadium van Philadelphia Union en gaan we op zoek naar de parkeer- en ‘tailgate’ plaats die speciaal voor de ‘Sons’ is gereserveerd. Het blijkt een stoffig met keien bezaaid stukje grond weggestopt achter de trainingsvelden. Wat ooit bedoeld was als project dat de stad Chester zou opstuwen in de vaart der volkeren ziet er zo op het eerste gezicht niet echt geslaagd uit. Buiten het niet onaardige stadion en de tot bedrijfsverzamelgebouw omgebouwde voormalige energiecentrale lijkt er maar weinig van de gebiedsontwikkeling terecht te zijn gekomen. Geen luxe winkels en dito appartementen maar een trainingsveld en parkeerterreinen. Flaneren langs de oever van de Delaware rivier is er ook al niet bij.
Bier en pretzels
Na wat verwarring over de juiste opstap plaats, de bus staat eerst elders geparkeerd, kunnen we rond kwart voor 3 eindelijk vertrekken. Zo’n 20 man stappen in. Twee met ijsblokken en het eigen ‘Sons of Ben’ bier gevulde teilen worden op de eerste banken voorin de bus gezet, een flinke doos met soft pretzels en een tube mosterd wordt op de bank aan de andere kant van het gangpad neergezet. Regels zijn er eigenlijk niet, eet en drink zoveel je wilt maar zorg ervoor dat je niet overduidelijk zichtbaar dronken bent, want dan kom je het stadion niet meer in of word je er na een waarschuwing uitgegooid.
Zee van auto’s
De stemming in de bus is niet echt super uitbundig maar met enige regelmaat wordt er toch een flesje bier geopend en zingt iemand plagerig “Take me out to the ball game”, een verwijzing naar het feit dat er vandaag in een honkbal- in plaats van een voetbal stadion wordt gespeeld. Dichtbij New York pakken donkere wolken zich samen en op het moment dat we de stad binnen rijden gaat het keihard regenen. Als gevolg hiervan komen we in een enorme file terecht. Ergens verloren in die zee van auto’s kruipt onze bus langzaam over Interstate 95 de stad binnen. Het is maar de vraag of we op tijd bij het stadion aan zullen komen ondanks dat we ruim 4,5 uur van tevoren zijn vertrokken.
Kilt
We trekken als we het stadion al kunnen zien maar nog steeds stapvoets rijden nog snel even een biertje open. Iemand in een uitshirt met daarop het rugnummer 76 en de naam B. Franklin, een verwijzing naar Benjamin Franklin en het jaar dat de Verenigde Staten zich onafhankelijk verklaarden (1776), trekt een kilt aan in de kleuren van de ‘Sons’. Ik kom er later achter dat hij Sid heet en de ‘tailgate director’ is van de supportersvereniging. Een ander doet een paarse mohawk pruik op en verder komen er nog wat sjaaltjes tevoorschijn. Voor we vertrokken werd nog gezegd dat die sjaaltjes wel een van je nek getrokken konden worden door fanatieke New York City FC fans. Even verwacht ik nog dat iemand een trommel uit de bagage ruim van de bus gaat halen, maar gelukkig hebben ze die bij uitwedstrijden niet bij zich.
Uitshirt
We worden onder begeleiding van twee stewards naar het uitvak gebracht. Geen politie, geen paarden, geen schreeuwende thuis supporters, geen aparte ingang alleen voor ons, niets van dat alles. De groep gaat een voor een door de metaaldetectors en komt daarna gewoon tussen alle andere supporters terecht. Nu zijn we natuurlijk niet echt met een imponerend aantal, ik schat dat er zo’n 50 man zijn dus de kans dat er iets uit de hand zou kunnen lopen is erg klein. Eenmaal op het vak doe ik snel het nieuwe Feyenoord uitshirt aan om een foto te nemen. Dat wordt niet echt gewaardeerd. “Come on man, please don’t wear that” roept Sid. “It’s only for a picture” roep ik terug. Na een paar foto’s te hebben genomen loop ik naar Sid en vertel hem van welke club het shirt is en wat rugnummer 12 betekend. “Yeah, the 12th man, yeah that’s great, I get that”. Ik stop daarna het shirt weer in m’n tas en zie hoe ondertussen een meegebracht doek wordt neergelegd op de stoelen voor ons. Het mag de naam doek niet hebben eigenlijk, maar de “Tifo director’ heeft er z’n best op gedaan. Ik laat ‘m nog even snel een foto van het ‘Havendoek’ zien voordat de openingsceremonie begint.
Middelvingers
Na de opkomst van brandweerlieden en politie agenten die samen een soort erehaag vormen wordt het Amerikaanse volkslied ten gehore gebracht. Iedereen neemt z’n pet af en gaat staan, sommigen met de hand op het hart. Daarna volgen de opstellingen van beide clubs. Als de stadion speaker de namen van de New York City FC spelers omroept staan de ‘Sons’ met hun rug naar het veld met opgestoken middelvinger. Na iedere naam schreeuwen ze hard: “sucks”. Meteen daarna worden er liedjes ingezet waarvan sommigen zo bekend zijn dat ik ze meteen mee kan zingen. Sid heeft er zin in en speelt een beetje de capo. Als na 6 minuten door de Union wordt gescoord zit de stemming er helemaal goed in. Dat het veld waarop gespeeld wordt erg klein is en sommige stukken zijn ingelegd met kunstgras lijkt niemand iets te deren. Ik zie vooral matig spel in een warm, plakkerig en sfeerloos stadion op een veld waar Erwin Beltman zich kapot voor zou schamen. Voor de rust maakt New York City FC gelijk uit een dubieus toegekende penalty maar maakt Philadelphia Union in de 29e minuut de 1-2. We geven elkaar een high five en zingen nog wat liedjes. “We love you Union we do, we love you Union we do, we love you Union we do, oh Union we love you”
Yellow team sucks
In de rust koop ik een biertje. Nu zeuren we vaak over het prijzige carnavals bier in De Kuip maar hier leg je gewoon zonder met je ogen te knipperen 15 dollar voor een half liter blik matige IPA neer. Ik kijk nog eens goed om me heen, het blijft een bijzondere gewaarwording, voetballen in een honkbal stadion. De stemming zit er bij de thuisclub ondanks de achterstand nog wel redelijk in zo te horen. Er staat in ieder geval een hele batterij trommelaars aan de andere kant van het stadion vrolijk te trommelen als de tweede helft begint. Na 52 minuten krijgt New York City opnieuw op zeer dubieuze gronden een penalty toegewezen. De ‘Sons’ zijn de inderdaad wat merkwaardige arbitrage nu echt helemaal zat. Er wordt een luidkeels ‘“Yellow team sucks” ingezet, de arbitrage gaat vandaag namelijk in het geel gekleed, en dat wordt gedurende de rest van de wedstrijd nog een paar keer herhaald. Veel helpt het niet. Philadelphia Union komt de klap niet meer te boven en gaat er zelfs met 4-2 af. Vlak voor het einde van de wedstrijd is er nog een incident. Een New York City FC fan springt over de lage afscheiding tussen de vakken en rent, hard “Philly sucks” roepend, door het vak. Voor de paar aanwezige stewards iets kunnen doen is hij alweer uit het zicht verdwenen
Naar huis
Na afloop van de wedstrijd worden we nog even vast gehouden maar verlaten we toch relatief snel het stadion. Ook hier, geen gedoe, maar gewoon voor het stadion instappen. Nadat de laatste verdwaalde supporters aan boord zijn en we vertrekken staan we wel opnieuw meteen weer vast richting de snelweg. Tja, dan trek je nog maar een biertje open. De stemming is wat bedrukt en er wordt vooral geklaagd over de matige verdediging en de slechte arbitrage. Na een rustige rit komt de bus rond middernacht aan bij het Talen Energy Stadium. Voor we uitstappen drukt Sid iedereen op het hart toch vooral een paar biertjes mee te nemen, er is nog genoeg over. Ik schud hem de hand en loop met twee flesjes door het pikkedonker naar de auto. Nog zeker twee en half uur rijden voordat ik weer op de plaats ben waar ik ‘s ochtends vertrok. Om en nabij de 15 uur van huis voor 1 wedstrijd, het was me de ‘awayday’ wel. Philadelphia Union staat op het moment dat ik dit stukje tik overigens nog steeds eerste in de Eastern Conference van de MLS (Major League Soccer). Die Amerikaanse toestanden? Die zijn leuk om een keer mee te maken maar ik kan niet wachten totdat ik ons cluppie weer kan zien spelen, in De Kuip, op een mooie grasmat van de juiste afmetingen.
Tekst en foto’s: Marinus de Bokx