‘Iedereen heeft het recht om te sporten’

Kuijt

Dat Dirk Kuyt een voetbalheld is wisten we al, maar zijn werk voor de Dirk Kuyt Foundation maakt hem een nog grotere held. Hand in Hand ging met hem in gesprek over de Dirk Kuyt Foundation: wat hij hiermee wil bereiken, wat het samenwerkingsverband met de Feyenoord Supportersvereniging behelst en over het belang van sponsors en vrijwilligers.

Tekst: Annika van den Berg
Foto: Annemiek Sierhuis Fotografie

Kun je voor de supporters die nog niet bekend zijn met de Dirk Kuyt Foundation uitleggen waar de stichting voor staat?
“Wij ondersteunen sportprojecten voor mensen met een fysieke of verstandelijke beperking. Dit doen we omdat we vinden dat iedereen het recht heeft om te sporten. Sport is ontzettend belangrijk voor de mens. Wij vinden het belangrijk dat iederéén kan bewegen en zijn of haar ambitie kwijt kan in sport. Sport heeft mij natuurlijk heel veel opgeleverd in mijn leven, het heeft mijn bestaan helemaal bepaald. Ik heb er veel vriendschappen en contacten door opgedaan. Die contacten zijn net zo belangrijk voor mij als mijn carrière en ik vind dat ieder mens daar recht op heeft.”

“Op dit moment ondersteunen we meer dan 75 sportprojecten per jaar en dat doen we in allerlei takken van sport. Dus niet alleen in voetbal, maar bijvoorbeeld ook rolstoelhockey, zwemmen en judo. Mensen met een beperking en de mensen om hen heen, weten vaak niet hoeveel sporten er tóch nog mogelijk zijn met een beperking. Dat houdt mij bezig en dat is iets waar we in de toekomst aandacht aan willen besteden. Sportende mensen met een beperking zouden veel meer moeten integreren in de maatschappij, zodat we allemaal door elkaar heen kunnen bewegen en er een gelijke behandeling is voor iedereen. Mijns inziens wordt er nog te weinig mee gedaan. Soms heb ik het gevoel dat het in een hoekje wordt geduwd. Mijn droom is dat iedereen met een beperking weet wat de mogelijkheden zijn op het gebied van sport. Maar ook dat als je op zaterdag langs de sportvelden loopt, dat je zowel mensen met als zonder beperking ziet bewegen, zonder dat daar een verschil is.”

Kun je vertellen hoe de Foundation is ontstaan?
“Ik speelde eerder al bij Feyenoord en daarvoor bij FC Utrecht. Bij Utrecht kwam ik al in aanraking met het ondersteunen van goede doelen en bij Feyenoord was dat natuurlijk ook zo. We gingen bijvoorbeeld langs in het Sophia Kinderziekenhuis. Dat raakte me enorm. Een aantal mensen in mijn directe omgeving adviseerde mij om zelf een Foundation op te zetten. In eerste instantie zijn we toen met een aantal Katwijkers projecten gestart. We ondersteunden onder andere een weeshuis in Nepal en straatkinderen in Brazilië. Maar we ontdekten dat mensen niet echt wisten waar de Foundation om draaide. Daarom wilden we voor één bepaald iets gaan. Ik ben toen gaan kijken wat het best bij mij paste. Omdat ik zo ontzettend veel aan sport te danken heb, wilde ik graag op die manier iets teruggeven. Zo kwamen we uit bij sporten voor mensen met een beperking. Dat onderwerp heeft gewoon aandacht nodig. Hier zijn we op gaan focussen en dat gaat, vooral de laatste jaren, heel goed.”

Doorgaans starten sporters na hun carrière met dit soort ondernemingen. Waarom ben jij er nu al mee bezig?
“Als voetballer heb je een enorm bereik. Je kunt veel mensen benaderen, maar ook met elkaar verbinden. Juist die verbondenheid vind ik erg belangrijk. Als je voor Feyenoord speelt dan weet iedereen wie je bent. Er zijn veel mensen die je bewonderen. Die mensen probeer ik te benaderen en te motiveren om ook iets terug te geven aan de maatschappij. Ik ben van mening dat als je iets wilt bereiken, je het samen moet doen. Ik wil en kan bedrijven naar de Foundation toetrekken. We hebben een fantastisch bestuur van mensen die heel dicht bij me staan en ook mooie bedrijven die zich bij ons hebben aangesloten. Dit zijn voornamelijk bedrijven uit Katwijk. Het doel is om door heel Nederland een netwerk op te bouwen waar we een front mee kunnen vormen en zoveel mogelijk goede dingen kunnen doen.”

Kuijt
“De foundation is echt blij met elke bijdrage, hoe klein of groot ook!”

Ben je van plan om meer tijd te besteden aan je werk voor de stichting als je voetbalcarrière er op zit?
“Ja. Het is altijd de opzet geweest om gedurende mijn carrière een fundament te leggen en dit na het voetballen verder te ontwikkelen. Ik ben er best wel trots op dat de Foundation nu al zo groot is geworden. Een van de dingen die wel eens knagen is dat ik fysiek niet zo betrokken kan zijn als ik zou willen. Maar na mijn voetbalcarrière zal ik waarschijnlijk meer tijd hebben om vaker aanwezig te zijn tijdens evenementen.”

De Foundation bestaat nu elf jaar. Wat hebben jullie tot nu toe bereikt?
“We zijn in Katwijk begonnen en daar hebben we partners gevonden die ons financieel steunen, maar ook hulp bieden bij het organiseren van evenementen. In eerste instantie waren dat voornamelijk bedrijven uit de Bollenstreek. Inmiddels zijn we groter gegroeid en worden we bijvoorbeeld gesteund door een groot bedrijf als HDI en zelfs de Vriendenloterij. Hierdoor zijn we in staat om meer dan 75 evenementen per jaar te organiseren. Ik vind het wel belangrijk om te vertellen dat het niet alleen maar om geld draait. Het gaat voornamelijk om de verbinding die we zoeken. We willen dat mensen het gevoel hebben dat wat de Dirk Kuyt Foundation doet, fantastisch is. Alle steun die we krijgen waarderen we enorm. Hierom hebben we ook ‘Dirks 11’ opgericht. We willen het fundament waarmee we begonnen zijn niet vergeten. Deze bedrijven die zich vanaf de eerste dag bij onze Foundation aansloten, zijn nu misschien niet meer onze grootste sponsors, maar zij vormen wel de basis. We vinden iedereen die ons steunt even belangrijk. Van de grootste sponsor, tot iedereen die tijd in ons steekt.”

Kun je een of meerdere van jouw hoogtepunten sinds het bestaan van de Foundation benoemen?
“Ik ben trots op alles wat we tot nu toe bereikt hebben. Voor mij was een hoogtepunt het tienjarig bestaan in 2015. Terugkijkend op de jaren realiseerde ik me dat we een echte Foundation neergezet hebben en dat die succesvol is. Ook ben ik dankbaar dat we zoveel evenementen in die tien jaar hebben kunnen organiseren. En trots op al die partners die zich bij ons aangesloten hebben. We hebben inmiddels ook twee keer een gala mogen organiseren. Ik vond het zo mooi om al die mensen op dat gala bij elkaar te zien. Allemaal strijdend voor het goede doel dat wij nastreven.”

In juni dit jaar is de Foundation een samenwerking aangegaan met de Feyenoord Supporters vereniging. Kun je uitleggen met welk doel dit is gebeurd?
“De FSV heeft heel veel leden en we hebben natuurlijk al een verbinding, namelijk Feyenoord. De saamhorigheid binnen het Legioen is denk ik vergelijkbaar met de saamhorigheid binnen de Dirk Kuyt Foundation. We willen zoveel mogelijk Feyenoord-supporters verbinden via de Dirk Kuyt Foundation. Iedereen kan dat op zijn eigen manier doen. Elke bijdrage waarderen wij enorm. Als iemand sportief is, kan en wil helpen, dan is dat geweldig. We zien ook dat veel vrijwilligers zo enthousiast raken door het werk, dat ze er extra energie van krijgen. De meesten zien we bij volgende evenementen ook weer terug.”

Op welke manier kan iemand doneren en voor welke functie zoeken jullie met name vrijwilligers?
“Doneren kan heel eenvoudig via de acceptgiro die bij deze editie van de Hand in Hand is bijgesloten. Verder zijn we op dit moment voornamelijk op zoek naar Regioambassadeurs. Voor deze functie bezoek je namens de Dirk Kuyt Foundation sportevenementen voor mensen met een beperking in je eigen regio. Je kijkt hoe het evenement verloopt, wat goed gaat en wat eventueel verbeterd kan worden. Je toont interesse in de organiserende partij en vanzelfsprekend in de deelnemers. Deze functie is er omdat wij het belangrijk vinden het contact met de verenigingen en organisaties die we ondersteunen optimaal te houden. Voor meer informatie kun je kijken op www.dirkkuytFoundation.nl/help-mee.

Welke evenementen staan er gepland in de nabije toekomst?
“We hebben sinds kort een samenwerking met Brownies & Downies, de lunchroom voor mensen met een verstandelijke beperking. In februari organiseren we een sportevenement voor al die filialen. Volgend jaar organiseren we voor het eerst een Dirk Kuyt Foundation Kampioenendag. Dat wordt een dag waarop zoveel mogelijk sporten voor mensen met een beperking bij elkaar komen en waar diverse landelijke kampioenschappen worden gespeeld. Dit is nieuw en we zijn op dit moment druk bezig met de organisatie hiervan.”

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

HIH, december 2016: Berghuis, Botteghin, Kuyt en prachtige historie

voorpagina-hih-dec-2016

Dit weekend ploft hij op de mat bij leden van de Feyenoord Supportersvereniging: de vierde uitgave van Hand in Hand van dit seizoen. Ideaal leesvoer tijdens dit koude weekend. Het magazine is ditmaal gevuld met onder meer een interview met Dirk Kuyt over zijn foundation, gesprekken met Eric Botteghin, Steven Berghuis en Andrea Tapia, een reisverslag uit Odessa en prachtige historische verhalen.

Berghuis praat in zijn interview vol lof Feyenoord: “Ik ben bij een prachtige club terechtgekomen. Feyenoord leeft ontzettend en ik krijg hele leuke reacties. Als ik uit de spelerstunnel kom, zijn de supporters positief over me. ‘Kom op Berghuis, laat wat zien Berghuis!’ Het is natuurlijk schitterend om voor een volle Kuip te spelen. Helemaal wanneer je scoort geeft dat een heerlijk gevoel. Zoals tegen Excelsior, toen ik lekker op dreef was. Mijn vriendin had het na die wedstrijd over de sfeer. Ze heeft al veel stadions gezien, maar zoals hier is het nergens.”

Verder: Eddy Pieters Graafland, het derde boek uit de trilogie van Jan Oudenaarden, Feyenoord-fotograaf John de Pater, een ‘vodje’ uit een schoenendoos dat een prachtig Feyenoord-relikwie bleek te zijn, oude ansichtkaarten, Feyenoord-vrijwilliger Mo Nouhaili en een verhaal over het bezoeken van uitwedstrijden.

Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging doet u door hier te klikken. Als lid geniet u naast vele voordelen maandelijks van ons exclusieve magazine Hand in Hand.

Bron: Hand in Hand, december 2016

Op zoek naar Lars Elstrup

Elstrup

Lars Elstrup ging de Feyenoord-geschiedenis in als de zoveelste spits die niet de nieuwe Ove Kindvall bleek. Hij werd niettemin Europees kampioen en scoorde in Engeland evenveel goals als Gary Lineker. Daarna raakte hij depressief, meerdere keren en steeds erger. Twee maanden geleden rende hij ineens naakt over het veld tijdens een Deense Eredivisie-wedstrijd. Hoe is het met Lars Elstrup? Op zoek naar de Deense spits.

Tekst: Mark Lievisse Adriaanse
Foto: Piet Bouts

“Lulstrup”, noemden sommigen Feyenoord-fans de Deense spits. Wat Lars Elstrup bij Feyenoord te zoeken had, ze hadden geen idee. En Lars Elstrup zelf trouwens ook niet. Het team waar de introverte Deen, een voormalig bankbediende, in 1986 in belandt is een groep van gestaalde en geharde profs, Rotterdamse jongens die van uitdelen houden. Op trainingen delen gasten als Sjaak Troost elleboogstoten uit. Idiote supporters gooien twee stenen door de ruiten van zijn huis en prikken de banden van z’n auto lek.

Het begon allemaal nog goed: twee goals tegen Santos tijdens het AD-toernooi, Feyenoord door naar de finale, drie goals in de eerste vijf competitiewedstrijden. Maar na twee seizoenen, 65 wedstrijden en slechts negen goals keert de doodongelukkige Elstrup terug naar Denemarken, naar Odense BK. Na een razend succesvolle comeback – 17 goals in 18 wedstrijden – wacht het Engelse Luton Town. Met 850.000 pond is hij er meteen de recordaankoop.

Ook in Luton lacht het leven Elstrup niet toe. Al bij aankomst twijfelt hij: wat een treurige, grauwe stad. Maar hij tekent er en scoort vijftien goals – dat seizoen evenveel als Gary Lineker – en houdt Luton in de First Division, dan de hoogste Engelse divisie. Toch keert hij terug naar Denemarken, terug naar huis. Bij Odense BK doet hij het zo goed dat hij, even verrassend als de Deense kwalificatie voor het EK na de diskwalificatie van Joegoslavië zelf, geselecteerd wordt voor het EK in Zweden.

Wat er in Zweden gebeurt is bekend. Het Deense elftal wordt tegen alle verwachtingen in Europees kampioen. Elstrup scoort de beslissende goal tegen Frankrijk, waardoor de Denen doorstoten naar de halve finales. Denemarken juicht, maar Elstrup kan er niet van genieten. Na nog een jaartje bij Odense BK stopt hij verrassend.

Demonen en depressies
Elstrup raakt zwaar depressief, sluit zich aan bij een anarchistisch-boeddhistische sekte. Soms dwaalt hij door Kopenhagen, bedelt wat, laat als dank z’n lul zien. Hij wordt in Londen gesignaleerd, naakt. Hij verlaat de sekte weer als hij z’n hond niet meer mag zien en ligt jarenlang in bed. Alleen, zielsongelukkig, met een mes naast z’n bed om desnoods z’n polsen maar door te snijden. Z’n mensenschuwheid weerhoudt hem ervan een pistool te kopen om zichzelf door het hoofd te schieten.

Een bezoek aan een guru in 1999 verandert zijn leven. Althans: soms is Elstrup een tijd gelukkig. Dat duurt dan een paar jaar, waarin hij zich een nieuw mens voelt maar voor velen onnavolgbaar blijft. Dan ineens kantelt alles weer, sluit Elstrup zichzelf soms maanden op een kleine kamertjes in verlaten Deense dorpjes, loert de zelfmoord meer.

Iedereen praat altijd over Lars Elstrup. Maar wat zegt hij zelf?

Contact met Elstrup is lastig. De Nederlandse journalist Wiep Idzenga reed voor Hard Gras in een busje door Denemarken. Hij vroeg bij vrienden, bekenden, ex-teamgenoten waar Elstrup was. Niemand die het wist. Toen Idzenga hem uiteindelijk traceerde, in het ouderlijk huis, speelde hij dagen achter elkaar alleen maar online poker. Veel geld gewonnen, snel alles weer verloren. Maar ook nu: geen interview. “Hij verontschuldigde zich, maar wilde echt niet praten”, zegt Idzenga.

“Dankbaar voor mijn jaren in Nederland”
Elstrup te pakken krijgen? Het lijkt onmogelijk. Hij laat zich maar sporadisch interviewen. Het zijn spraakmakende interviews, dat wel. Aan het begin van deze eeuw laat hij zich voor het Deense BT portretteren als vrouw. De nieuwe Lars Elstrup: vrouwelijk, zacht. In 2002 interviewt Feyenoord TV hem nog. Daarna is het jarenlang stil. Tot 2012, als hij, wederom aan BT, een indringend interview geeft. Hij is – voor de derde keer – uit een zware depressie gekomen.

Maar daarna: weer stilte.

Via Facebook kom ik wél in contact met Elstrup. Het wordt zijn eerste interview sinds 2012. Hij is in India, bij z’n guru en diens ashram, een gemeenschap. Sri Ganapati Sachchidananda Swamiji hielp Elstrup elke keer weer uit depressies. En nu ook uit de Deense gevangenis, is de bedoeling. “In augustus heeft de rechtbank in Odense me veroordeeld tot zestig dagen in de gevangenis, maar dat is omgezet in een taakstraf van tachtig uur”, zegt Elstrup. “Ik moet een jaar uit de problemen blijven. Op dit moment ligt er een nieuwe zaak bij de politie in Odense. Een vrouwelijke automobilist heeft een aanklacht ingediend voor schade aan haar auto. Ik denk dat dit weer tot een rechtszaak gaat leiden en als ik veroordeeld word moet ik achter de tralies.”

De spits die Denemarken mede aan de Europese titel hielp in de bak; het zou wat zijn. Elstrup kijkt inmiddels tevreden terug op zijn voetballoopbaan – en verrassend genoeg ook op z’n tijd bij Feyenoord. “Ik realiseer me nu dat ik een hele goede voetballer was en fantastisch was in het lezen van de wedstrijd. Het verleden is voorbij en nu koester ik de vele mooie ervaringen. Ik ben dankbaar voor mijn twee jaren in Nederland. Ik herinner m’n verleden met vreugde en veel vreugdevolle momenten. Het mens dat ik destijds was, was niet sterk genoeg om te kunnen omgaan met de Nederlandse mentaliteit, want ik ben een erg zachte en beleefde ziel.”

Idzenga erkent dat. “Lars Elstrup is een hele lieve, aardige man. Bij Feyenoord kwam hij voetballers met ballen tegen. De harde voetbalwereld heeft hem niet geholpen. Hij vecht al z’n hele leven tegen demonen uit z’n jeugd, toen hij zich niet vrij voelde.”

Naakt
In de bergen van India probeert Elstrup tot rust te komen. Hij stuurt foto’s en een filmpje van de muziek. “Ik ben druk bezig mezelf als guru te vestigen”, zegt hij. Het is een levensstijl die onverenigbaar zou zijn geweest met zijn voetballoopbaan, erkent Elstrup. Het lijkt een lastige manier van leven, in volle toewijding aan het geloof, maar dat is het volgens de ex-spits juist niet. “Elke dag kijk je met nieuwe ogen en een nieuw bewustzijn naar de wereld. Het confronteert iedereen. Beslissingen en actie nemen het over van geruzie en eindeloze gediscussieer. Dan wordt de wereld mooi.”

Eindelijk is de wereld weer mooi voor Elstrup. Eind vorig jaar kwam hij uit z’n laatste depressie. “Ik stopte met voetballen op 30 juni 1993. Toen was ik 30, nu ben ik 53. Twaalf van die drieëntwintig jaar zat ik zwaar depressief met dichte gordijnen in een klein kamertje. Vier keer, elke drie jaar. De afgelopen elf jaar heb ik gezocht naar spirituele groei, zelfverwezenlijking, God, eeuwige waarheid.” Dat hij twee maanden geleden ineens naakt over het veld rende tijdens de Deense Eredivisie-wedstrijd Randers FC – Silkeborg IF was “een boodschap aan de wereld”, aldus Elstrup. Klopt, zegt Idzenga, maar het “zijn ook pogingen om los te komen van zijn psychische gesteltenis, van zijn jeugd.”

Er wordt vaak gelachen over Lars Elstrup. Hij verschijnt in lijstjes met rare voetballers, geniale gekken, spelers die na hun carrière diep zonken. Er wordt dan verwezen naar de tijd dat hij naakt door Londen liep, of in Kopenhagen dagenlang middelvingers op stak naar voorbijgangers. Of Elstrup wordt neergezet als hét symbool van de zware tijd waarin Feyenoord eind jaren tachtig zat. Wat een tijden, als er zelfs zó een idioot gekocht werd. Onterecht, zegt Idzenga. “Hij was geen miskoop”, zegt Idzenga. “Dat is iemand die niet kon voetballen. Lars Elstrup kon echt goed voetballen. Maar de gekte die er al in hem zat, is er mede door de harde voetbalwereld uit gekomen.”

Een uitgebreider interview met Elstrup verscheen eerder op Vicesports.nl

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Op de bank met Adrie Moulijn

Adrie Moulijn

In januari is het vijf jaar geleden dat haar man overleed. Haar grote liefde Coen Moulijn verdween uit haar leven, maar Feyenoord bleef. “Ik heb er veel steun aan.”

Tekst: Ellen Mannens
Foto’s: Hélène Meulstee, privé archief

“Jongens, nemen jullie cake”, zegt Adrie Moulijn, terwijl ze een schoteltje met een paar goeie plakken cake naar voren schuift. We zitten op de sofa in het appartement waar ze ooit met Coen introk. Het panoramaraam hier op de achtste verdieping biedt uitzicht over de Maas en natuurlijk de Kuip. ”Maar dat is toeval hoor”, zegt Adrie. ”Het is wel mooi als de lampen aan staan. Dat zag ik pas voor het eerst toen het Nederlands elftal moest spelen. Anders zie ik dat nooit, want ik zit zelf in het stadion. Mensen vinden het vreemd als ik er een keer niet ben.”

Die eerste keer naar het stadion na het overlijden van haar lieve Coen, dat was het moeilijkst. “Het was ineens heel alleen binnenkomen. Maar ik ben wel meteen vanaf de eerste dag gegaan. Daar ben ik blij mee, want ik heb er veel steun aan. Het gemis blijft, maar het geeft ook een warm gevoel. Ik kijk nog steeds voetbal in businessunit ‘t Oude Noorden, daar kan ik mezelf zijn.”

Adrie Moulijn

Adrie Moulijn, 34 jaar was ze samen met Coen Moulijn. Onafscheidelijk. “We kregen pas iets toen hij al was gestopt met voetballen, maar natuurlijk was er altijd wel iets te doen rond voetbal waarvoor hij werd uitgenodigd. Dan had ik de hele dag in de kledingzaak gewerkt en was ik moe, maar kleedde ik me toch weer om als hij vroeg of ik meeging.”

Toch komt de liefde van Feyenoord in eerste instantie niet van Coen. De Feyenoordliefde zat er al veel eerder in bij Adrie, die opgroeide in Zeeland. “Ik kom van Tholen, waar Bart Nieuwkoop nu woont. Mijn ouders waren schippers, dus ik woonde bij mijn oma. Zij ging nooit naar voetbal, ik daardoor ook niet. Maar het leefde wel heel sterk in Zeeland. Ieder weekend vertrokken ze met bussen tegelijk naar Rotterdam voor Feyenoord. Dus ik was ook voor Feyenoord.”

Op haar achttiende volgden de eerste wedstrijden in de Kuip. Samen met twee vriendinnen. Maar uiteindelijk was het wel Coen Moulijn die haar vaker naar het stadion kreeg. “Mijn ex-man werd etaleur in zijn kledingzaak. Coen nodigde ons regelmatig uit en we waren natuurlijk bij zijn afscheidswedstrijd.”

Samenwonen
Het leven ging ondertussen verder. Adrie begon met haar toenmalige man een camping op Tholen. Het contact tussen de echtparen bleef. Maar het leven kan soms anders lopen dan je van tevoren bedenkt. “Mijn man en ik gingen uit elkaar. Ik had werk nodig en kon parttime aan de slag bij Coen in de zaak. Ook zijn huwelijk was misgelopen. En geheel tegen onze verwachting in, woonden we na een half jaar samen.”

Of ze nog mooie foto’s heeft van die tijd? Adrie moet even nadenken. Aan de muur hangen oude foto’s van Coen als speler, een krantenpagina over Coen, maar geen trouwfoto. Die zitten in een dik album, gemixt met foto’s van Coens vijftigste verjaardag en dubieuze foto’s van zijn oud-Feyenoord en -oranjecollega’s die een act doen voor hun voormalig ploegmaatje. De mix van foto’s in dit album is geen toeval. “We hebben ons trouwfeest gevierd op de dag dat Coen vijftig werd.”

Een slimme zet van Coen, zo zou later blijken. “Hij vroeg me op een dag dat er een filmploeg zou komen voor zijn verjaardag. ’s Ochtends moest hij nog even de deur uit. Dat deed hij wel vaker, even een visje halen bij Schmidt. Maar nu kwam hij ineens terug met een plateau met kaviaar en champagne. ‘Is dat voor die journalisten?’, vroeg ik nog. Maar hij wilde me ten huwelijk vragen. Hij wist dat er voor zijn vijftigste verjaardag een feestje in het Stadhuis was geregeld. Hij hield niet zo van al die aandacht, dus als we die dag ook ons trouwfeest zouden vieren, zou de aandacht niet zo veel op hem gericht zijn.”

Moulijn

Tante Adrie
De poes komt ondertussen even snuffelen aan de foto’s die verspreid over de grond liggen. ”Het is de poes van Raymond”, zegt Adrie. De zoon van Coen Moulijn die drie maanden voor zijn vader overleed. De grootste angst van Coen, zijn zoon overleven, werd daardoor de waarheid. “Tante Adrie noemde hij me altijd”, zegt Adrie. “Ik ken hem al als klein jochie. Hij kwam ook bij ons op de camping.”

Raymond is er niet meer en in januari is het vijf jaar geleden dat Coen Moulijn overleed aan de gevolgen van een herseninfarct. Naast de poes van Raymond is het enige dat is gebleven Feyenoord. Daarom gaat ze nog steeds iedere wedstrijd en is ze nog net zo fanatiek. “Willem van ’t Wout (boezemvriend van Coen Moulijn en eigenaar van businessunit ’t Oude Noorden, red.) moet altijd om me lachen. ‘Denk om je hart’, zegt ’ie als het spannend wordt op het veld. En na de wedstrijd altijd even naar het spelershome. Kreijermaat en Guus Haak zitten altijd op hetzelfde bankje en je weet al wat ze gaan zeggen, dus meestal begin ik: ‘Toen jullie voetbalden was het beter hè’, zeg ik dan. Coen vergeleek het spel niet. ‘Je moet aan deze tijd denken, niet aan onze tijd’, zei hij dan.”

Gastvrouw
Misschien is het daarom ook wel extra mooi dat Adrie werd gevraagd gastvrouw te worden op Varkenoord. “Als het tweede moet spelen op maandagen ben ik gastvrouw in de bestuurskamer. Heel leuk om te doen, want zo maak je ook kennis met al die jonge spelers en zie je mannen als Makaay weer eens. En het past bij me. In de winkel hielp ik ook altijd mensen…. Willen jullie nog iets anders drinken trouwens?”

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Duim omhoog, Feyenoord achterna

Waterman, Andere Tijden Sport

Je kunt naar de foto blijven kijken. Naar de mensenmassa aan de reling die luidkeels Hand in Hand kameraden zingt. Het spandoek met rijm: ‘Feyenoord als het effe kan, willen we ook naar Londen met de Waterman.’ Maar vooral naar de man in het rode trainingspak met de hoge blauwe gympen, die zijn kameraden juichend welkom heet in Lissabon, waar Feyenoord zich ten koste van Benfica wil plaatsen voor de finale van het Europa Cup toernooi voor landskampioenen.

Jan Reedijk is dan 34 jaar oud. Zijn vader was suppoost in De Kuip. Zo raakte hij als kleine jongen verknocht aan de club die hij in 1963 tot in alle uithoeken van Europa zal volgen. Feyenoord brengt het land in vervoering met een ongekende zegetocht langs steden als Genève, Düsseldorf, Boedapest, Antwerpen en Parijs. Elke keer als er een nieuwe club uit de koker rolde, trok Jan Reedijk zijn trainingspak aan, stopte een paar schone hemden en onderbroeken in zijn koffer, ging langs de weg staan en stak zijn duim omhoog.

1500 kameraden gaan in mei 1963 aan boord van de stoomschepen Groote Beer en Waterman om hun club in Lissabon te steunen. Het goedkoopste ticket kost 250 gulden. Dat heeft Jan niet. Dan maar liften, 2400 kilometer. Het moet een gigantische onderneming zijn geweest, maar Jan was op tijd om de schepen met de rest van het Legioen te verwelkomen. Zijn verschijning blijft niet onopgemerkt op de kade. Keeper Eddy Pieters Graafland heeft hem zelfs gefilmd, een beeld dat terugkeert in de Andere Tijden Sport-documentaire ‘De Geboorte van Het Legioen’.

Een aantal maanden geleden bezocht ik Jan in het verzorgingstehuis Borgsate waar hij zijn laatste jaren doorbracht in de liefdevolle handen van Priscilla van Engelsdorp. “Als Feyenoord speelde, zat hij voor de televisie,” vertelde ze. “Daar liet hij gerust een maaltijd voor schieten.” De herinnering aan het avontuur van 53 jaar geleden was vervaagd, maar als ik Jan het fragment uit de documentaire laat zien, kijk hij indringend naar zijn evenbeeld. “Ik kan wel janken als ik dit zie,” zegt hij uit het niets. Tranen wellen op.

Jan Reedijk is dinsdag 27 september 2016 op 87-jarige leeftijd overleden. Dankzij de iconische foto van Jan Sterk heeft hij voor altijd een plek in het collectieve geheugen van Feyenoord. Zijn club.

Steven van der Gaag
Andere Tijden Sport

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Hand in Hand zoekt fans voor bijzondere foto’s

Feyenoordshirt op Feyenoord-logo

Hand in Hand komt binnenkort met een nieuwe rubriek: ‘Fans in de spotlights’. Wij willen bijzondere fans en / of bijzondere attributen op de foto zetten. Daarom zijn we op zoek naar gegadigden die het leuk vinden hier aan mee te werken en niet fotocameraschuw zijn.

Wij zoeken voor de eerste edities:
• Wie is op dezelfde dag jarig als Feyenoord? (19 juli)
• Wie heeft het oudste / een oud shirt van Feyenoord?
• Wie heeft dankzij Feyenoord een lange / bijzondere vriendschap opgebouwd?

Stuur een mail naar [email protected]. Vermeld je naam, leeftijd, woonplaats en telefoonnummer. De foto’s worden gemaakt bij De Kuip.

Gezocht: eindredacteur voor Hand in Hand

Hand in Hand

Ben jij een betweter als het op spelling en grammatica aankomt? Weet je precies waar elke d, t en komma moet worden geplaatst in een tekst? Dan staan we bij Hand in Hand om jouw hulp te springen!

Na jarenlang als eindredactrice gewerkt te hebben stopt onze Trees ermee. Daarom zijn we op zoek naar een enthousiaste eindredacteur die:

* De artikelen van onze redacteuren redigeert voordat deze opgemaakt worden;
* De drukproeven controleert;
* En kijkt of alle correcties zijn aangebracht.

Ben jij een Feyenoord-supporter die de Nederlandse taal meer dan goed beheerst en wil je als vrijwilliger meewerken aan ons mooie blad? Neem dan contact op met onze hoofdredacteur Jeannette Floor via [email protected].

We gaan Europa in! Verslag uit Istanbul

Fenerbahçe uit

Het behalen van Europees voetbal betekent meer inkomsten voor Feyenoord, is goed voor de de uitstraling van de club en de ontwikkeling van spelers, maar betekent bovenal leuke reisjes voor ons als supporter. Europese uitwedstrijden zijn de krenten in de pap voor de fanatieke Feyenoord-volger. Het zijn vaak legendarische tripjes waarover nog jaren wordt nagepraat. Meestal niet vanwege het behaalde resultaat, maar vanwege de onderlinge lol en kameraadschap. Nieuwe vriendschappen worden gesloten en je komt op plekken waar je buiten Feyenoord niet zo snel zou komen. Door het winnen van de KNVB beker zijn we dit seizoen verzekerd van drie uitwedstrijden in het buitenland. Eerste stop: Istanbul.

Tekst en foto’s: Jim Holterhuës

De laatste tien seizoenen is het Feyenoord helaas niet altijd gelukt om Europees voetbal te behalen. Waar ik vroeger nog wel eens een uitwedstrijd in het buitenland liet schieten, in de hoop op een mooiere tegenstander in de volgende ronde, is mijn motto tegenwoordig dan ook: ‘Pakken wat je pakken kunt, want voordat je het weet, is het Europese avontuur alweer voorbij.’

Voorpret
De voorpret begint al weken van te voren, ruim voor de dag van de loting. Per e-mail, Whatsapp en Facebook worden – onder meer met behulp van ingewikkelde lijstjes met clubcoëfficiënten – mogelijke tegenstanders en bestemmingen besproken en voorkeuren aangeven. Die verschillen per supporter. De een wil graag naar een aansprekende club, de ander naar een land waar het lekker weer is en het bier goedkoop.

Persoonlijk hanteer ik maar drie criteria. Ten eerste ga ik het liefst naar een land waar ik nog nooit geweest ben, ook niet buiten Feyenoord om. Ten tweede ga ik liever niet naar een stad waar ik al eens ben geweest. En ten derde wil ik liever geen ‘doublures’ qua clubs.

Ik was dan ook lichtelijk teleurgesteld toen naast Manchester United, waar ik voor het Champions League-duel in 1997 niet was geweest, ook Fenerbahçe en Zorya Luhansk op 26 augustus uit de bekende balletjes kwamen. Istanbul had ik twee jaar geleden al bezocht, toen Feyenoord tegen Besiktas speelde. En Zorya Luhansk hadden we in datzelfde seizoen ook getroffen in de Oekraïense hoofdstad Kiev, waar ik al twee keer eerder was geweest. Gelukkig wordt de uitwedstrijd tegen Zorya dit keer in Odessa gespeeld, zodat ik toch een nieuwe stad kan afstrepen (waarover meer in de volgende Hand in Hand). Maar omdat ik de vorige keer maar relatief kort in Istanbul was geweest, vond ik het geen straf om nog een keer naar de Turkse hoofdstad af te reizen.

Staatsgreep
Dat vond niet iedereen. “Jij gaat echt niet naar Istanbul”, zei mijn vriendin resoluut, de gebeurtenissen rond de mislukte staatsgreep in Turkije van een paar weken eerder nog in gedachten. “Als je je door dat soort gebeurtenissen laat leiden, kan je ook beter niet naar Brussel, Parijs of Nice gaan”, pareerde ik. “Er vliegen dagelijks honderdduizenden mensen naar Istanbul. Bovendien laat Feyenoord haar spelers ook niet naar Turkije reizen als het zo gevaarlijk zou zijn. En Dickie Advocaat is er ook net trainer geworden, dus zo onveilig zal het er niet zijn.” Ik wist al meteen dat deze woorden niet veel zouden helpen en dat het nog een paar dagen ongezellig zou zijn in huis, maar ach, uiteindelijk weet mijn vrouw ook dat ik nu eenmaal graag naar Feyenoord ga en dat weinig zaken mij daarvan kunnen weerhouden.

Fenerbahçe uit

Bekende gezichten
En dus zat ik op woensdag 28 september al vroeg aan een traditioneel ‘airportbiertje’ op Schiphol, samen met mijn reisgenoten uit het Gelderse Dieren en Wageningen. Twee jaar geleden was een van hen verantwoordelijk geweest voor het boeken van een ‘appartement’ in Istanbul. Bij aankomst bleek het een kamer in een soort studentenhuis in een verpauperd achterafstraatje bij het Taksimplein. Mijn kamer, waar net een bed in paste, grensde aan een meurende keuken, waar de andere gasten al om acht uur ‘s ochtends uien stonden te bakken en met de deuren van de keukenkastjes aan het smijten waren. Ook de smerige douche met toilet grensde aan de keuken. Het was er zo ranzig, dat ik de eerste ochtend bij andere Feyenoord-supporters in een sjiek hotel aan de andere kant van het plein ben gaan douchen.

Maar dit keer bleek reisgenoot Ben een riante kamer in het Orka Royal Hotel te hebben geboekt, niet ver van de bekende Sultan Ahmetmoskee, in de volksmond de ‘Blauwe Moskee’ genoemd. Er bleken meer Feyenoord-supporters in het hotel te zitten en nog meer in de naburige Red River Pub, waar we op de eerste avond wat drankjes hebben gedaan.

Het grappige van het bezoeken van uitwedstrijden van Feyenoord is dat je altijd, of het nu in Kerkrade is of in Kiev, bekende gezichten tegenkomt. Zo kwamen we op de eerste avond meteen de onvermijdelijke Fred uit Amsterdam (!) tegen, onder veel Feyenoord-supporters beter bekend als ‘Kotsend Fredje’. In welke uithoek van de wereld Feyenoord ook speelt, Fred is van de partij. Nou ja, behalve in Krasnodar in 2013 dan, maar begin daar maar niet over, want dan ontsteekt hij in woede. Fred is vaak getooid met een grote, zwarte zonnebril, het blauwe Stad Rotterdam Verzekeringen-shirt van het seizoen 1998-1999 of een gerafeld T-shirt van Radio Rijnmond om de schouders, en een spijkerbroek met gaten. Maar dit keer zag hij er opvallend gesoigneerd uit. Zijn bijnaam heeft deze vijftiger overigens te danken aan het feit dat hij in de jaren negentig bijna elke Europese uitwedstrijd wel een keer over zijn nek ging. Al vindt Fred zelf dat zijn nickname nergens op slaat: “Ik kots bijna nooit meer.”

Ook present: Henk, een oude man uit Hoogland, met moeilijk verstaanbaar accent en ongeacht het weer op sandalen met wollen sokken, die mij enige jaren geleden toevertrouwde tijdens Europese uitwedstrijden altijd even “langs de vrouwtjes te gaan”. Voorheen was hij altijd samen met een maat met toupet en kekke leren Feyenoord-pet, maar die vindt zichzelf inmiddels te oud (71) om uitwedstrijden te bezoeken, aldus Henk. Verder ontmoetten we Maarten, die naar eigen zeggen de grootste Feyenoord-verzameling van Nederland heeft, en Spons, een vriendelijke Maassluizenaar die sinds 1979 zo’n 1500 thuis- en uitwedstrijden van onze club in binnen- en buitenland heeft bezocht. “Ik denk dat alleen Fred en één andere supporter daaraan kunnen tippen.”

We maakten een praatje, dronken wat, aten twee kebabschotels en om drie uur ‘s nachts vond ik het wel welletjes, vermoeid als ik was door de reis. Mijn kamergenoot Marcel uit Wageningen ging nog iets langer door en kwam midden in de nacht de kamer binnenstrompelen, waarbij hij in het donker allerlei zaken omgooide. Zijn kleren had hij voor het gemak maar aangelaten toen hij ging slapen, zo bleek de volgende ochtend.

Stukje cultuur
De reisjes met Feyenoord staan meestal niet bol van de culturele uitstapjes, maar ik vind het wel altijd leuk om wat dingen van een stad te zien in plaats van de hele dag in dezelfde kroeg te hangen. Dus bezochten we na het ontbijt de Blauwe Moskee. Die is van buiten overigens grijs, maar aan de binnenkant van de moskee zijn veel blauwe tegeltjes te zien. Hoewel ik weinig met kerkelijke gebouwen heb, vond ik het best fraai. Omdat je niet met blote benen erin mag, moesten we een soort blauwe hobbezak over onze korte broek aantrekken. Ook moesten onze schoenen in een plastic zak, waardoor het leek alsof we in een jurk met handtas rondliepen.

Na de moskee bezochten we de Grote Bazaar van Istanbul, een van de grootste overdekte markten ter wereld. De bazaar telt meer dan 58 straten en zo’n 1200 winkeltjes met van alles en nog wat, van gouden sieraden en aardewerk tot allerlei kleurrijke specerijen en tapijten. Ook is er een speciaal gebied in de bazaar voor nepkleding van bekende merken als Ralph Lauren en Hugo Boss, imitatieshirts van vrijwel alle grote clubs (het shirt van Feyenoord werd niet gespot, wel dat van de aartsrivaal), leren jassen en opvallend veel leren petten van automerken, voor de liefhebber. Veel verkopers bleken een paar woorden Nederlands te kennen (“Kijken, kijken, niet kopen”) en sommigen van hen, veelal supporter van Galatasaray, wensten ons veel succes in de wedstrijd tegen Fenerbahçe. Een van de verkopers bleek familie in Nederland te hebben wonen. Op mijn vraag waar, antwoordde hij grijnzend: “Beverwijk. Zwarte markt.”

Het was met zo’n 26 graden prima toeven in de Turkse hoofdstad, dus na wat rondjes door de bazaar, besloten we een hapje te gaan eten op een terras van een grillrestaurant. De rest van de middag brachten we door op het dakterras van het hotel, dat een fraai uitzicht bood over de stad. Het terras had ook een klein zwembad, maar het water stond tot kniehoogte, dus een verfrissende duik was helaas geen optie. Ook had het hotel in al haar wijsheid besloten om de bar dicht te laten, wat toch een aardige omzet had kunnen opbrengen, want er zaten zo’n twintig tot dertig dorstige Feyenoord-fans op het dakterras. Gevolg was dat er telkens supporters met tasjes met blikken bier van een naburig supermarktje voorbijliepen, wat het hotelpersoneel ogenschijnlijk niet zo kon waarderen.

Fenerbahçe uit

Veiligheid
In de infomail van Feyenoord (van maar liefst elf A4’tjes!) die je als uitsupporter krijgt, werd vooraf afgeraden om op de wedstrijddag de veerboot te nemen naar de wijk Kadıköy in het Aziatische gedeelte van Istanbul, waar het Şükrü Saracoğlustadion van Fenerbahçe ligt. Waarom was mij niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk was deze mededeling bedoeld voor je eigen veiligheid. Maar zolang je niet gaat lopen schreeuwen of zingen of al te opvallend met Feyenoord-kleding of –vlaggen rondloopt, is er niks aan de hand, zo is mijn ervaring. Dat bleek ook toen we toch op deze manier de Bosporus overstaken, wat ik overigens kan aanraden qua uitzicht. Rond de uitwedstrijd tegen Besiktas in 2014 zou je volgens de ‘kenners’ als Feyenoord-supporter ook je leven niet zeker zijn, vanwege beledigende spreekkoren tijdens de thuiswedstrijd in Rotterdam. Maar in een stad met meer dan veertien miljoen inwoners en honderdduizenden toeristen, val je niet op. Zeker niet als je geen clubkleuren draagt en je gewoon normaal gedraagt, zoals het ook hoort.

In Kadıköy aten we nog wat in een restaurant waar ook veel Fenerbahçe-supporters zaten, waarna we de taxi namen naar het stadion. Door de chaos rond het stadion wilde de chauffeur ons niet verder brengen dan een bepaald punt, wat toevallig vlakbij het uitvak bleek te zijn. Daar stonden redelijk veel politie-agenten en stewards opgesteld voor de aanwezige Feyenoord-supporters, zo’n 450 in totaal. We werden uitgebreid gefouilleerd, maar in tegenstelling tot bij Besiktas mocht je je muntgeld dit keer gewoon houden.

Eenmaal binnen bleek het stadion slechts voor ongeveer de helft gevuld te zijn. De fanatieke supportersgroepen van Fenerbahçe blijken overhoop te liggen met de voorzitter van de club, mede omdat hij sinds kort een pasjessysteem heeft ingevoerd, vergelijkbaar met de clubcard in Nederland. Omdat je alleen op deze manier kaarten kunt kopen, heeft een deel van de aanhang besloten om de thuiswedstrijden van ‘De Gele Kanaries’ voorlopig te boycotten. Tijdens uitwedstrijden zit het uitvak van Fenerbahçe overigens wel helemaal vol. Jammer, vond ik, want de supporters die wel aanwezig waren, maakten meer geluid dan – eerlijk is eerlijk – een volle Kuip tijdens de meeste thuiswedstrijden.

Een verslag van de wedstrijd zelf vind ik in dit soort reisverslagen nooit zo interessant, dus die laat ik dan ook achterwege. De meeste Hand in Hand-lezers hebben bovendien zelf gezien dat Feyenoord weinig wist te creëren en een moeilijke wedstrijd had tegen de felle Turken. De Nederlandse media reppen bij uitwedstrijden in Turkije, Griekenland en Balkanlanden steevast over ‘heksenketels’. Hoewel het volume vanaf de vier tribunes, die vaak tegen elkaar opzongen, zeker indrukwekkend was, was de sfeer voor de uitsupporters niet echt intimiderend. En misschien gelukkig maar.

Na afloop van de wedstrijd werden we, zoals gebruikelijk bij Europese uitwedstrijden, enige tijd vastgehouden op het vak. Buiten het stadion stonden bussen klaar, die de Feyenoord-supporters na een lange rit door het chaotische verkeer weer naar de omgeving van de Blauwe Moskee brachten. Daar dronken we nog wat bij wederom de Red River Pub. Om 03.00 uur gingen de drie jongens uit Dieren nog even naar het uitgaansgebied rond het Taksimplein, maar dat vond ik zelf iets te veel van het goede.

De volgende ochtend schrokken kamergenoot Marcel en ik om half twaalf wakker, iets wat zelden gebeurt als je vader bent van twee kleine kinderen. We ontbeten op een terras, kochten nog een paar kitscherige souvenirs voor het thuisfront en dronken nog een biertje bij het hotel, waarna het alweer tijd was om de taxi naar het vliegveld te pakken. Op tijd vertrekken naar Atatürk Airport was gezien het drukke verkeer zeker verstandig, al viel het niet mee om met vier man opgevouwen achterin te zitten. Op de terugweg gingen de ogen al na een paar minuten dicht, want zo’n paar hectische dagen hakken er wel in.

Mocht Feyenoord nog een keer een club uit Istanbul loten, dan kan ik je zeker aanraden een ticket te boeken. Hoewel de politieke situatie in Turkije ongetwijfeld gespannen zal zijn, hebben we daar in de hoofdstad niets van gemerkt. Istanbul is een levendige stad, met mooie gebouwen, lekker eten, overwegend vriendelijke mensen en normale prijzen.

Volgende stop: Odessa!

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

Bilal Başaçikoğlu: ‘Ik voel me bevrijd’

Bilal

Zijn opvallende prestaties bij SC Heerenveen bezorgden hem in 2014 een transfer naar Feyenoord. ‘Een droomclub’, zei hij toen. In de Kuip kende hij een moeizame start. Hij zou last hebben van ‘Kuipvrees’. Maar zie: Bilal Başaçikoğlu (21) krijgt steeds vaker speeltijd en startte al een paar keer in de basis. Hij krijgt het vertrouwen van de trainer en beloont dit met goed spel.

Tekst: Frans Reichardt
Foto’s: Edwin Verheul

Wat is er met je gebeurd?
“Het voelt alsof de acties makkelijker gaan. Het is nu net of het vanzelf gaat. Ik ben een speler die alles op intuïtie moet doen en dat heeft veel te maken met vertrouwen. Dat moet je krijgen en hebben. Dat heeft dus ook met jezelf te maken. Of je lekker in je vel zit. En er komt een beetje geluk bij kijken. Een bal erin of op de paal. Een assist die net wel of net niet aankomt. Dat draagt allemaal bij aan vertrouwen.”

Waarin zit voor jou het grote verschil met voorgaande seizoenen?
“Twee jaar geleden was dramatisch. Ik speelde bijna niks. Vorig seizoen heb ik een paar keer in de basis gestaan, vooral aan het begin van de competitie. Ik was best goed bezig. Daarna ben ik als invaller belangrijk geweest.”

Dit seizoen begon je opnieuw als invaller.
“Klopt. Toen heb ik gezegd: dan wil ik als invaller belangrijk zijn. Als ik lef toon en een beetje geluk heb, kan ik er zo maar in staan. Nu ik speel, wil ik het de trainer zo lastig mogelijk maken voor een ander te kiezen. Door dreigend te zijn en kansen te creëren voor het team. That’s my job. Ik word afgerekend op assists. Nu sta ik op 4 assists en ik heb maar twee keer gespeeld. Ziyech staat op 5 assists en heeft tot nu toe alles gespeeld. Dan mag ik tevreden zijn.”

Vorig seizoen werd je verguisd, uitgefloten soms. Nu lijkt alles opeens anders.
“Ja, als je drie keer een actie wilt maken en ze mislukken, ontstaat er hier en daar wat rumoer. Dat hoor je en dat doet wel wat met je, want het geeft je geen lekker gevoel. Nu weet ik dat ik gewoon tóch die actie opnieuw moet maken. Dat heeft te maken met lef. En, als ik het grof mag zeggen, er gewoon schijt aan hebben. Ook al is het moeilijk: tóch doen. Als buitenspeler moet ik de tegenstander blijven opzoeken, de man voorbijgaan en een man-meer situatie creëren. Dat doe ik nu. Ik voel me bevrijd.”

Je zoekt het dus ook bij jezelf?
“Natuurlijk. Als je het altijd zoekt bij anderen en niet kritisch op jezelf bent, kom je niet verder. Je moet altijd bij jezelf achterhalen wat er beter kan. Waarom speel ik niet? Waarom val ik niet in? Dan kom je er vanzelf achter dat je belangrijker wordt als je een assist geef of een doelpunt maakt. Dan moet ik dat doen. Dan word ik belangrijker voor het team en kan de trainer niet om mij heen.”

Bilal

De KNVB Beker was jouw eerste prijs. Dirk Kuyt zei dat dit Feyenoord vanaf nu meer prijzen gaat winnen. Giovanni van Bronckhorst zei dat winnen verslavend is. Hoe zit het met jouw verslaving?
“Dat gevoel van de bekerwinst vergeet ik nooit meer. De ontlading hier op het veld, dat je mensen op de tribune ziet huilen, op het podium met die beker, met de jongens in de kleedkamer. Dat is verslavend, ja. Het hele team weet nu wat het is om een prijs te winnen. Zo’n moment willen we graag herhalen.”

Droom je al van de Coolsingel?
“Dromen mag hè? Af en toe maken we er met elkaar ook wel grapjes over. Maar zo ver is het nog lang niet. We zijn aardig op weg en het is aan ons om dit vast te houden. Hoe langer we dat kunnen, hoe groter de kans dat onze droom werkelijkheid wordt.”

Heb je enig idee wat een kampioenschap voor deze stad en alle Feyenoord-supporters binnen en buiten Rotterdam zou betekenen? Kun je je daar een voorstelling van maken?
“Ik denk dat iedereen stomdronken wordt.”

Jij ook?
“Ik niet, nee.”

Wat maakt dit team zo sterk?
“Vooral dat iedereen bij elkaar is gebleven. Vorig seizoen hadden we een goede start en daarna kwam er een flinke dip. Die heeft ons sterker gemaakt. Als we niet op 100% spelen en het wordt moeilijk, vallen we terug op de basis: voor elkaar werken. We gaan voor elkaar door het vuur. Niet elke wedstrijd gaat zoals je het graag wilt. Dan moet je wat anders brengen.”

“Vorig seizoen viel alles nog om na één verliespartij. De sfeer binnen de club, buiten de club, in de kleedkamer werden geen grapjes meer gemaakt, er werd niet meer gelachen. Dan is er ook geen vertrouwen meer. Daar profiteren we nu van. Het heeft ons sterker gemaakt. We zijn nu veel minder kwetsbaar. Als we nu een keer verliezen, moeten we dat goed oppakken en de wedstrijd daarna weer winnen.”

Er is wel van jou gezegd dat je last zou hebben van Kuipvrees. Hoe zie jij dat?
“Kuipvrees heb ik niet gehad. Van de Kuip word ik niet nerveus of onzeker. Dit stadion geeft me juist energie. Als ik het veld opkom, voel ik me nóg fitter en krijg ik nog meer zin in de wedstrijd.”

Hoe ziet jouw toekomst eruit?
“Mijn contract bij Feyenoord loopt volgend jaar af. Ik heb nog niks gehoord.”

Wat wil jij zelf?
“Ik ben nog jong en een aantal jaren Feyenoord zou voor mij helemaal niet verkeerd zijn. Misschien kan ik daarna naar een club in Spanje. Villarreal of Sevilla spreekt me wel aan. En als ik daar presteer, wie weet komt er dan uiteindelijk een club als Arsenal. Engeland en Duitsland vind ik mooie competities. En dromen mag toch? Veel zal afhangen van hoe ik mij verder ontwikkel. Laat ik mij eerst maar focussen op Feyenoord.”

Bilal

Je hebt gezegd: ’Als Ajax me ooit nog terugvraagt, zeg ik ‘nee’.’ Waarom?
“Ik woonde in Zaandam, ging van Hellas Sport naar Ajax, was 11 jaar en kwam daar in de D2 als rechtsback. Na de winterstop mocht ik elke week met de D1 mee. Frank de Boer was de trainer. In gesprekken hoorde ik steeds dat ze heel tevreden over mij waren. Voor mijn gevoel ging het ook steeds beter. Toch moest ik op een gegeven moment vertrekken zonder een goede reden. Ze kozen voor een ander talent: Tom Noordhoff. Geen idee waar hij nu speelt. Ik was een jochie van 11 jaar en dat heeft me toen veel pijn gedaan.”

Hoe kwam je bij SC Heerenveen terecht?
“Mijn ouders dachten dat betaald voetbal een gesloten boek was en wilden dat ik mij concentreerde op school. Daar dacht ik anders over, want school, daar vond ik echt niks aan. Ik ging spelen bij HFC Haarlem. Toen die club failliet ging, nam mijn trainer mij mee naar RKSV Pancratius. Ik was eerstejaars B en speelde al mee in de A1. Daar ben ik gescout door SC Heerenveen. Toen ging het opeens heel snel. Binnen een half jaar zat ik bij het Nederlands elftal onder 17.”

Is het misschien té snel gegaan?
“Dat denk ik wel. Na een invalbeurt en een basisplek ben ik niet meer uit het eerste elftal van SC Heerenveen verdwenen. Binnen een half jaar kwam Feyenoord. Na zoveel moeilijke jaren waarin Feyenoord met schulden kampte, was ik de eerste aankoop. Het is begrijpelijk dat de mensen dan veel van je verwachten. Als dat er dan niet snel genoeg uitkomt, word je al gauw bestempeld als ‘miskoop’.”

Merk je dat het verandert?
“Ik merk dat ik nu meer krediet krijg, ja. Ik hoor vaker applaus. Als ik mijn acties maak en mijn mannetje passeer, merk ik dat ik het publiek achter me krijg.”

Je zei onlangs ‘Feyenoord zit in mijn hart’. Zeg je dat om makkelijk te scoren bij de supporters of voel je dat echt zo?
“Dat voel ik echt zo. Dit stadion, deze club, al die supporters, er is hier zoveel passie. Supporters die echt voor deze club leven. Dat is bij Feyenoord echt anders dan bij andere clubs. Ook de mensen binnen de club. Toen we de beker wonnen, zag ik clubmensen huilen van blijdschap. Dan zie je wat Feyenoord voor die mensen betekent.”

Hoe is jouw relatie met de supporters?
“Als ik nu in de stad kom, zie ik hoe blij mensen zijn dat het goed gaat. Je krijgt overal positieve reacties. Mensen staan achter je. Dit is een club waar je vol met je hart voor kan spelen en dat is gewoon mooi.”

Op welke punten kun jij verbeteren?
“Mijn eindpass kan beter. Voor het doel mag ik scherper zijn en soms ook voor mijn eigen kans gaan. Belangrijkste is dat ik mijn acties blijf maken. Op snelheid ben ik onhoudbaar. Dan kan ik belangrijk zijn voor het team.”

Je ouders en drie broertjes zitten elke wedstrijd in de Kuip. Hoe belangrijk zijn zij voor jou?
“Mijn ouders hebben mij altijd gesteund en vertrouwen gegeven. Ze leven altijd erg mee. Als het minder gaat en als het beter gaat. Mijn vader heeft me altijd bij het voetbal gebracht. Hij is buschauffeur en had ook wel eens nachtdienst. Dan was hij om 07.00 uur ’s morgens klaar met werken en dan moest ik die ochtend verzamelen. Dan sliep hij niet, maar bracht hij mij eerst weg, bleef hij bij de wedstrijd kijken en ging hij pas ’s middags slapen. Ik stond vaak op nummer 1 en hierdoor hebben mijn broertjes soms wat minder aandacht gekregen. Daarom voetbal ik nu ook voor mijn familie om ze iets terug te geven.”

Dit artikel is verschenen in de meest recente uitgave van Hand in Hand. Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging kan hier.

HIH, november 2016: El Ahmadi, Moulijn en Graafland

Cover Hand in Hand, november 2016

De leden van de Feyenoord Supportersvereniging hebben hem al even in huis: de derde uitgave van Hand in Hand van dit seizoen. De redactie vulde ons magazine weer met unieke en bijzondere verhalen. Van spelersinterviews tot reisverslagen. En van gesprekken met bijzondere Feyenoorders tot fraaie columns.

Eén van de twee spelersinterviews van deze maand was met Karim El Ahmadi, misschien wel dé uitblinker dit seizoen. De middenvelder spreekt onder meer over zijn moeilijke eerste periode bij Feyenoord (“Ik was voor een miljoenenbedrag gehaald en kreeg dat steeds te horen als ik minder speelde. Dat leidde me erg af.”) en het verschil tussen het vorige en huidige seizoen (“Ik denk dat we als team beter staan dan toen. We verdedigen een stuk beter met z’n allen en dat zie je terug in de resultaten. Vorig seizoen hadden we natuurlijk die dramatische serie van zeven nederlagen op rij. Het zat toen niet echt mee, terwijl we nu steeds winst weten af te dwingen.”)

Verder: op de bank met Adrie Moulijn. Ze praat over haar man Coen, die bijna vijf jaar geleden is overleden. Een interview met Bilal Başaçikoğlu (‘Ik voel me bevrijd’ en ‘De Kuip geeft me energie’), op zoek naar Lars Elstrup, vrijwilliger Harry Moret, Eddy Pieters Graafland in ‘Over mijn Lijk’, een interview met Hand in Hand-fotograaf Edwin Verheul en een reisverslag vanuit Istanbul, waar Feyenoord tegen Fenerbahçe speelde.

Hand in Hand verschijnt periodiek en wordt automatisch verstuurd aan alle leden van de Feyenoord Supportersvereniging. Het blad is tevens te koop in de losse verkoop. Lid worden van de Feyenoord Supportersvereniging doet u door hier te klikken. Als lid geniet u naast vele voordelen maandelijks van ons exclusieve magazine Hand in Hand.

Bron: Hand in Hand, november 2016