Andrea Tapia
“Ik moet even naar Rotterdam”, zei Renato Tapia in januari tegen zijn vrouw Andrea. Een onschuldige uitspraak met grote gevolgen. Woonplaats Enschede werd verruild voor Rotterdam. Een nieuwe stad en een nieuwe club in een land dat toch al nieuw was voor de Peruviaanse. “Maar ik voel me wel ‘kind of’ thuis hier. Net als in Peru leven in Rotterdam ook alle culturen door elkaar.”
Tekst: Ellen Mannens
Beeld: Hélène Meulstee
De verwarming staat hoog in huize Tapia. Uit de speakers klinkt zomerse Zuid-Amerikaans muziek. De klanken vormen een schril contrast met het uitzicht op het druilerige herfstweer. Een blik op de grijze lucht brengt een frons op het over het algemeen stralende gezicht van Andrea Tapia, de vrouw van middenvelder Renato Tapia. “Mijn lichaam is nog niet gewend aan het weer hier. Ik moest pas acuut aan de antibiotica, omdat ik een holteontsteking had.”
Maar Andrea is niet het type dat klaagt. En als we dan toch in hokjes gaan denken: ze is ook zeker niet het cliché type voetbalvrouw. “In Peru geloven ze ook niet dat ik voetbalvrouw ben. Daar hebben ze net zo’n beeld van hoe voetbalvrouwen zouden moeten zijn als hier. Sterker nog: toen ik na mijn zwangerschap naar een diëtist ging om de laatste kilo’s kwijt te raken, zei ze dat het belangrijk is in ‘mijn wereld’ om dun te zijn. Op dat moment ging er een knop om bij mij: waarom moet ik aan verwachtingen voldoen? Ik mag toch zijn wie ik ben?”
Lomo Saltado
Dus moedigt ze nu op haar blog vrouwen aan om van zichzelf te houden zoals ze zijn. ”Ik zit goed in mijn vel en leid een gezond leven. Daar gaat het om. Ik sport drie keer per week en voor Renato moeten we natuurlijk letten op wat we eten.” Er trekt een glimlach om haar mond: “Maar ik maak het hem niet altijd even makkelijk. Hij is gek op mijn lomo saltado. Het zou beter zijn als ik wat minder goed kon koken.”
‘Ik was sportjournalist en ging naar zijn club voor een interview’
Drie jaar zijn ze inmiddels samen. Een liefde die ontstond met een onschuldig bezoek aan Renato’s toenmalige voetbalclub in Peru. “Ik was sportjournalist en ging naar hen toe voor een interview. Het was niet mijn bedoeling om verliefd te worden hoor”, zegt ze bijna verontschuldigend. Dat gebeurde ook niet meteen. Toen ene Renato Tapia haar begon te volgen op Instagram was ze dan ook verbaasd. Tot hij berichtjes ging sturen en haar liet weten dat hij haar wel zag zitten.
Het zette haar leven flink op z’n kop. “Nadat we twee maanden samen waren, ontdekte ik dat ik zwanger was. Dat was een verrassing, maar dingen gebeuren met een reden.”
Alsof haar leven nog niet genoeg door elkaar was geschud, volgde daarna ook de verhuizing naar Nederland en ook daar bleven de verrassingen komen. “Ik moet even naar Rotterdam”, zei Renato in januari. “Waarom”? Vroeg ik nog. Hij antwoordde dat ze hem misschien wilden hebben. Dat was alles. Vijf uur later zie ik op Twitter voorbij komen dat hij bij Feyenoord heeft getekend.”
Crazy
“It was crazy”, zegt ze, maar de uitspraak slaat niet op het feit dat Renato een grote gebeurtenis als een contract ondertekenen niet even aan zijn vrouw meldde. “Zo is Renato. Hij praat vooraf niet over zulke dingen. Het is een beetje bijgeloof, denk ik.”
Crazy werd het daarna: Andrea was net moeder, net nieuw in Nederland en moest snel even verhuizen naar een nieuwe stad, waar haar man druk was met trainen bij zijn nieuwe club. “Gelukkig kwam Renato’s neef over om te helpen en bij Feyenoord kun je altijd rekenen op spelersbegeleider Jan Mastenbroek.”
Anderhalve maand woonde het gezin in Feyenoords vaste uitvalsbasis Van der Valk hotel Ridderkerk. Daarna volgde die andere plek waar veel Feyenoorders wonen: de skyline bepalende woontorens op de Kop van Zuid. Maar ook hier staan de verhuisdozen alweer in de gang. “We gaan naar Barendrecht”, zegt Andrea blij. “Onze dochter Niara moet lekker naar buiten kunnen en we willen mensen ontmoeten in de buurt. Straks wonen we dichter bij Erik Botteghin en zijn vrouw. Ik kan het goed met haar vinden. En Kramer woont er ook. ‘El loco’ noemen we hem af en toe als hij weer maffe berichten naar Renato stuurt. Maar ik maakte me wel zorgen om het huis hoor. Die trappen in Nederland zijn zo eng. Hoe kunnen jullie er op lopen?”
‘In Peru staat Rotterdam bekend als studentenstad’
“Oh, willen jullie eigenlijk koffie?”, bedenkt Andrea zich halverwege het interview. Meteen bij binnenkomst is het gesprek losgebarsten. Er is zo veel te vertellen over haar nieuwe leven hier in Rotterdam. Ergens is het ook niet raar dat ze hier is beland. “Voor ik zwanger raakte, was ik van plan om te gaan studeren in Nederland. Daarom had ik al wat onderzoek gedaan. In Peru staat Rotterdam bekend als studentenstad. Vooral omdat hier ook alle culturen door elkaar leven. Ik ben een mix van Zuid-Amerikaans, Spaans/Baskisch en Iers. Renato is westers en native.”
Als je haar vraagt of ze zich thuis voelt in haar nieuwe stad, is het antwoord: ‘kind of’. Er zijn nu eenmaal dingen waar je aan moet wennen in een ander land. “Wat is dat met die etentjes hier? Ze beginnen om vijf uur. Dan weet ik niet of het lunch of diner is.”
Ze kan er wel om lachen. Om alle avonturen. Alles, van het moeder worden, tot het verhuizen naar Nederland, vertelt ze op haar blog ameliaysulampara.com. “Ik mag met mijn visum niet werken in Nederland, dus zie ik het bloggen als mijn werk.”Kinderen van de zon
En laten we ook niet vergeten dat er naast het bloggen en het moederschap nog een studie wordt gevolgd. “Via een online verbinding volg ik college in Spanje. Ik studeer nu Cultural Management. In Peru studeerde ik antropologie. Na Renato’s voetbalcarrière, willen we heel graag terug naar Peru en het land helpen. Ik vind Peru het mooiste land van de wereld, maar ik zie ook wat er beter kan. Kinderen die in de winter zonder schoenen over straat lopen, slecht onderwijs. Ooit was Peru een imperium. We waren de Inca’s, de kinderen van de zon. Dat kunnen we weer worden, als de onderlinge haat verdwijnt. Peru kan groots zijn. Niet op de manier waarop Trump het wil voor Amerika, maar met kennis en de manier waarop we met elkaar omgaan.”Het liefst ziet Andrea daarom dat Renato ook binnenkort een studie oppakt. “Hij kan al veel betekenen als rolmodel voor jonge kinderen en als speler voor het nationale team. Voor hem is succes met het Peruviaanse elftal dan ook het mooiste wat hij kan bereiken, beter nog dan bij een topclub spelen. Peru heeft zich in 1982 voor het laatst gekwalificeerd voor een groot toernooi. Dat doet pijn in een land waar mensen leven voor voetbal. Het liefst zou Renato het Peruviaanse voetbal weer groot willen maken. Nu als voetballer en later misschien bij de voetbalbond. Maar daarom moet hij nu juist zoveel ervaring opdoen. Leren hoe die wereld in elkaar zit.”
Aan zijn naam hoeft hij in Peru niet meer te werken. Waar menig Feyenoorder even moest opzoeken wie Tapia eigenlijk was toen hij zijn contract tekende bij de club, is zijn ster in Peru rijzende en wordt hij al getipt als de nieuwe aanvoerder van het nationale team. “Maar voetballen doe je niet alleen met je benen. Je moet een goed hart hebben en nadenken. Ik vind het zo fijn aan Renato dat hij met beide benen op de grond staat. En anders ben ik er nog altijd om hem erop te wijzen dat hij ooit ook gewoon dat jongetje was dat voetbalde op straat in Lima.”
Liverpool
Op zijn zestiende werd Renato uitgenodigd door Liverpool. De club dankte hem echter af, omdat hij volgens de berekeningen niet groot genoeg zou groeien voor het team. Inmiddels heeft hij met zijn 1meter 85 het tegendeel bewezen.
Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.